Aanpassing auto die niet op naam staat en uitgaven voor specifieke zorgkosten
Aanpassing auto die niet op naam staat en uitgaven voor specifieke zorgkosten
Gegevens
- Kenmerk
- KG:202:2024:3
- Publicatiedatum
- 30 januari 2024
- Bron
- Kennisgroepen Standpunten
- Status
- Geldig
Aanleiding
Een belastingplichtige is gehandicapt en rolstoelgebonden. Hij koopt een auto die hij vervolgens voor € 10.000 laat aanpassen om de auto geschikt te maken voor het vervoer van een rolstoel. Belastingplichtige kan niet zelf auto rijden en heeft geen rijbewijs. De auto wordt op naam gezet van een van de ouders van de belastingplichtige, omdat de auto anders niet kan worden verzekerd. De ouders vervoeren de zoon als hij daar behoefte aan heeft. De ouders en zoon wonen niet op hetzelfde adres.
Vraag
Komen de kosten voor het wegens ziekte of invaliditeit aanpassen van een auto bij belastingplichtige in aanmerking als uitgaven voor specifieke zorgkosten als de auto niet op naam van belastingplichtige staat geregistreerd?
Antwoord
Ja. Aanpassingen die in verband met ziekte of invaliditeit worden aangebracht aan een auto, kunnen kwalificeren als uitgaven voor een ander hulpmiddel als bedoeld in artikel 6.17, eerste lid, onderdeel e, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Hiervoor is niet vereist dat de auto op naam van de belastingplichtige staat. Belastingplichtige kan de afschrijvingskosten voor de aanpassing aan de auto in aanmerking nemen als uitgaven voor specifieke zorgkosten als ook aan de overige voorwaarden wordt voldaan. Indien de aanpassing aan de auto specifiek aan de situatie van de gebruiker is aangepast en hierdoor geen of slechts een geringe marktwaarde heeft, kan het bedrag ineens in het jaar van de uitgave in aanmerking worden genomen.
Beschouwing
Op grond van artikel 6.17, eerste lid, onderdeel e, Wet IB 2001 worden uitgaven die wegens ziekte of invaliditeit zijn gedaan voor andere hulpmiddelen aangemerkt als uitgaven voor specifieke zorgkosten, voor zover deze hulpmiddelen van een zodanig aard zijn dat zij hoofdzakelijk door zieke of invalide personen worden gebruikt.
Aanpassingen aan hulpmiddelen
Uit de Toelichting bij het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 12 maart 2003, Stb. 2003, 112, p. 5-6 blijkt dat een aantal aanpassingen aan een auto als hulpmiddel kan worden aangemerkt:
“Een aantal aanpassingen aan auto's kan wel als hulpmiddel worden aangemerkt. Bijvoorbeeld handgas (niet te verwarren met cruise-control) in een auto wordt hoofdzakelijk door zieke en/of gehandicapte personen gebruikt waardoor het wel als hulpmiddel kan worden aangemerkt. Maar stuurbekrachtiging in een auto kan niet als hulpmiddel worden aangemerkt, aangezien stuurbekrachtiging inmiddels in de regel tot de standaarduitrusting van een auto behoort. De voorbeelden in deze toelichting zijn geen limitatieve opsomming”.
In de onderhavige casus zien de aanpassingen van de auto op het geschikt maken van het vervoer van een rolstoel. Dergelijke aanpassingen voldoen aan het hoofdzakelijkheidscriterium dat is opgenomen in artikel 6.17, eerste lid, onderdeel e, Wet IB 2001.