Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-07-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2352, 17/00215
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 23-07-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2352, 17/00215
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 23 juli 2020
- Datum publicatie
- 1 september 2020
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:GHSHE:2020:2352
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2017:2729, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2022:526
- Zaaknummer
- 17/00215
Inhoudsindicatie
Navorderingsaanslag vennootschapsbelasting met boetebeschikking. De inspecteur heeft aannemelijk gemaakt dat meer kosten in aftrek zijn gebracht dan daadwerkelijk zijn gemaakt, zodat omkering en verzwaring van de bewijslast gerechtvaardigd zijn. Belanghebbende slaagt niet in dat bewijs. Redelijke schatting. Matiging van de boete in verband met overschrijding van de redelijke termijn.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummer: 17/00215
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West Brabant te Breda (hierna: de Rechtbank) van 14 februari 2017, nummers BRE 15/7406 en 15/7407 in het geding tussen
belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de Inspecteur,
betreffende na te noemen aanslag, boetebeschikking en beschikking heffingsrente.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is onder aanslagnummer [aanslagnummer] over het verlengde boekjaar van [datum] 2010 tot en met 31 december 2011 een navorderingsaanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 1.179.175, alsmede bij beschikking een boete van € 214.794. Daarbij is het eerder vastgestelde verlies herzien tot nihil. Tevens is bij beschikking een bedrag van 30.784 aan heffingsrente in rekening gebracht. Na daartegen gemaakt bezwaar heeft de Inspecteur, bij in één geschrift vervatte uitspraken, de navorderingsaanslag en de beschikking heffingsrente gehandhaafd en de boetebeschikking verminderd tot € 85.917.
Belanghebbende is van deze uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep ten aanzien van de boete gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar met betrekking tot de boete vernietigd en de boete verminderd tot 45.000. De Rechtbank heeft het beroep voor het overige ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft belanghebbende hoger beroep ingesteld bij het Hof.
De griffier heeft van belanghebbende een griffierecht geheven van € 501.
De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Op grond van artikel 8:58 van de Algemene wet bestuursrecht hebben partijen vóór de zitting nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
De zitting heeft plaatsgehad op 3 mei 2018 te ‘s-Hertogenbosch. Tijdens deze zitting is het onderhavige hoger beroep gezamenlijk, doch niet gevoegd, behandeld met het hoger beroep met het kenmerk 17/00214 ten name van [X] (hierna: het hoger beroep met het kenmerk 17/00214). Aldaar zijn toen verschenen en gehoord [gemachtigde] , verbonden aan [kantoornaam] te [kantoorplaats] , als gemachtigde van belanghebbende, alsmede, namens de Inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] en [inspecteur 3] .
Van deze zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.
Het Hof heeft aan het einde van de zitting het onderzoek ter zitting geschorst en het vooronderzoek hervat.
Het Hof heeft het Functioneel Parket van het Openbaar Ministerie (hierna: het Functioneel Parket) bij brief met dagtekening 4 mei 2018 verzocht schriftelijk inlichtingen te geven omtrent de vraag of toestemming is gevraagd en verleend om de op grond van het Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Speciale Administratieve Regio Hong Kong van de Volksrepubliek China inzake wederzijdse rechtshulp in strafzaken d.d. 26 augustus 2002 (Trb. 2002,175) van Hong Kong verkregen informatie te mogen gebruiken voor belastingdoeleinden.
Het Functioneel Parket heeft eind mei 2018 stukken aan het Hof doen toekomen. Deze stukken zijn niet aan het dossier toegevoegd en ook niet aan partijen gezonden.
Het Hof heeft gereageerd op ontvangst van deze stukken bij brief met dagtekening 26 juni 2018.
Het Functioneel Parket heeft op laatstgenoemde brief gereageerd bij brief met dagtekening 5 juli 2018. Een afschrift van deze brief is aan partijen gezonden.
Bij brief met dagtekening 19 oktober 2018 zijn partijen uitgenodigd voor de regiezitting van 6 december 2018. De Inspecteur heeft bij brief met dagtekening 19 november 2018 verzocht om uitstel van deze zitting. Het Hof heeft dit verzoek afgewezen bij brief met dagtekening 23 november 2018.
De regiezitting heeft plaatsgehad op 6 december 2018 te ’s-Hertogenbosch. Bij aanvang van de zitting zijn partijen erop gewezen, dat de meervoudige Belastingkamer tijdens het onderzoek ter zitting op 3 mei 2018 was samengesteld uit mr. drs. L.B.M. Klein Tank, mr. drs. P. Fortuin en mr. J. Swinkels, en dat de zaak verder wordt behandeld in een gewijzigde samenstelling van de Kamer door mr. drs. L.B.M. Klein Tank, mr. drs. P. Fortuin, en mr. drs. P.A.M. Pijnenburg, en dat de zaak wordt voortgezet, gelet op artikel 8:64, lid 3, van de Awb, in de stand waarin zij zich bevond op 3 mei 2018. Het onderhavige hoger beroep is gezamenlijk, doch niet gevoegd, behandeld met het hoger beroep met het kenmerk 17/00214. Aldaar zijn toen verschenen namens belanghebbende, [X] , vergezeld door zijn gemachtigde [gemachtigde] , alsmede, namens de Inspecteur, [inspecteur 1] en [inspecteur 2] .
