Home

Rechtbank Midden-Nederland, 24-11-2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:6292, 16.099372.21

Rechtbank Midden-Nederland, 24-11-2025, ECLI:NL:RBMNE:2025:6292, 16.099372.21

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
24 november 2025
Datum publicatie
24 november 2025
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2025:6292
Zaaknummer
16.099372.21

Inhoudsindicatie

De rechtbank verklaart de officier van justitie deels niet-ontvankelijk in de vervolging. Gelet op de verjaringstermijnen is het recht tot strafvervolging door verjaring komen te vervallen ten aanzien van de gehele periode van de verduistering en ten aanzien van de gekwalificeerde diefstal voor zover die is gepleegd vóór 27 juli 2012.

De rechtbank spreekt de verdachte vrij van de gekwalificeerde diefstal voor de overige ten laste gelegde periode.

De rechtbank verklaart de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in de vordering.

Uitspraak

Strafrecht

Zittingsplaats: Utrecht

Parketnummer: 16.099372.21

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudig kamer van 24 november 2025 in de strafzaak van:

[verdachte] ,

geboren op [1961] in [geboorteplaats] ,

ingeschreven op het adres [adres] in [woonplaats] ,

hierna: de verdachte.

1 Zitting

De strafzaak van de verdachte is inhoudelijk behandeld op de openbare zitting van

10 november 2025.

Op de zitting waren aanwezig:

-

de verdachte;

-

de officier van justitie: mr. S. Mirshahi;

-

de advocaat van de verdachte: mr. R.J. Baumgardt;

-

de benadeelde partij: [benadeelde 1] ;

-

de advocaat van de benadeelde partij: mr. J.P. van Barneveld.

2 Inleiding

De verdachte was sinds 2010 mantelzorger van haar oom [oom] (hierna: [oom] ) en haar tante [tante] (hierna: [tante] ). Vanaf 2010 woonde [tante] in verzorgingstehuis [verzorgingshuis] en vanaf zomer 2012 woonde [oom] in verpleeghuis [verzorgingshuis] .

Op 19 december 2012 hebben [oom] en [tante] aan de verdachte een notariële volmacht gegeven om hun financiële belangen te behartigen. De verdachte kreeg daarbij de beschikking over de bankrekeningen en de bijbehorende bankpassen van haar oom en tante. De volmacht kende een aantal beperkingen.

[oom] en [tante] hadden één zoon, [zoon] . [zoon] is overleden op [2013] . [zoon] had twee zonen, [benadeelde 2] en [benadeelde 1] (hierna [benadeelde 2] en [benadeelde 1] ).

[oom] is op [2015] overleden. Zijn kleinzonen [benadeelde 2] en [benadeelde 1] waren, samen met hun oma [tante] , de erfgenamen van [oom] .

Op 25 maart 2016 hebben [benadeelde 2] en [benadeelde 1] aangifte gedaan van verduistering (misbruik maken van een wettelijke volmacht) door de verdachte. De verdachte zou, samen met haar toenmalige partner en tevens medeverdachte [medeverdachte] , grote geldbedragen van hun opa en oma hebben uitgegeven, zonder daartoe gerechtigd te zijn. De verdachte zou haar beschikkingsbevoegdheid ernstig misbruikt hebben door in strijd met de verkregen volmacht meerdere schenkingen aan zichzelf en aan derden te doen, meerdere geldbedragen met als omschrijving ‘lening’ aan zichzelf over te maken, betalingen te doen die ten gunste van verdachte [verdachte] zelf kwamen en vele contante geldopnames hebben verricht.

De verdachte erkent dat zij overboekingen heeft gedaan van de rekeningen van [oom] en [tante] en dat zij grote bedragen van de rekeningen van [oom] en [tante] heeft gepind, maar zij stelt dat zij dit met toestemming van haar oom heeft gedaan. Het grootste deel van het geld is naar de verbouwing van het restaurant en hotel van medeverdachte [medeverdachte] in Turkije gegaan. [oom] is overleden op [2016] .

De verdachte is op 17 juli 2018 door de politie aangehouden voor verhoor en op 10 juni 2021 heeft het Openbaar Ministerie de verdediging laten weten de verdachte te zullen dagvaarden voor de meervoudige kamer. Op 27 juli 2024 is de dagvaarding aan de verdachte betekend.

3 Tenlastelegging

De officier van justitie beschuldigt de verdachte ervan dat zij, samengevat:

Feit 1: primair

zich in de periode van 8 augustus 2012 tot en met 6 oktober 2017 in Houten/ Leerdam/Utrecht, samen met een ander, schuldig heeft gemaakt aan diefstal van in totaal € 239.439,59 van [oom] en [tante] (of hun erfgenamen) door onbevoegd gebruik te maken van wachtwoorden en codes (bestaande uit digitale bankoverschrijvingen en/of overboekingen en/of elektronische betalingen naar o.a. de eigen rekening van verdachteen/of naar de rekening van [medeverdachte] en/of naar de rekening van [A] en/of naar [bedrijf] te Nieuwegein en/of naar het CJIB);

subsidiair is dit ten laste gelegd als verduistering in vereniging;meer subsidiair is dit ten laste gelegd als medeplichtigheid aan het onder 1 primair (gekwalificeerde diefstal) ten laste gelegde;meest subsidiair is dit ten laste gelegd als medeplichtigheid aan het onder 1 subsidiair tenlastegelegde (verduistering);

Feit 2: primair

zich in de periode van 1 januari 2010 tot en met 6 oktober 2017 te Houten/ Leerdam/ Utrecht/Vianen, samen met een ander, schuldig heeft gemaakt aan diefstal van in totaal € 230.823,17 van [oom] en [tante] (of hun erfgenamen), door onbevoegd gebruik van bankpassen (bestaande uit geldopnames en/of pinbetalingen bij o.a. Holland Casino en/of Mediamarkt en/of DMG Meubelen);

subsidiair is dit ten laste gelegd als verduistering in vereniging;meer subsidiair is dit ten laste gelegd als medeplichtigheid aan het onder 2 primair (gekwalificeerde diefstal) ten laste gelegde;meest subsidiair is dit ten laste gelegd als medeplichtigheid aan het onder 2 subsidiair ten laste gelegde (verduistering).

De volledige tekst van de beschuldiging staat in bijlage I bij dit vonnis.

4 Geldigheid van de dagvaarding

5 Ontvankelijkheid van de officier van justitie

6 Vrijspraak

7 Vordering benadeelde partij

8 De beslissing