Home

Wet personenvervoer 2000

Geldig vanaf 1 januari 2024
Geldig vanaf 1 januari 2024

Wet personenvervoer 2000

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-2024]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op het bevorderen van een betere afstemming van het aanbod van personenvervoer op de vraag, alsmede het bevorderen van periodieke betwistbaarheid in het regionaal openbaar vervoer wenselijk is om nieuwe regels te stellen omtrent het openbaar vervoer, het besloten busvervoer en het taxivervoer;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Algemene bepalingen

§ 1. Definities

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • auto: personenauto op ten minste vier wielen, zoals nader omschreven bij ministeriële regeling, ingericht voor het vervoer van ten hoogste acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen;

  • Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt;

  • besloten busvervoer: personenvervoer per bus, niet zijnde openbaar vervoer;

  • betaaldienst: betaaldienst in de zin van de Wet op het financieel toezicht;

  • betaaldienstverlening in het openbaar vervoer: samenstel van betaaldiensten en andere diensten dat de betaalwijzen ondersteunt;

  • betaalwijze: elke manier om te kunnen voldoen aan de betalingsverplichting voor het openbaar vervoer;

  • bus: motorrijtuig, al dan niet voorzien van een aanhangwagen, ingericht voor het vervoer van meer dan acht personen, de bestuurder daaronder niet begrepen;

  • communautaire vergunning: vergunning als bedoeld in artikel 4 van verordening 1073/2009/EG;

  • concessie: recht om met uitsluiting van anderen openbaar vervoer te verrichten in een bepaald gebied gedurende een bepaald tijdvak;

  • concessiehouder: vergunninghoudende vervoerder aan wie een concessie is verleend;

  • concessieverlener: het tot verlening van een concessie bevoegde gezag, bedoeld in artikel 20;

  • dienstregeling: voor een ieder kenbaar schema van reismogelijkheden waarin zijn aangeduid de halteplaatsen waartussen en de tijdstippen waarop openbaar vervoer wordt verricht, zo nodig onder de vermelding of de halteplaatsen of de tijdstippen door de reiziger kunnen worden beïnvloed;

  • doorgaand ticket: doorgaand ticket als bedoeld in artikel 3, onderdeel 35, van richtlijn 2012/34/EU;

  • elektronisch vervoerbewijs: bewijs dat toegang geeft tot en voorziet in betaling voor het gebruik van openbaar vervoer door elektronische registratie van de reis of een deel daarvan;

  • hogesnelheidspassagiersvervoer: hogesnelheidspassagiersvervoer als bedoeld in artikel 3, onderdeel 36, van richtlijn 2012/34/EU;

  • internationale passagiersvervoerdienst: een passagiervervoerdienst als bedoeld in artikel 3, onderdeel 5, van richtlijn 2012/34/EU;

  • Onze Minister: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu;

  • openbaar vervoer: voor een ieder openstaand personenvervoer volgens een dienstregeling met een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig;

  • richtlijn 2012/34/EU: richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte (PbEU 2012, L 343/32);

  • taxivervoer: personenvervoer per auto tegen betaling, niet zijnde openbaar vervoer;

  • verordening (EU) nr. 181/2011: verordening (EU) nr. 181/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 (PbEU 2011, L 55);

  • verordening 1071/2009/EG: verordening (EG) nr. 1071/2009 van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorwaarden waaraan moet zijn voldaan om het beroep van wegvervoerondernemer uit te oefenen en tot intrekking van Richtlijn 96/26/EG van de Raad (PbEU L 300);

  • verordening 1073/2009/EG: verordening (EG) nr. 1073/2009 van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2009 (PbEU L 300);

  • verordening (EG) 1370/2007: verordening nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2007 betreffende het openbaar personenvervoer per spoor en over de weg en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad en Verordening (EEG) nr. 1107/70 van de Raad (PbEU 2007, L 315);

  • verordening 1371/2007/EG: verordening nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer (PbEU L 315);

  • vervoerder: degene die openbaar vervoer of besloten busvervoer verricht, niet in de hoedanigheid van bestuurder van een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig;

  • vervoersmanager: vervoersmanager als bedoeld in artikel 2 van verordening 1071/2009/EG.

§ 2. Werkingssfeer

Artikel 2

Artikel 3

§ 3. Uitvoering verordening 1071/2009/EG en verordening 1073/2009/EG

Artikel 3a

Artikel 4

Artikel 4a

Artikel 4b

Artikel 5

Artikel 5a

Artikel 5b

Artikel 5c

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10 [Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 11 [Vervallen per 29-06-2013]

§ 4. Algemene verplichtingen

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 14a

Artikel 14b

§ 5. Taken van de Autoriteit Consument en Markt

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17 [Vervallen per 01-01-2011]

Artikel 18 [Vervallen per 01-04-2013]

Hoofdstuk II. Concessies voor openbaar vervoer

§ 1. Concessieplicht

Artikel 19

Artikel 19a

Artikel 19b

Artikel 19c

Artikel 19d [Vervallen per 07-03-2019]

