Er is een Dienst voor het kadaster en de openbare registers. De Dienst is werkzaam in het Europese deel van Nederland en in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Hij bezit rechtspersoonlijkheid en is gevestigd te Apeldoorn.
Organisatiewet Kadaster
Organisatiewet Kadaster
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Rijksdienst van het Kadaster en de Openbare Registers te verzelfstandigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Hoofdstuk 1. Algemeen
Artikel 1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
bestuur: bestuur als bedoeld in artikel 3;
Dienst: Dienst voor het kadaster en de openbare registers als bedoeld in artikel 2;
kamer: rechtszekerheidskamer of geoinformatiekamer als bedoeld in artikel 16, tweede lid;
Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
raad van toezicht: raad van toezicht als bedoeld in artikel 3.
Artikel 2
De Dienst is belast met de hem bij of krachtens de Kadasterwet, de Kadasterwet BES of andere wetten opgedragen taken.
De Dienst kan andere werkzaamheden verrichten dan die, voortvloeiend uit de in het tweede lid bedoelde taken, indien die werkzaamheden:
bijdragen aan de doelmatigheid van de uitoefening van de in het tweede lid bedoelde taken;
bijdragen aan een betere benutting van de ten behoeve van de uitoefening van de in het tweede lid bedoelde taken bij de Dienst aanwezige bedrijfsmiddelen; of
worden verricht namens een of meer van Onze Ministers en naar hun aard en strekking aansluiten bij de in het tweede lid bedoelde taken, zolang deze werkzaamheden een goede uitoefening van de in het tweede lid bedoelde taken niet belemmeren.
Het bestuur kan in het kader van internationale samenwerking of op verzoek van een of meer van Onze ministers of een ander bestuursorgaan de bij de Dienst in het kader van de uitoefening van zijn taken als bedoeld in het tweede lid aanwezige specifieke deskundigheid in beperkte mate en voor een beperkte tijdsduur ter beschikking stellen aan een internationale organisatie of instelling, een regering of instelling van een andere staat of aan een bestuursorgaan. Het bestuur kan aan die terbeschikkingstelling voorwaarden verbinden.