Het Hof heeft aan het einde van deze zitting het onderzoek ter zitting geschorst en het vooronderzoek hervat.
Van deze zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.
Belanghebbende en de Inspecteur hebben bij brief met dagtekening 25 februari 2019 respectievelijk 8 maart 2019 nadere inlichtingen aan het Hof verstrekt.
Het Hof heeft de Inspecteur bij brief met dagtekening 7 juni 2019 verzocht aan te geven welke informatie verkregen is uit Hong Kong. Voorts heeft het Hof de Inspecteur verzocht het in hoger beroep ingediende verweerschrift te schonen van deze informatie.
De Inspecteur heeft bij brief met dagtekening 17 juli 2019 gereageerd op voornoemde brief. Belanghebbende heeft hier vervolgens op gereageerd bij brief met dagtekening 31 juli 2019.
Belanghebbende heeft voorafgaande aan het nadere onderzoek ter zitting een nader stuk ingediend. Dit stuk is in afschrift verstrekt aan de wederpartij.
Het nadere onderzoek ter zitting heeft plaatsgehad op 15 augustus 2019 te ’s-Hertogenbosch. Aldaar zijn toen verschenen en gehoord namens belanghebbende, [X] , vergezeld van zijn gemachtigde, [gemachtigde] , alsmede, namens de Inspecteur, [inspecteur 1] , [inspecteur 2] , [inspecteur 4] , [inspecteur 5] en [inspecteur 6] .
De Inspecteur heeft op deze zitting een pleitnota voorgedragen en exemplaren daarvan overgelegd aan het Hof en aan de wederpartij. Belanghebbende heeft geen bezwaar gemaakt tegen overlegging van de bij de pleitnota behorende bijlage.
Het Hof heeft aan het einde van de zitting van 15 augustus 2019 het onderzoek gesloten.
Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift aan partijen is verzonden.
2 Feiten
Belanghebbende is opgericht op [datum] 2010. Het aandelenkapitaal van belanghebbende is volledig in handen van [BV] . Enig aandeelhouder en directeur van [BV] is [X] .
De activiteiten van belanghebbende bestaan uit de verzorging van de administratieve organisatie ten behoeve van:
(i) de aanvraag van onder meer een visum en een tewerkstellingsvergunning (hierna: TWV) voor koks uit China;
(ii) de verlenging van een TWV van reeds in Nederland werkzame koks uit China en;
(iii) de overname van een kok van een restaurant uit een EU-land, waaronder Nederland.
Belanghebbende rekent voor de aanvraag van een TWV € 1.750 exclusief btw. Voor dat bedrag regelt belanghebbende de melding bij het UWV, het plaatsen van advertenties, het melden bij de Chinese autoriteiten (o.a. [Corporation Z] ), het verzamelen van alle benodigde stukken in China en Nederland, het aanvragen van visa en TWV en eventuele bezwaarprocedures bij afwijzing van aanvragen. De opdrachtgevers van belanghebbende zijn in Nederland gevestigde Chinese restauranthouders.
Belanghebbende had tot en met september 2012 geen werknemers. Vanaf oktober 2012 heeft belanghebbende twee werknemers.
Tot de administratie van belanghebbende behoren facturen die afkomstig zijn van [A BV] Deze facturen hebben betrekking op de periode van 1 januari 2010 en met september 2011, vertegenwoordigen een totaalbedrag van € 446.200 en zijn door belanghebbende betaald. Deze facturen hebben volgens de eigenaar van [A BV] betrekking op het verzorgen van stukken die Chinese koks die in Nederland willen werken nodig hebben, zoals een koksboekje, een uittreksel uit het geboorteregister, een akte van de notaris, een visumaanvraag en de aanvraag van een TWV.
Belanghebbende heeft op 18 juli 2010 een overeenkomst met [een Chinese Ltd A] (hierna: [A] ) gesloten. Hierin is (kort gezegd) overeengekomen dat [A] aan belanghebbende de volgende diensten verleent: (a) contact met potentiële kandidaten en advies met betrekking tot de benodigde documenten, (b) regelen van alle noodzakelijk documenten voor de Nederlandse ambassade en overige noodzakelijke documentatie, (c) het elektronisch verstrekken van deze documentatie aan belanghebbende binnen 8 weken en melding maken in geval van vertraging, (d) op verzoek of periodiek verstrekken van informatie over de door [A] verrichte inspanningen. Het overeengekomen tarief voor deze werkzaamheden bedraagt $ 1.470 (vanaf mei 2011: $ 1.485) per kandidaat, te betalen binnen 30 dagen “after confirmation of honored Visa application”.
