Home

Gerechtshof Den Haag, 01-02-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:2705, BK-11-00729

Gerechtshof Den Haag, 01-02-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:2705, BK-11-00729

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
1 februari 2013
Datum publicatie
24 juli 2013
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2013:2705
Formele relaties
Zaaknummer
BK-11-00729

Inhoudsindicatie

Omzetbelasting. Belanghebbende exploiteert panden door kamers ter beschikking te stellen voor (raam)prostitutie. De diensten door belanghebbende zijn naar hun aard aan te merken als de prestatie bestaande in het gelegenheid geven tot prostitutie, welke prestatie niet is te rangschikken onder een van de vrijstellingen van art. 11 Wet OB 1968, noch anderszins buiten de heffing van omzetbelasting kan blijven.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-11/00729

Uitspraak van 1 februari 2013

in het geding tussen:

[X] B.V., statutair gevestigd te [Z], belanghebbende,

en

de directeur van de Belastingdienst Haaglanden (kantoor [P]), de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 22 september 2011, nummer AWB 11/195, LJN BT7215, over de hierna vermelde aangifte.

Aangifte, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen het bedrag aan omzetbelasting dat zij op de aangifte over het tijdvak van 1 januari 2008 tot en met 31 maart 2008 heeft voldaan.

1.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur het op aangifte voldane bedrag gehandhaafd.

1.3. Tegen de uitspraak van de Inspecteur heeft belanghebbende beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 298 is geheven.

1.4. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

Geding in hoger beroep

2.1. Belanghebbende is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij het Hof. Een griffierecht van € 454 is geheven.

2.2. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft een conclusie van repliek (aangeduid als pleitnota) ingediend, de Inspecteur een conclusie van dupliek.

2.3. De mondelinge behandeling van de zaak heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 4 januari 2013, gehouden te Den Haag. Partijen zijn verschenen.

Vaststaande feiten

Oordeel van de rechtbank

Geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing