Home

Rechtbank Rotterdam, 26-11-2014, ECLI:NL:RBROT:2014:10503, C/10/448085 / HA ZA 14-369

Rechtbank Rotterdam, 26-11-2014, ECLI:NL:RBROT:2014:10503, C/10/448085 / HA ZA 14-369

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
26 november 2014
Datum publicatie
22 december 2014
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2014:10503
Zaaknummer
C/10/448085 / HA ZA 14-369

Inhoudsindicatie

Invordering van buitenlandse belastingschulden. EU Richtlijn 2010/24 van 16 maart 2010. Wet wederzijdse bijstand in de EU bij invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen 2012.

Verzetsprocedure tegen de tenuitvoerlegging van een dwangbevel tot invordering van Engelse belastingaanslagen. Verzwaarde stelplicht t.a.v. de twijfelachtigheid van de materiële verschuldigdheid van de aanslagen.Beroep op verjaring van de belastingaanslagen is een materieel verweer tegen de aanslagen. Ook dit dient te worden beoordeeld door de daartoe bevoegde Engelse autoriteiten.

Uitspraak

vonnis

Team handel

zaaknummer / rolnummer: C/10/448085 / HA ZA 14-369

Vonnis van 26 november 2014

in de zaak van

[eiseres] ,

wonende te [woonplaats],

opposant,

advocaat mr. R.A.U. Juchter van Bergen Quast,

tegen

ONTVANGER VAN DE BELASTINGDIENST RIJNMOND

gevestigd te Rotterdam,

geopposeerde,

advocaat mr. J.C.G. Vestjens.

Partijen zullen hierna Van [eiseres] en de Ontvanger genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het tussenvonnis van 2 juli 2014, en de daarin genoemde processtukken;

-

het proces-verbaal van de comparitie na antwoord van 16 oktober 2014;

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Van [eiseres] woonde in de periode 2002-2010 in Derby, het Verenigd Koninkrijk. Haar partner was ondernemer. In 2010 is Van [eiseres] naar Nederland teruggekeerd, nadat haar relatie was verbroken.

2.2.

De bevoegde Engelse autoriteit heeft op 26 september 2012 de Nederlandse Staat verzocht om drie aanslagen inkomens- en vermogensbelasting over de periode 2003-2006 in te vorderen op grond van de EU Richtlijn 2010/24 van 16 maart 2010 (de Richtlijn).

In de bij het verzoek gevoegde uniforme titels (productie 1 bij conclusie van antwoord) staat het volgende:

Uniforme titel voor het nemen van executiemaatregel ten aanzien van schuldvorderingen waarop richtlijn 2010/24/EU van toepassing is.

Datum van afgifte: 2012/09/27

Referentie: [referentie]

EU-lidstaat waar dit document is afgegeven: Verenigd Koninkrijk

Iedere EU-lidstaat kan de andere EU-lidstaten verzoeken om bijstand bij invordering van niet-betaalde schuldvorderingen als bedoeld in artikel 2 van Richtlijn 2010/24/EU van de Raad van

16 maart 2010. De Richtlijn is vastgesteld door de Raad van de Europese Unie op 16 maart 2010 en dient te worden toegepast in alle lidstaten van de EU.

De door de aangezochte lidstaat genomen invorderingsmaatregelen, zijn gebaseerd op:

– een uniforme titel van het nemen van executiemaatregelen in overeenstemming met artikel 12 van deze richtlijn.

Dit document is de uniforme executoriale titel. Deze titel heeft betrekking op de hieronder vermelde schuldvordering(en), die nog niet is (zijn) voldaan in de verzoekende lidstaat (Verenigd Koninkrijk). De oorspronkelijke titel voor het nemen van executiemaatregelen ten aanzien van deze schuldvordering)en) is genotificeerd voor zover dit vereist is krachtens de nationale wetgeving van de verzoekende lidstaat (Verenigd Koninkrijk). Geschillen in verband met de schuldvordering(en) vallen onder de bevoegdheid van de bevoegde instanties van de verzoekende lidstaat (Verenigd Koninkrijk), in overeenstemming met artikel 14 van de Richtlijn 2010/24/EU. Zij moeten bij deze instanties aanhangig worden gemaakt in overeenstemming met de procedure- en taalregels die van toepassing zijn in de verzoekende lidstaat (Verenigd Koninkrijk).

Beschrijving van de schuldvordering(en) en van de betrokken perso(o)n(en).

Identificatie schuldvordering 1

1. Referentie: [referentie]

2. Soort van betrokken schuldvordering(en): d) belastingen naar inkomen of vermogen

3. Naam van de belasting/het recht: Direct tax – self assessment

4. Tijdvak of datum: 2003/04/06 – 2004/04/05

5. Datum vaststelling van de schuldvordering: 2008/11/05

6. Datum waarop executie mogelijk wordt: 2008/12/04

7. Openstaande bedrag van de schuldvordering: Nog verschuldigd

(…) (…) (…)

Totale bedrag voor deze schuldvordering: GBP 80407,01 EUR 100912,41

8. (…)

9. Nadere informatie over de schuldvordering:

De instantie die verantwoordelijk is voor de vaststelling van de schuldvordering:

Naam: Her Majesty’s Revenu and Customs, MARD Team

Straat en nummer: Centenary Court, 1st Blaise Way

Postcode en plaatsnaam:[adres]

