Giftbegrip, finaal verrekenbeding bij samenwoners
Giftbegrip, finaal verrekenbeding bij samenwoners
Gegevens
- Kenmerk
- KG:063:2025:3
- Publicatiedatum
- 8 juli 2025
- Bron
- Kennisgroepen Standpunten
- Status
- Geldig
Aanleiding
A (29 jaar) en B (28 jaar) wonen al zes jaar samen en staan ook op dat woonadres ingeschreven in de basisregistratie personen (bij de gemeente). Omdat ze samen een huis hebben gekocht besluiten ze om een notarieel samenlevingscontract met een wederzijdse zorgverplichting aan te gaan. Ze willen in dat contract een finaal verrekenbeding opnemen, zodat hun vermogens worden verrekend alsof ze in algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd als één van hen overlijdt.
Vraag
Leidt het door samenwonende fiscale partners in de zin van de Successiewet 1956 opnemen van een wederkerig verplicht finaal verrekenbeding in een notarieel samenlevingscontact met wederzijdse zorgverplichting tot een gift, als ze daarbij overeenkomen dat ze bij overlijden en/of uit elkaar gaan verrekenen alsof ze in wettelijke of algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd?
Antwoord
Nee, voor samenwonende fiscale partners (artikel 1a van de Successiewet 1956; hierna: SW 1956) geldt op basis van redelijke wetstoepassing hetzelfde als voor gehuwden. Als gehuwden een wederkerig verplicht finaal verrekenbeding overeenkomen op grond waarvan ze bij overlijden of bij overlijden en echtscheiding verrekenen alsof ze gehuwd zijn in wettelijke of algehele gemeenschap van goederen, is dat geen gift. Als samenwonende fiscale partners zo’n beding in hun notarieel samenlevingscontract opnemen is het ook geen gift.
Beschouwing
Hieronder wordt als eerste toegelicht dat bij gehuwden geen sprake is van een gift als zij een huwelijksgoederengemeenschap aangaan of een wederkerig verplicht finaal verrekenbeding overeenkomen, waardoor ze verrekenen alsof ze een wettelijke of een algehele gemeenschap van goederen zijn aangaan. Daarna wordt ingegaan op de situatie van samenwoners.
Onder wettelijke gemeenschap van goederen wordt verstaan de huwelijksgoederengemeenschap zoals deze bij het ontbreken van huwelijkse voorwaarden vanaf 1 januari 2018 geldt. Onder algehele gemeenschap van goederen wordt verstaan de huwelijksgoederengemeenschap zoals deze bij het ontbreken van huwelijkse voorwaarden vóór 1 januari 2018 gold.
Huwelijk
Het aangaan van een wettelijke of een algehele gemeenschap van goederen door echtgenoten is geen gift, omdat ―kort gezegd― op het moment van aangaan ervan geen voltooide vermogensverschuiving plaatsvindt. Daarvoor maakt het niet uit of die huwelijksgoederengemeenschap meteen bij het aangaan van het huwelijk of bij latere huwelijkse voorwaarden wordt overeengekomen (zie Hoge Raad 28 januari 1959, ECLI:NL:HR:1959:AY1786). Door de Staatssecretaris van Financiën is dit ook beschreven in onderdelen 3.2.1 en 3.2.2 van het wijzigingsbesluit van 29 maart 2018 (Stcrt. 2018, 18050).
Dat geen sprake is van een schenking geldt ook als het aangaan van een huwelijksgoederengemeenschap in het zicht van overlijden plaatsvindt, omdat de vermogens van beide echtgenoten na het aangaan daarvan nog kunnen wijzigen (zie Hoge Raad 17 maart 1971, ECLI:NL:HR:1971:AX5018).
NB: zie voor andere richtinggevende arresten over gehuwden de Hoge Raad van 7 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:708 (het aangaan van een beperkte gemeenschap van goederen - waarbij slechts één van de echtgenoot een bedrag inbrengt - is geen schenking, omdat op dat moment geen voltooide vermogensverschuiving plaatsvindt. Zie rechtsoverweging 4.6), en Hoge Raad 16 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:239 (het overeenkomen van een ongelijke gerechtigdheid tot de gemeenschap van goederen is geen schenking. Zie rechtsoverweging 4.2).
Bij echtgenoten die gehuwd zijn met uitsluiting van iedere gemeenschap (koude uitsluiting) geldt hetzelfde als ze een wederkerig verplicht finaal verrekenbeding overeenkomen, op grond waarvan wordt verrekend alsof de echtgenoten in een wettelijke of in een algehele gemeenschap van goederen zijn gehuwd. Dit kan worden geconcludeerd uit het arrest van de Hoge Raad van 27 juni 1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC4328, waarin zo’n verrekenbeding hetzelfde wordt behandeld als een algehele gemeenschap van goederen. Een zelfde behandeling is logisch, aangezien zowel bij het aangaan van een huwelijksgoederengemeenschap als bij het overeenkomen van een wederkerig verplicht finaal verrekenbeding niet vaststaat welke echtgenoot bij einde huwelijk iets van de ander zal ontvangen en welke echtgenoot iets aan de ander moet voldoen. Op het moment van overeenkomen vindt daarom geen voltooide vermogensverschuiving plaats. Dat het overeenkomen van zo’n verrekenbeding waarbij wordt verrekend hetzij bij overlijden danwel bij echtscheiding en overlijden geen gift is, is ook beschreven in onderdeel 3.2.3 van het hierboven genoemde besluit.