Home

Werking inkortingsregeling van artikel 10bis.11 Wet IB 2001

Werking inkortingsregeling van artikel 10bis.11 Wet IB 2001

Gegevens

Kenmerk
KG:051:2025:9
Publicatiedatum
19 december 2025
Bron
Kennisgroepen Standpunten
Status
Geldig

Aanleiding

Een belastingplichtige heeft een eigen woning met een bestaande eigenwoningschuld (hierna: BEWS) in de zin van artikel 10bis.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) en een kapitaalverzekering eigen woning (hierna: KEW). De belastingplichtige koopt zijn KEW af. De afkoopsom valt volledig onder de vrijstelling KEW, omdat de belastingplichtige daarmee de BEWS aflost en ook aan de overige voorwaarden wordt voldaan. Vervolgens verkoopt de belastingplichtige zijn oude woning en koopt hij daarna een nieuwe woning.

Vraag

Beperkt de inkortingsregeling het recht op overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden?

Antwoord

Of de inkortingsregeling het recht beperkt op overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden, is afhankelijk van de hoogte van de verwervingskosten van de nieuwe woning, de afkoopsom van de KEW en de hoogte van de BEWS op basis van artikel 10bis.1, derde lid, Wet IB 2001.

Beschouwing

Inkortingsregeling

Op grond van artikel 10bis.11, eerste lid, Wet IB 2001 kan bij de verwerving van een nieuwe eigen woning de hoogte van de BEWS worden beperkt als een vrijstelling KEW is genoten. Dit wordt ook wel de inkortingsregeling genoemd. Op grond van artikel 10bis.11, vijfde lid, Wet IB 2001 is de inkortingsregeling van overeenkomstige toepassing als een vrijstelling spaarrekening eigen woning (hierna: SEW) en/of vrijstelling beleggingsrecht eigen woning (hierna: BEW) is genoten. De inkortingsregeling geldt op basis van artikel AO, tweede lid, onderdeel a, Invoeringswet Wet IB 2001 niet als een vrijstelling is genoten voor een uitkering uit een (pre) Brede Herwaarderingskapitaalverzekering.

Een belastingplichtige kan dus alleen te maken krijgen met de inkortingsregeling als wordt voldaan aan de volgende twee voorwaarden:

1. Er is een vrijstelling KEW/SEW/BEW (hierna: vrijstelling KEW) genoten; en

2. Er wordt een nieuwe eigen woning verworven.

Eén van de voorwaarden voor de vrijstelling KEW is dat met de uitkering een eigenwoningschuld wordt afgelost. De belastingplichtige is vrij in de keuze welke eigenwoningschuld met de uitkering wordt afgelost. Dit kan dus zowel een BEWS zijn als een eigenwoningschuld die voldoet aan de voorwaarden van artikel 3.119a, eerste lid, Wet IB 2001.

De inkortingsregeling is niet van toepassing als de vrijstelling KEW is genoten nadat de nieuwe eigen woning is verworven.

Op basis van de volgende drie stappen kan worden bepaald of de inkortingsregeling het overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden beperkt.

Stap 1 – Wat is de maximale eigenwoningschuld?

Eigenwoningreserve

Eigenwoningschuld

Stap 2 – Voor welk bedrag bestaat recht op overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden?

Stap 3 – Leidt de inkortingsregeling tot een beperking van het recht opovergangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden?

Voorbeeld 1

Stap 1 – Wat is de maximale eigenwoningschuld?

Stap 2 – Voor welk bedrag bestaat recht op overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden?

Stap 3 – Leidt de inkortingsregeling tot een beperking van het recht op overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden?

Voorbeeld 2

Stap 1 – Wat is de maximale eigenwoningschuld?

Stap 2 – Voor welk bedrag bestaat recht op overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden?

Stap 3 – Leidt de inkortingsregeling tot een beperking van het recht op overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden?