Nagevorderde erfbelastingschuld in box 3
Nagevorderde erfbelastingschuld in box 3
Gegevens
- Kenmerk
- KG:202:2025:3
- Publicatiedatum
- 21 maart 2025
- Bron
- Kennisgroepen Standpunten
- Status
- Geldig
Aanleiding
De belastingplichtigen zijn erfgenamen. De erflater had (een deel van zijn) vermogen in het buitenland aangehouden. Na het overlijden van erflater heeft de Belastingdienst informatie ontvangen over dit vermogen. Omdat dit gevolgen heeft voor de omvang van de nalatenschap is aan iedere erfgenaam een navorderingsaanslag erfbelasting opgelegd.
NB: waar in het standpunt wordt gesproken over een navorderingsaanslag erfbelasting wordt ook gedoeld op een navorderingsaanslag in het recht van successie bij een overlijden vóór 2010.
Vraag
Vanaf welk moment kan een navorderingsaanslag erfbelasting bij een erfgenaam voor de bepaling van de rendementsgrondslag in box 3 als een schuld in aanmerking worden genomen?
Antwoord
Een (nog) niet geformaliseerde erfbelastingschuld kan als schuld in box 3 in aanmerking worden genomen indien en voor zover deze kan en waarschijnlijk zal worden nagevorderd. De navorderingsaanslag erfbelasting wordt bij de erfgenaam in de aanslag inkomstenbelasting in box 3 als schuld in aanmerking genomen vanaf de eerste peildatum na overlijden van de erflater. Indien navordering of ambtshalve vermindering in de inkomstenbelasting bij de erfgenamen niet voor alle jaren mogelijk is, wordt de schuld in aanmerking genomen vanaf de peildatum van het oudste jaar waarover navordering of ambtshalve vermindering mogelijk is.
De schuld wordt in aanmerking genomen voor zover deze betrekking heeft op de voorafgaande jaren. De nominale belastingrente (tot 1 januari 2013: heffingsrente) en invorderingsrente worden in aanmerking genomen voor zover deze zijn opgekomen in de jaren voorafgaand aan de peildatum.
Beschouwing
Navordering van erfbelasting
De erflater heeft een deel van zijn vermogen in het buitenland gehouden. Dit vermogen maakte geen onderdeel uit van de eerdere aanslagen erfbelasting die waren opgelegd aan de erfgenamen. Voor vermogensbestanddelen die in het buitenland werden gehouden of zijn opgekomen en waarover niet, onjuist of onvolledig aangifte erfbelasting is gedaan, is sinds 1 januari 2012 op grond van artikel 66, vierde lid, van de Successiewet 1956 – in afwijking van artikel 16, vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen – een onbeperkte navorderingstermijn van toepassing. Aan iedere erfgenaam wordt zodoende een navorderingsaanslag erfbelasting opgelegd. Dit is alleen niet van toepassing als de navorderingstermijn van twaalf jaar op 1 januari 2012 al was geëindigd (HR 3 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:356).