Werkzaamheden via eigen holding vormen toch dienstbetrekking
Werkzaamheden via eigen holding vormen toch dienstbetrekking
Gegevens
- Nummer
- 2025/1224
- Publicatiedatum
- 12 november 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Uitspraak
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat een bestuurder die via zijn eigen holding werkt, toch in privaatrechtelijke dienstbetrekking staat tot de werkmaatschappij. De inspecteur mocht daarom loonheffingen naheffen over 2018, 2019 en 2020.
Een bv verkoopt en installeert biofiltersystemen. Sinds 2013 werkt een bestuurder via zijn persoonlijke holding voor de bv. De holding en de andere aandeelhouder hebben in 2018 een gezamenlijke holding opgericht, die bestuurder is van de werkmaatschappij. De bestuurder blijft feitelijk de dagelijkse leiding voeren. Tot 2018 paste de bv de doorbetaaldloonregeling toe en betaalde zij premies werknemersverzekeringen. Vanaf 2018 gaf zij de bestuurder echter niet langer op als werknemer. De inspecteur legde naheffingsaanslagen loonheffingen op over 2018-2020, die de rechtbank vernietigde.
Ook na reorganisatie sprake van arbeidsovereenkomst Het hof oordeelt dat sprake blijft van een arbeidsovereenkomst in de zin van art. 7:610 BW. De bestuurder verricht persoonlijk arbeid, ontvangt loon en staat onder gezag van de algemene vergadering van aandeelhouders. Dat hij via zijn holding factureert of dat later een managementovereenkomst is gesloten, verandert dat niet. De bestuurder had geen beslissende zeggenschap (minder dan 30% belang), waardoor de Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2016 niet geldt. De naheffingsaanslagen blijven daarom in stand.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden, 28-10-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:6774
Wet: art. 7:610 BW en art. 32d Wet LB 1964