Bril voor kleurenblindheid en uitgaven voor specifieke zorgkosten
Bril voor kleurenblindheid en uitgaven voor specifieke zorgkosten
Gegevens
- Kenmerk
- KG:202:2024:2
- Publicatiedatum
- 23 januari 2024
- Bron
- Kennisgroepen Standpunten
- Status
- Geldig
Aanleiding
Belanghebbende is kleurenblind. Hij is werkzaam als elektrotechnicus en heeft hierbij moeite met het onderscheiden van gekleurde draden. Hij schaft hiervoor een bril voor kleurenblindheid aan.
Vraag
Komen de aanschafkosten voor een bril voor kleurenblindheid in aanmerking als uitgaven voor specifieke zorgkosten?
Antwoord
Nee, de aanschafkosten voor een bril voor kleurenblindheid komen niet in aanmerking als uitgaven voor specifieke zorgkosten, omdat de bril voor kleurenblindheid dient ter ondersteuning van het gezichtsvermogen. Daardoor is geen sprake van een ander hulpmiddel als bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001).
Beschouwing
Wettelijk kader
In artikel 6.17, eerste lid, Wet IB 2001 worden uitgaven voor specifieke zorgkosten gedefinieerd als uitgaven die wegens ziekte en invaliditeit zijn gedaan voor in dat artikellid limitatief opgesomde posten. In onderdeel e van artikel 6.17, eerste lid, Wet IB 2001 worden genoemd de andere (dan farmaceutische) hulpmiddelen, voor zover deze hulpmiddelen van een zodanige aard zijn dat zij hoofdzakelijk door zieke of invalide personen worden gebruikt (hierna: andere hulpmiddelen).
Brillen, contactlenzen en overige hulpmiddelen ter ondersteuning van het gezichtsvermogen worden op grond van artikel 6.17, tweede lid, Wet IB 2001 niet aangemerkt als ander hulpmiddel als bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, onderdeel e, Wet IB 2001. De reden hiervoor is dat het dragen van een bril of lenzen een zo veel voorkomend verschijnsel is dat de kosten van de aanschaf en het gebruik hiervan, niet als meerkosten kunnen worden gezien in vergelijking met doorgaans gezonde personen (MvT, Kamerstukken II 2008/09, 31 706, nr. 3, p. 47).
Hulpmiddelen voor personen die blind zijn, vallen niet onder de uitzondering van artikel 6.17, tweede lid, Wet IB 2001 omdat hulpmiddelen voor deze groep niet zien op ondersteuning van het gezichtsvermogen, maar op vervanging van het gezichtsvermogen (MvT, Kamerstukken II 2008/09, 31 706, nr. 3, p. 47).