Lidstaat: GB – Verenigd Koninkrijk

Telefoon: [telefoonnummer]

10. Nadere informatie over de schuldvordering of de mogelijkheden tot betwisting van de betalingsverplichting kan worden verkregen bij: de hierboven genoemde instantie

Identificatie van de betrokken perso(o)n(en) in de nationale executoriale titel(s):

Natuurlijke persoon

Voorna(a)m(en): [eiseres]

Achternaam: Van [eiseres]

Geboortedatum: [geboortedatum]

Fiscaal identificatienummer: [referentie]

Adres: vermoedelijk

Straat en nummer: [adres]

Nadere adresgegevens: [adres]

Postcode en plaatsnaam: [adres]

Lidstaat: NL – Nederland

Aansprakelijkheidsgrond: hoofdschuldenaar

(…)

Identificatie schuldvordering 2

1. Referentie: [referentie]

2. Soort van betrokken schuldvordering(en):

d) belastingen naar inkomen of vermogen

g) nationale belastingen en rechten op onroerende goederen, andere dan bovengenoemde

l) andere fiscale vorderingen

3. Naam van de belasting/het recht: Direct tax – self assessment

4. Tijdvak of datum: 2004/04/06 – 2005/04/05

5. Datum vaststelling van de schuldvordering: 2008/06/12

6. Datum waarop executie mogelijk wordt: 2008/07/11

7. Openstaande bedrag van de schuldvordering: Nog verschuldigd

(…) (…) (…)

Totale bedrag voor deze schuldvordering: GBP 83247,68 EUR 104477,51

(…)

Identificatie schuldvordering 3

1. Referentie: [referentie]

2. Soort van betrokken schuldvordering(en):

d) belastingen naar inkomen of vermogen

3. Naam van de belasting/het recht: Direct tax – self assessment

4. Tijdvak of datum: 2005/04/06 – 2006/04/05

5. Datum vaststelling van de schuldvordering: 2012/03/07

6. Datum waarop executie mogelijk wordt: 2012/04/06

7. Openstaande bedrag van de schuldvordering: Nog verschuldigd

(…) (…) (…)

Totale bedrag voor deze schuldvordering: GBP 81800,03 EUR 102660,68

(…)

2.3.

Op 24 mei 2013 heeft de Central Liaison Office (CLO) namens de Ontvanger een dwangbevel aan Van [eiseres] uitgevaardigd (productie 1 bij dagvaarding), die op 9 juli 2013 op kosten van Van [eiseres] aan haar is betekend.

3 Het geschil

3.1.

Van [eiseres] vordert dat de rechtbank:

-

zal verklaren voor recht dat Van [eiseres] goed opposant is tegen het uitgevaardigde en eventueel uit te vaardigen dwangbevelen ten aanzien van aanslagen inkomsten- en vermogensbelasting / premieheffing 2003-2004, 2004-2005, 2005-2006 en dat deze geen rechtswerking hebben;

-

zal verklaren voor recht dat de Ontvanger door het uitvaardigen van het dwangbevel onrechtmatig heeft gehandeld jegens Van [eiseres] en aansprakelijk is voor de daardoor aan de zijde van Van [eiseres] ontstane schade, op te maken bij staat;

-

de Ontvanger zal veroordelen in de proceskosten.

3.2.

Van [eiseres] legt aan haar vorderingen het navolgende ten grondslag. In de eerste plaats stelt zij zich op het standpunt dat de materiële verschuldigdheid van de Engelse aanslagen zo twijfelachtig zijn –zij herkent de bedragen niet en de aanslagen zijn niet onderbouwd– dat de Ontvanger in redelijkheid niet tot de beslissing heeft kunnen komen om tot tenuitvoerlegging van het dwangbevel over te gaan. In de tweede plaats stelt zij dat de Ontvanger daarbij in strijd heeft gehandeld met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, meer in het bijzonder het zorgvuldigheidsbeginsel en het motiveringsbeginsel en daarmee onrechtmatig heeft gehandeld jegens Van [eiseres]. De Ontvanger heeft haar geen inzicht gegeven in de aanslagen, ondanks dat de advocaat van Van [eiseres] daarom heeft verzocht. Voorts beroept Van [eiseres] zich op verjaring van de bestreden belastingaanslagen.

3.3.

De Ontvanger voert verweer en concludeert dat het verzet van Van [eiseres] ongegrond is. Van [eiseres] had zich moeten wenden tot de bevoegde Engelse autoriteit. De uniforme executoriale titels zijn door de Nederlandse Staat automatisch erkend en ten uitvoer gelegd. Bovendien is het verzet op grond van artikel 17 lid 3 IW niet mogelijk, omdat het is gericht tegen de belastingaanslagen. De verjaringsvraag moet worden beantwoord door de bevoegde Engelse autoriteit volgens het geldend Engels recht. Indien Nederlands recht van toepassing is, dan is de verjaringstermijn door het uitgevaardigde dwangbevel ingevolge artikel 4:104 Awb gestuit. De ongegrondheid van het verzet dient uitvoerbaar bij voorraad te worden verklaard, zodat de schorsende werking van het verzet niet herleeft indien een rechtsmiddel tegen het vonnis wordt aangewend, met veroordeling van Van [eiseres] in de proceskosten.

4 De beoordeling

5 De beslissing