Home

Huurbetalingen voor een machine zijn geen royalty’s onder het verdrag met Azerbeidzjan

Huurbetalingen voor een machine zijn geen royalty’s onder het verdrag met Azerbeidzjan

Gegevens

Kenmerk
KG:040:2025:6
Publicatiedatum
12 december 2025
Bron
Kennisgroepen Standpunten
Status
Geldig

Aanleiding

Een in Nederland gevestigd bedrijf BV X verhuurt een machine aan een in Azerbeidzjan gevestigd bedrijf en ontvangt daarvoor huurbetalingen. Azerbeidzjan houdt daarop bronbelasting in. BV X heeft geen vaste inrichting in Azerbeidzjan.

Vraag

Komt BV X in aanmerking voor verrekening van de door Azerbeidzjan geheven bronbelasting?

Antwoord

Nee, dergelijke huurbetalingen kwalificeren niet als royalty’s. BV X komt daarom niet in aanmerking voor verrekening van de door Azerbeidzjan geheven belasting.

Beschouwing

Voor het antwoord op de vraag is van belang of de vergoeding onder het Verdrag Nederland-Azerbeidzjan 2008 (hierna: het Verdrag) kwalificeert als royalty.

Art. 12 Verdrag luidt als volgt:

“1. Royalty's afkomstig uit een Verdragsluitende Staat die worden betaald aan een inwoner van de andere Verdragsluitende Staat mogen in die andere Staat worden belast.

2. Deze royalty's mogen echter ook in de Verdragsluitende Staat waaruit zij afkomstig zijn, overeenkomstig de wetgeving van die Staat worden belast, maar indien de uiteindelijk gerechtigde tot de royalty's een inwoner is van de andere Verdragsluitende Staat, mag de aldus geheven belasting niet overschrijden:
a. 5 percent van het brutobedrag van de royalty's betaald in verband met een octrooi, een tekening of model, een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, of inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap, mits dit octrooi, deze tekening, dit model of plan, het geheime recept of de geheime werkwijze of dergelijke inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap niet ouder zijn dan drie jaar;
b. 10 percent van het brutobedrag van de royalty's in alle overige gevallen.

3. De bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten regelen in onderlinge overeenstemming de wijze van toepassing van het tweede lid.


4. De uitdrukking „royalty's”, zoals gebezigd in dit artikel, betekent vergoedingen van welke aard ook voor het gebruik van, of voor het recht van gebruik van, een auteursrecht op een werk op het gebied van letterkunde, kunst of wetenschap, (waaronder begrepen bioscoopfilms en films of geluidsbanden voor radio- en televisie-uitzendingen), computersoftware, een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening of model, een plan, een geheim recept of een geheime werkwijze, of voor inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap.”

Artikel 12 Verdrag wijkt af van artikel 12 OESO-Modelverdrag dat met betrekking tot royalty’s een exclusief heffingsrecht toekent aan de woonstaat.

Als de vergoedingen kwalificeren als royalty’s in de zin van artikel 12, derde lid, Verdrag, mag Azerbeidzjan daarover ingevolge het tweede lid van die bepaling maximaal 5% of 10% belasting heffen. In dat geval komt BV X op basis van artikel 23, derde lid, Verdrag in aanmerking voor verrekening van de door Azerbeidzjan geheven belasting.

Als de vergoedingen niet kwalificeren als royalty’s maar als betalingen voor een dienst dan is sprake van winst uit onderneming. Als gevolg van artikel 7 Verdrag komt de heffingsbevoegdheid daarover volledig toe aan Nederland. In dat geval komt BV X niet in aanmerking voor verrekening van de door Azerbeidzjan geheven belasting.

Het is dus van belang om de aard van de vergoeding vast te stellen.

Artikel 12, vierde lid, Verdrag definieert de uitdrukking ‘royalty’s’. Deze bepaling komt vrijwel overeen met artikel 12, tweede lid, OESO-Modelverdrag. Vanaf 23 juli 1992 strekt de definitie van royalty’s in het OESO-Modelverdrag zich niet langer uit tot “vergoedingen voor het gebruik van of het recht van gebruik van industriële, commerciële of wetenschappelijke uitrusting”, zoals de onderhavige huurbetalingen.

Ook in artikel 12, vierde lid, Verdrag ontbreekt deze toevoeging. De onderhavige huurbetalingen kwalificeren daarom niet als royalty’s. Op grond van het Verdrag mag Azerbeidzjan daarover geen belasting heffen. BV X komt niet in aanmerking voor verrekening van de door Azerbeidzjan geheven belasting en zal deze in Azerbeidzjan moeten terugvragen.

Voor de volledigheid wordt nog opgemerkt dat Azerbeidzjan, anders dan de landen vermeld in standpunt KG:040:2023:8, bij deze bepaling geen voorbehoud heeft gemaakt.


Publicatiedatum 12-12-2025, 12:52 | Laatste update 12-12-2025, 12:52