Home

Gerechtshof Leeuwarden, 13-11-2002, AF0697, WAHV 02-00762

Gerechtshof Leeuwarden, 13-11-2002, AF0697, WAHV 02-00762

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Leeuwarden
Datum uitspraak
13 november 2002
Datum publicatie
18 november 2002
ECLI
ECLI:NL:GHLEE:2002:AF0697
Zaaknummer
WAHV 02-00762
Relevante informatie
Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften [Tekst geldig vanaf 01-02-2025] art. 13b, Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften [Tekst geldig vanaf 01-02-2025] art. 14

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

WAHV 02/00762

13 november 2002

CJIB 39828958

Gerechtshof te Leeuwarden

Beschikking

op het hoger beroep tegen de beschikking

van de kantonrechter van de rechtbank te Middelburg

van 18 juni 2002

betreffende

[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),

wonende te [woonplaats]

voor wie als gemachtigde optreedt [gemachtigde]

1. De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot het vergoeden van proceskosten met afwijzing van het meer of anders verzochte. De beschikking van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

2. Het procesverloop

De gemachtigde van de betrokkene heeft tegen de beschikking van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.

De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.

De gemachtigde van de betrokkene heeft schriftelijk een nadere toelichting gegeven op het beroep.

De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op de nadere toelichting op het beroep. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

3. Beoordeling

3.1. De gemachtigde van de betrokkene heeft aangevoerd, dat in weerwil van de tekst van art. 14, eerste lid, WAHV hoger beroep openstaat van de onderhavige beschikking van de kantonrechter gegeven op grond van art. 13b WAHV. Daartoe voert hij aan, dat de bedoeling van de wetgever is geweest, om in zaken waarin het met de initiële sanctie betrokken financiële belang hoger is dan de in 14, eerste lid, WAHV bepaalde ondergrens - zoals in casu - hoger beroep mogelijk te maken.

3.2. Art. 14, eerste lid, van de WAHV luidt: "Degene die bij de rechtbank beroep heeft ingesteld, alsmede de officier van justitie, kunnen tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep instellen bij het gerechtshof te Leeuwarden, tenzij de opgelegde administratieve sanctie bij die beslissing niet meer bedraagt dan EUR 70." Wat er zij van de vraag in hoeverre de wettekst de bedoeling van de wetgever weergeeft, de tekst van de wet, de wetsgeschiedenis en de wetssystematiek veronderstellen in ieder geval, dat bij de beslissing van de kantonrechter, als bedoeld in het eerste lid art. 14 WAHV, de sanctie die ter zake van de gedraging is opgelegd, onderwerp van geschil is geweest. Bij een beslissing op grond van art. 13b WAHV is dat niet het geval.

3.3. Derhalve staat op grond van art. 14 WAHV, eerste lid WAHV, noch op grond van het te dezen niet toepasselijke tweede lid van dat artikel hoger beroep open in deze zaak. Evenmin staat op grond van enige andere bepaling hoger beroep open tegen een beslissing van de kantonrechter op een verzoek tot vergoeding van proceskosten op grond van art. 13b WAHV. Daarom dient de betrokkene niet-ontvankelijk te worden verklaard in het hoger beroep.

4. De beslissing

Het gerechtshof:

verklaart de betrokkene niet-ontvankelijk in het hoger beroep.

Deze beschikking is gegeven door mrs. Dijkstra, Van Dijk en Weenink in tegenwoordigheid van mr. Wijma als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.