§ 2. Concessieverlening

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 27a

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 29a

§ 3. Uitvoering van een concessie

Artikel 30

Artikel 30a

Artikel 30b

Artikel 30c

Artikel 30d

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 32a

Artikel 32b

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 34a

Artikel 35

Artikel 35a

§ 4. Overgang, beëindiging en overdracht van een concessie

Artikel 36

Artikel 36a

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 43a

Artikel 43b

Artikel 43c

Artikel 43d

Hoofdstuk III. Bepalingen inzake de aanbesteding en verlening van concessies

§ 1. Algemene bepalingen inzake verlening van concessies

Artikel 44

Artikel 45

Artikel 46

Artikel 47 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 48 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 49

Artikel 50

§ 2. De verklaring van geen bezwaar

Artikel 51 [Nog niet in werking]

Artikel 52 [Nog niet in werking]

Artikel 53 [Nog niet in werking]

Artikel 54

Artikel 55 [Nog niet in werking]

§ 3. De procedure tot afgifte van de verklaring van geen bezwaar

Artikel 56

Artikel 57 [Nog niet in werking]

Artikel 58 [Nog niet in werking]

Artikel 59 [Nog niet in werking]

Artikel 60

§ 4. Bepalingen inzake de aanbesteding van concessies

Artikel 61

Artikel 62

Artikel 63

§ 4a. Uitzonderingen op de aanbesteding van concessies

Artikel 63a

§ 4b. Bepalingen inzake reciprociteit, gescheiden boekhouding en prestatievergelijking

Artikel 63ab

Artikel 63b

Artikel 63c

§ 5. Bijzondere bepalingen inzake door Onze Minister te verlenen concessies

Artikel 64

Artikel 65

Artikel 66

Artikel 66a

Artikel 67

Artikel 68

§ 6. [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 69 [Vervallen per 01-01-2013]

Hoofdstuk IV. Bepalingen voor gebruikers van voorzieningen van het openbaar vervoer

Artikel 70

Artikel 71

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Hoofdstuk V. Taxivervoer

§ 1. Vergunning

Artikel 75

Artikel 76

Artikel 76a

Artikel 76b

Artikel 76c

Artikel 76d

Artikel 76e

§ 2. Geschillen en klachten

Artikel 77

Artikel 78

§ 3. Verplichtingen betreffende bestuurders en voertuigen taxivervoer

Artikel 79

Artikel 80

§ 4. Tarieven

Artikel 81

§ 4a. Vervoerbewijzen

Artikel 81a

§ 5. Gemeentelijke bevoegdheden

Artikel 82

Artikel 82a

Artikel 82b

Artikel 82c

Hoofdstuk VI. Internationaal vervoer

Artikel 83

Artikel 84 [Vervallen per 01-10-2011]

Artikel 85 [Vervallen per 01-10-2011]

Artikel 86 [Vervallen per 01-10-2011]

Hoofdstuk VII. Handhaving

§ 1. Toezicht en opsporing

Artikel 87

Artikel 88

Artikel 89

Artikel 90

Artikel 91

Artikel 92

§ 2. Dwang- en strafbepalingen

Artikel 93

Artikel 93a

Artikel 94

Artikel 95

Artikel 96

Artikel 96a

Artikel 97

Artikel 98

Artikel 99

Artikel 100

Artikel 101

Artikel 102

Artikel 103

Hoofdstuk VIII. Overige bepalingen

§ 1. Bepalingen van verschillende aard

Artikel 104

Artikel 105 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 106

Artikel 107

Artikel 108

Artikel 109 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 110

Artikel 110a

§ 2. Overgangsbepalingen

Artikel 111

Artikel 112 [Vervallen per 01-01-2010]

Artikel 113

Artikel 114 [Vervallen per 01-01-2010]

Artikel 115

Artikel 116

Artikel 117 [Vervallen per 16-03-2005]

Artikel 118

Artikel 119 [Vervallen per 01-01-2007]

Artikel 120

Artikel 121 [Vervallen per 01-01-2015]

Artikel 121a

Artikel 122

Artikel 123

Artikel 124

Artikel 124a [Vervallen per 31-12-2019]

Artikel 124ab [Vervallen per 31-12-2019]

Artikel 124b [Vervallen per 31-12-2019]

Artikel 124c [Vervallen per 31-12-2019]

Artikel 124d [Vervallen per 31-12-2019]

Artikel 124e [Vervallen per 31-12-2019]

Artikel 124f [Vervallen per 31-12-2019]

§ 3. Wijziging van andere wetten

Artikel 125 [Vervallen per 01-01-2005]

Artikel 126

Artikel 127

Artikel 128

Artikel 129

Artikel 130

Artikel 131

Artikel 132

Artikel 133

Artikel 134

Artikel 135

Artikel 136

Artikel 137

Artikel 138

Artikel 139

Artikel 140

Artikel 141

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 142

Artikel 143

Artikel 144