Home

Gift, bevoordeling bij verstrekken onzakelijke lening aan een bv

Gift, bevoordeling bij verstrekken onzakelijke lening aan een bv

Gegevens

Kenmerk
KG:063:2024:9
Publicatiedatum
10 juli 2024
Bron
Kennisgroepen Standpunten
Status
Geldig

Aanleiding

X is enig aandeelhouder van X BV. Y is het kind van X en houdt alle aandelen in Y BV. X BV verstrekt een niet-direct opeisbare geldlening van 5 miljoen aan Y BV, tegen een rente van 2%. Vast staat dat sprake is van een onzakelijke geldlening: een lening waarbij een onzakelijk debiteurenrisico wordt gelopen. Hiervan is sprake als geen ―niet in wezen winstdelende― rente kan worden bepaald, waaronder een onafhankelijke derde bereid zou zijn geweest eenzelfde lening te verstrekken aan de debiteur onder overigens dezelfde voorwaarden en omstandigheden.[1]  

Vragen

  1. Wie is de schenker en wie is de begiftigde als een onzakelijke lening wordt verstrekt tussen bv’s?

  2. Waarmee en wanneer verrijkt de begiftigde in een dergelijk geval?

Antwoorden

  1. Als de lening vanwege de relatie bv-aandeelhouder is verstrekt, is de aandeelhouder van de verstrekkende bv de schenker. Als de bevoordelingsbedoeling is gericht op de natuurlijke persoon en niet op de bv, is de aandeelhouder van de lenende bv de begiftigde.

  2. Als de aandeelhouder van de lenende bv de begiftigde is, dan verrijkt deze als gevolg van het verstrekken van de onzakelijke lening met de waardestijging van de aandelen. Deze verrijking vindt plaats ten tijde van de verstrekking.

Beschouwing 

Gift

Onder schenking voor de schenkbelasting wordt verstaan de gift als bedoeld in artikel 7:186, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).[2] Een gift is “iedere handeling die er toe strekt dat degeen die de handeling verricht, een ander ten koste van eigen vermogen verrijkt”. Voor een gift is nodig dat aan de in deze definitie besloten vereisten is voldaan, te weten verarming van de schenker en verrijking van de begiftigde, als gevolg van een handeling met een bevoordelingsbewustheid en een bevoordelingswil van de schenker (zie Hoge Raad 12 juli 2002, ECLI:NL:HR:AD7272). De vereisten zijn cumulatief. In de casus uit de aanleiding is de handeling de opdracht van X aan X BV tot het verstrekken van een (onzakelijke) lening aan Y BV.

Onzakelijke lening

Schenker en begiftigde

Vrijgevigheid

De bevoordeling

Arrest onzakelijke lening en schenking

Samenvattend

Voetnoten