Aankoppelbare handbike en uitgaven voor specifieke zorgkosten
Aankoppelbare handbike en uitgaven voor specifieke zorgkosten
Gegevens
- Kenmerk
- KG:202:2025:23
- Publicatiedatum
- 7 november 2025
- Bron
- Kennisgroepen Standpunten
- Status
- Geldig
Aanleiding
Belastingplichtige is gehandicapt en heeft een elektrische aankoppelbare handbike aangeschaft. Met een aankoppelbare handbike kan een rolstoel door middel van de handen en armen voortbewegen. De aankoppelbare handbike bestaat uit een voorwiel inclusief een aandrijfmechanisme dat aan de rolstoel wordt bevestigd.
Vraag
Kwalificeert een aankoppelbare handbike als hulpmiddel als bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001), waarvan de aanschafkosten in aanmerking kunnen worden genomen als uitgaven voor specifieke zorgkosten?
Antwoord
Ja, een aankoppelbare handbike kwalificeert als ander hulpmiddel als bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, onderdeel e, Wet IB 2001. Daarnaast is de aftrekbeperking van artikel 6.17, tweede lid, onder 3⁰, Wet IB 2001, die geldt voor rolstoelen niet van toepassing op de aankoppelbare handbike. Wanneer aan de overige voorwaarden wordt voldaan, kunnen de aanschafkosten van de aankoppelbare handbike in aanmerking worden genomen als uitgaven voor specifieke zorgkosten.
Beschouwing
Hulpmiddel
Artikel 6.17, eerste lid, aanhef en onderdeel e, Wet IB 2001 bepaalt dat uitgaven voor specifieke zorgkosten de uitgaven zijn die wegens ziekte of invaliditeit zijn gedaan voor andere hulpmiddelen, voor zover deze hulpmiddelen van een zodanige aard zijn dat zij hoofdzakelijk door zieke of invalide personen worden gebruikt. In KG:202:2023:41 (Hulpmiddelen en uitgaven voor specifieke zorgkosten) wordt nader ingegaan op het hoofdzakelijkheidscriterium.
De aankoppelbare handbike voldoet aan dit criterium. Het gebruik van de aankoppelbare handbike door een gezond persoon is redelijkerwijs uit te sluiten, omdat voor het gebruik ook een rolstoel is vereist. Hiermee wordt voldaan aan het hoofdzakelijkheidscriterium van artikel 6.17, eerste lid, onderdeel e, Wet IB 2001.