Toepassing hardheidsclausule bij verrekening voorvoegingsrente
Toepassing hardheidsclausule bij verrekening voorvoegingsrente
Gegevens
- Nummer
- 2025/1236
- Publicatiedatum
- 13 november 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Overig
De staatssecretaris van Financiën heeft een Mededeling gepubliceerd over toepassing van de hardheidsclausule bij uitbreiding van een fiscale eenheid met een nieuw opgerichte dochtermaatschappij en verrekening van voorvoegingsrente (artikel 15aha Wet Vpb 1969).
Het verzoek betreft een fiscale eenheid waarbinnen activiteiten zijn overgedragen aan een nieuw opgerichte dochtermaatschappij die vanaf haar oprichting in de fiscale eenheid is opgenomen. Bij de fiscale eenheid is sprake van voortgewentelde rente in de zin van artikel 15b, vijfde lid, van de Wet Vpb 1969. Na deze uitbreiding van de fiscale eenheid wordt de aftrek van de voortgewentelde rente (mede) geregeld door artikel 15aha Wet Vpb 1969. In de voorgelegde situatie brengt deze bepaling mee dat door de overdracht aan de nieuw opgerichte en direct gevoegde dochtermaatschappij minder voortgewentelde rente kan worden verrekend dan mogelijk was geweest als de overdracht niet had plaatsgevonden.
Goedkeuring De goedkeuring is gebaseerd op artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. De goedkeuring treft een regeling voor de verrekening van voorvoegingsrenten die vergelijkbaar is met de regeling voor de verrekening van voorvoegingsverliezen als bedoeld in artikel 15ae, zesde lid, Wet Vpb 1969.
Kort gezegd betekent dit dat door de goedkeuring de ruimte voor verrekening van voorvoegingsrenten van de nieuw opgerichte dochtermaatschappij wordt toegerekend aan de oprichtende maatschappij. De reden voor deze goedkeuring is dat de wetgever met artikel 15aha Wet Vpb 1969 heeft beoogd zoveel mogelijk aan te sluiten bij de systematiek voor de verrekening van voorvoegingsverliezen. Wel zijn in afwijking van artikel 15ae, zesde lid, Wet Vpb 1969 aan de goedkeuring voorwaarden verbonden die borgen dat de goedkeuring er niet toe kan leiden dat door de overdracht van activiteiten aan de dochtermaatschappij de mogelijkheid tot verrekening van voorvoegingsrenten wordt vergroot. Ook wijst de staatssecretaris erop dat artikel 15aha, derde lid, Wet Vpb 1969 een beperking bevat voor zover sprake is van “rechtshandelingen die in overwegende mate zijn gericht op het verruimen van de mogelijkheid om voorvoegingsrenten in aftrek te brengen”. Deze beperking geldt onverminderd na het afgeven van de onderhavige goedkeuring.
Vergelijkbare situaties Belastingplichtigen die zich in een vergelijkbare situatie bevinden en een soortgelijke goedkeuring wensen, kunnen een daartoe strekkend verzoek sturen naar:
Ministerie van Financiën Corporate Dienst Vaktechniek
Team Brieven en Beleidsbesluiten
Postbus 20201 2500 EE Den Haag
Bron: MvF 05-11-2025, nr. 2025-0000019150
Wet: art. 15ae, art. 15aha, art. 15b Wet Vpb 1969