Extra salaris- en verblijfkosten verplegend personeel tijdens vakantie en uitgaven voor specifieke zorgkosten
Extra salaris- en verblijfkosten verplegend personeel tijdens vakantie en uitgaven voor specifieke zorgkosten
Gegevens
- Kenmerk
- KG:202:2024:10
- Publicatiedatum
- 12 april 2024
- Bron
- Kennisgroepen Standpunten
- Status
- Geldig
Aanleiding
Belastingplichtige is meervoudig complex gehandicapt. Belastingplichtige heeft een indicatie op basis van de Wet langdurige zorg (hierna: Wlz) en verblijft op basis hiervan in een Wlz-instelling. De verpleging en verzorging in de Wlz-instelling vinden plaats op voorschrift en onder begeleiding van een arts.
De Wlz-instelling heeft een collectieve bewonersvakantie georganiseerd waaraan belastingplichtige heeft deelgenomen. Tijdens deze vakantie gaat extra verplegend en verzorgend personeel mee. De Wlz-instelling heeft de kosten van deze vakantie aan belastingplichtige in rekening gebracht. Op de factuur aan belastingplichtige staan onder andere de salaris- en verblijfskosten van verplegend en verzorgend personeel. Daarnaast staan op de factuur diverse andere kosten die voor de belastingplichtige zijn gemaakt (zoals uitgaven voor busvervoer, vakantiegeld, huur en verzekeringen). Belastingplichtige heeft de factuur in zijn geheel niet vergoed gekregen.
Vraag
Zijn de kosten van het verplegend en verzorgend personeel tijdens de collectieve bewonersvakantie, zoals salaris- en verblijfskosten, aftrekbaar als uitgaven voor specifieke zorgkosten?
Antwoord
De salariskosten van het verplegend en verzorgend personeel komen voor zover sprake is van verpleging en verzorging als bedoeld in de Wlz voor aftrek in aanmerking aangezien sprake is van genees- en heelkundige hulp. De verblijfskosten van dit verplegend en verzorgend personeel zijn eveneens aftrekbaar als genees-en heelkundige hulp, omdat deze kosten onderdeel zijn van de kostprijs van het verplegend en verzorgend personeel.
NB: De overige in rekening gebrachte kosten in verband met de vakantie van de belastingplichtige (uitgaven voor busvervoer, vakantiegeld, huur en verzekeringen) vallen niet onder de limitatief opgesomde categorieën in artikel 6.17, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) en kunnen derhalve niet in aftrek worden gebracht.
Beschouwing
Wettelijk kader
Op grond van artikel 6.1 Wet IB 2001 is de persoonsgebonden aftrek het gezamenlijke bedrag van de in het kalenderjaar op de belastingplichtige drukkende persoonsgebonden aftrekposten. Uitgaven voor specifieke zorgkosten worden op grond van artikel 6.1, tweede lid, onderdeel d, Wet IB 2001 aangemerkt als persoonsgebonden aftrekposten. Uitgaven voor specifieke zorgkosten worden op grond van artikel 6.1, derde lid, Wet IB 2001 alleen in aanmerking genomen als de belastingplichtige zich redelijkerwijs gedrongen heeft kunnen voelen tot het doen van die uitgaven.
Op grond van artikel 6.17, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001 zijn uitgaven voor specifieke zorgkosten de uitgaven die wegens ziekte of invaliditeit zijn gedaan voor genees- en heelkundige hulp, met uitzondering van ooglaserbehandelingen ter vervanging van bril of contactlenzen. In artikel 6.17, tiende lid, Wet IB 2001 wordt toegelicht wat wordt verstaan onder genees- en heelkundige hulp.