Op de facturen die [A] aan belanghebbende heeft uitgereikt, staat – voor zover hier van belang – de volgende informatie:
"(...) Description:
Personnel application documentation
Application details included
[een Chinese Ltd A] – [adres] – Hong Kong Central (...) "
Alle facturen vermelden het aantal "applications" en zijn voorzien van bijlagen waarin opvolgend genummerd een lijst staat met codes en de namen en geboortedata van de personen op wie de ''applications'' betrekking hebben. Het door [A] per "application" gefactureerde bedrag bedraagt $ 1.470 (vanaf 31 mei 2011 wordt $ 1.485 gerekend per aanvraag).
[A] heeft in de periode van 8 juli 2010 tot en met 31 december 2011 (het verlengde boekjaar) facturen aan belanghebbende uitgereikt tot een bedrag van in totaal € 1.207.387. De bijlagen bij deze facturen vermelden in totaal 1.134 namen.
Alle voormelde facturen zijn betaald.
Belanghebbende heeft aangifte VPB 2010/2011 gedaan naar een belastbaar bedrag van negatief € 27.119. Daarbij heeft belanghebbende het met betrekking tot de van [A] afkomstige facturen betaalde bedrag van € 1.207.387 in aftrek gebracht. Met dagtekening 1 september 2012 is de primitieve aanslag VPB 2010/2011 vastgesteld naar een belastbaar bedrag van € 27.119 negatief, alsmede een verliesbeschikking tot eenzelfde bedrag.
Op 3 september 2012 is een boekenonderzoek aangekondigd naar (onder meer) de aanvaardbaarheid van de aangifte VPB 2010/2011.
De bevindingen van het boekenonderzoek zijn vastgelegd in het rapport van 4 augustus 2014. Dit rapport is bij brief van 4 augustus 2014 aan belanghebbende verzonden. Volgens het rapport is niet aangetoond dat de in de aangifte VPB 2010/2011 in aftrek gebrachte kosten van € 1.207.387 daadwerkelijk zijn gemaakt ten behoeve van belanghebbende en moet deze aftrek worden gecorrigeerd. In het rapport wordt tevens aangegeven dat uit de vermogensvergelijking 2011/2012 verder volgt dat sprake is van een vermogenssprong van
€ 75.508. Naast de kostencorrecties is ook dit bedrag gecorrigeerd. In het rapport wordt voorts een vergrijpboete aangekondigd van 75% vanwege (voorwaardelijke) opzet en listigheid. Deze boete is in de begeleidende brief van 4 augustus 2014 nader toegelicht.
Bij brief van 29 september 2014 heeft de Inspecteur de onder 1.1 genoemde (navorderings)aanslagen en vergrijpboeten aangekondigd onder verwijzing naar de brief van 4 augustus 2014.
In de bezwaarfase is door de Belastingdienst aan de gemachtigde van belanghebbende met dagtekening 25 augustus 2015 een e-mail gestuurd met daarbij een bijlage met de naam “nota’s [A] gekoppeld aan [G] gegevens.xcl”. Deze bijlage betreft een Excel bestand waarin een overzicht is opgenomen van alle namen die staan vermeld op de bijlagen bij de facturen van [A] over het jaar 2011. In totaal gaat het om 1.131 namen van koks. Achter de gegevens van diverse koks staat de opmerking “VVR Verlenging” of “Wijziging beperking”.
In de kennisgeving uitspraak op bezwaar van 12 oktober 2015 concludeert de Inspecteur tot omkering en verzwaring van de bewijslast voor het boekjaar 2010/2011, omdat de vereiste aangifte niet zou zijn gedaan. Bij deze kennisgeving is een overzicht gevoegd waarop een opsomming is gegeven van de namen, die meer dan één maal voorkwamen op het overzicht van het onder 2.14 genoemde Excel bestand.
3 Geschil en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de volgende vragen:
-
Is er reden voor omkering en verzwaring van de bewijslast?
-
Is terecht en tot het juiste bedrag afgeweken van de aangifte van belanghebbende?
-
Is de vergrijpboete terecht en - na vermindering door de Rechtbank - naar het juiste bedrag opgelegd?
-
Heeft belanghebbende recht op vergoeding van de werkelijke proceskosten?
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en van de uitspraken op bezwaar, vernietiging van de navorderingsaanslag, de beschikking belastingrente en de boetebeschikking. De Inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de Rechtbank.