Invordering bij een feitelijk samenwerkingsverband voor de OB
Invordering bij een feitelijk samenwerkingsverband voor de OB
Gegevens
- Kenmerk
- KG:207:2025:3
- Publicatiedatum
- 4 juli 2025
- Bron
- Kennisgroepen Standpunten
- Status
- Geldig
Aanleiding
De natuurlijke personen AX en BY zijn woonachtig in het buitenland en zijn gezamenlijk eigenaar van een in Nederland gelegen onroerende zaak. Deze onroerende zaak is aangekocht met het oogmerk deze te verhuren. De inspecteur omzetbelasting heeft AX en BY voor wat betreft deze activiteit als omzetbelastingplichtig samenwerkingsverband (hierna: samenwerkingsverband OB) aangemerkt op grond van artikel 7, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB). Aan AX en BY is één omzetbelastingnummer toegekend en ze zijn in de systemen van de Belastingdienst geregistreerd als ‘samenwerkingsverband overig’, met de tenaamstelling: ‘AX & BY’. ‘A’ en ‘B’ staan hierbij voor de voorletters van beide natuurlijke personen en ‘X’ en ‘Y’ voor de achternamen. Deze tenaamstelling is gehanteerd, omdat de natuurlijke personen niet onder een gezamenlijke naam deelnemen aan het maatschappelijke verkeer. Was dit laatste wel het geval, dan zou die gezamenlijke naam door de Belastingdienst als tenaamstelling zijn gehanteerd. Aan het samenwerkingsverband OB AX & BY zijn naheffingsaanslagen omzetbelasting opgelegd, die onbetaald zijn gebleven. Het samenwerkingsverband is feitelijk van aard, in die zin dat er geen sprake is van een personenvennootschap (hierna: feitelijk samenwerkingsverband OB).
Vraag
Kan de ontvanger de belastingschuld invorderen bij het feitelijk samenwerkingsverband OB dan wel de natuurlijke personen? Zo ja, hoe?
Antwoord
De ontvanger kan niet bij het feitelijk samenwerkingsverband OB invorderen, omdat het civielrechtelijk niet bestaat. Invordering bij de natuurlijke personen is zonder aansprakelijkstelling ook niet mogelijk, omdat de natuurlijke personen niet als belastingschuldigen kwalificeren. Wel kan de ontvanger de natuurlijke personen aansprakelijk stellen op grond van artikel 33, eerste lid, aanhef en sub a, van de Invorderingswet 1990 (hierna: Iw 1990). Als sprake is van een niet in Nederland gevestigd lichaam kan, als er een vaste inrichting in Nederland is en de natuurlijke personen als leider van die vaste inrichting kwalificeren, de ontvanger ook aansprakelijk stellen op grond van artikel 33, eerste lid, aanhef en sub b, Iw 1990.
Beschouwing
Invordering ten aanzien van feitelijk samenwerkingsverband OB
Een samenwerkingsverband dat niet als personenvennootschap in de zin van het Burgerlijk Wetboek kwalificeert is geen rechtssubject in het civiele recht. Dit betekent dat het feitelijk samenwerkingsverband OB in civielrechtelijk opzicht geen drager kan zijn van rechten en plichten. De eigendom van het onroerend goed komt niet toe aan het feitelijk samenwerkingsverband OB, maar valt in de situatie van twee of meer samenwerkende natuurlijke personen in een eenvoudige gemeenschap van deze personen. Het is echter niet de eenvoudige gemeenschap die als ondernemer in de zin van de omzetbelasting kwalificeert.
Op grond van artikel 7, eerste lid, Wet OB kwalificeert ieder die een bedrijf zelfstandig uitoefent als ondernemer in de zin van de omzetbelasting. Ten aanzien van het begrip ‘ieder’ geldt dat meerdere natuurlijke en/of rechtspersonen tezamen als ‘ieder’ kunnen worden aangemerkt. Het gaat er bij de kwalificatie als ‘ieder’ om of een combinatie van natuurlijke- en/of rechtspersonen zich naar buiten toe als een eenheid gedraagt. Het civiele recht speelt bij de uitleg van het begrip ‘ieder’ geen rol. Ook niet-rechtspersoonlijkheid bezittende samenwerkingsverbanden kunnen dus ondernemer zijn voor de omzetbelasting. Als de inspecteur een samenwerkingsverband kwalificeert als ondernemer, dan kwalificeert deze voor de omzetbelasting ook als belastingplichtige (Hoge Raad 2 mei 1984, nr. 22 152, ECLI:NL:HR:1984:AW8625).
Dat niet de eenvoudige gemeenschap, maar het feitelijk samenwerkingsverband OB als belastingplichtige voor de omzetbelasting kwalificeert, roept de vraag op hoe de ontvanger een aan het feitelijk samenwerkingsverband OB opgelegde aanslag omzetbelasting invordert. Om die vraag te beantwoorden, bespreken wij eerst wie als belastingschuldige kwalificeert.