Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-06-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:3676, 23/2201 en 23/2202
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 17-06-2025, ECLI:NL:GHARL:2025:3676, 23/2201 en 23/2202
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 17 juni 2025
- Datum publicatie
- 27 juni 2025
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2023:4534, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 23/2201 en 23/2202
- Relevante informatie
- Art. 4.3 Wet IB 2001, Art. 4.6 Wet IB 2001, Art. 4.15 Wet IB 2001, Art. 4.43 Wet IB 2001, Art. 16 AWR, Art. 69 AWR
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Dividenduitkeringen. Aanmerkelijk belang? Economische gerechtigdheid.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummers BK-ARN 23/2201 en 23/2202
uitspraakdatum: 17 juni 2025
Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
en het incidentele hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland (de Rechtbank) van 9 juni 2023, nummers ARN 22/1576 en 22/1577, ECLI:NL:RBGEL:2023:4534, in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is over het jaar 2008 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 54.295 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 350.000. Daarbij is een bedrag aan heffingsrente berekend van € 36.005.
Aan belanghebbende is over het jaar 2010 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 450.000. Daarbij is een bedrag aan heffingsrente berekend van € 36.659.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 14 december 2021 de navorderingsaanslagen IB/PVV 2008 en 2010 en de daarmee samenhangende beschikkingen heffingsrente gehandhaafd.
Belanghebbende is tegen die uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen. De Rechtbank heeft bij uitspraak van 9 juni 2023 de navorderingsaanslag IB/PVV 2008 verminderd tot een belastingaanslag naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 54.295 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 347.815, de navorderingsaanslag IB/PVV 2010 verminderd tot een belastingaanslag naar een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 449.000, de beschikkingen heffingsrente dienovereenkomstig verminderd, en vergoedingen voor immateriële schade, proceskosten en griffierecht toegekend van respectievelijk € 500, € 2.266 en € 50.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Daarbij heeft de Inspecteur incidenteel hoger beroep ingesteld.
Belanghebbende heeft op 27 december 2023 gereageerd op het incidenteel hoger beroep.
De Inspecteur heeft op 26 februari 2024 en 22 mei 2024 nadere stukken ingediend.
Belanghebbende heeft op 4 april 2025 een nader stuk ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 april 2025 te Arnhem. Namens belanghebbende zijn verschenen de advocaten [naam1] en [naam2] . Namens de Inspecteur zijn verschenen [naam3] en [naam4] . De Inspecteur heeft ter zitting een pleitnota voorgedragen en ingebracht. De zaken met de nummers 23/2201, 23/2202 en 25/145 (betreffende de navorderingsaanslag IB/PVV over het jaar 2011) zijn gelijktijdig en gevoegd behandeld. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Op 1 mei 2002 is [naam5] BV opgericht. Belanghebbende is sinds de oprichting tot aan de ontbinding per 1 september 2019 enig bestuurder van [naam5] BV. Tot 25 januari 2007 was belanghebbende enig aandeelhouder van [naam5] BV. Deze vennootschap beschikte over een bankrekening bij [de bank1] in Nederland onder nummer [nummer1] .
Vanaf 25 januari 2007 is [naam6] enig aandeelhouder van [naam5] BV. [naam6] is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk en is opgeheven op 12 januari 2016. [naam6] beschikte over een bankrekening bij [de bank2] met rekeningnummer [nummer2] .
In een door belanghebbende ondertekende ‘service agreement’ van 16 oktober 2008 is belanghebbende als ‘beneficial owner’ van [naam6] aangeduid. In een Nederlandstalige (niet-ondertekende) versie van de ‘service agreement’ is belanghebbende als economische eigenaar van [naam6] aangeduid. In een ‘statement of beneficial ownership’ van [naam7] van 8 september 2011 is belanghebbende als ‘ultimate beneficial owner’ van [naam6] vermeld.
Vanaf 3 augustus 2015 is [naam8] de enig aandeelhouder van [naam5] BV. [naam9] is op 14 januari 2008 naar het recht van de Seychellen opgericht en is gevestigd in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). Van 14 januari 2008 tot 23 april 2008 was belanghebbende gevolmachtigde van [naam9]
Op 24 april 2008 heeft [naam9] een bankrekening bij [de bank3] aangevraagd onder rekeningnummer [nummer3] . Op het aanvraagformulier voor de bankrekening is belanghebbende vermeld als ‘ultimate beneficial owner’. Bij [de bank3] is onder rekeningnummer [nummer4] een bankrekening geopend ten name van [naam10] .
In een door belanghebbende ondertekende ‘service agreement’ van 17 oktober 2008 is belanghebbende als ‘beneficial owner’ van [naam9] aangeduid. Op een formulier van [naam7] van 28 februari 2011 is belanghebbende als ‘beneficial owner’ van [naam9] vermeld.
Op 11 oktober 2005 is [naam11] opgericht. Op een formulier met de naam ‘Orderform for [naam12] to [naam41] ’ is vermeld dat de [naam13] ( [naam13] ), gevestigd te Panama, de aandelen (één aandeel) zal houden in [naam11] , ook gevestigd te Panama. Belanghebbende, zijn vrouw en zijn kinderen zijn als begunstigden op het formulier vermeld. Ook is vermeld dat belanghebbende een ‘general power of attorney’ heeft. Op 15 oktober 2005 heeft [naam13] het aandeel in [naam11] verkregen. [naam11] heeft op 15 oktober 2005 een volmacht afgegeven aan belanghebbende die geldig is tot 15 oktober 2008. In een document met het opschrift ‘Foundation declaration of ownership and benefit from [naam11] ’ is belanghebbende als beneficial owner van [naam13] aangemerkt en is [naam13] vermeld als de aandeelhouder van [naam11] en degene die alle macht en voorrechten van [naam11] bezit.
Per 9 december 2009 is [naam14] formeel aandeelhouder van [naam9] Per 19 januari 2010 is [naam14] formeel aandeelhouder van [naam6] [naam15] is aandeelhouder van [naam14] Belanghebbende is voor 2,5% aandeelhouder van [naam15]
In een ‘declaration of benefit’ van [naam14] met datum 8 september 2011 is onder meer het volgende vermeld:
“(…) FIRST: ASSETS
This declaration is made with respect only to the following specific asset(s), which shall indirectly be part of the Company's assets, and consist of:
100 out of 100 shares (hereinafter referred to as the "Shares") issued by [naam6] incorporated in accordance with the laws of the United Kingdom on 1/19/2006 (hereinafter referred to as the "Subsidiary"), the Shares having a par value of GBP 1 each.
SECOND; BENFICIAL OWNERS
The Beneficial Owner(s) of the Shares referred to in this document is/are: [belanghebbende]
THIRD: DIVIDENDS/BENEFITS
The Company expressly declares it (in-) directly holds the Shares and all its ownership powers and prerogatives. Any dividends and any other benefits arising in respect of the Shares of the Subsidiary shall be paid and/or exercised for the benefit of the above named Beneficial Owner(s) which may from time to time be added or changed by means of a Letter of Wishes.
(…)”
Op bankafschriften van de hiervoor vermelde bankrekeningen van [naam5] BV en [naam6] , en rekeninguittreksels, kwitanties en opdrachtbevestigingen van de bankrekeningen van [naam9] en [naam10] bij [de bank3] zijn onder meer de volgende geldtransacties vermeld:
Datum |
Bedrag |
Van |
Naar |
Omschrijving |
14 okt. 2008 |
€ 175.000 |
[naam5] BV |
[naam6] |
‘Dividend’ |
23 okt. 2008 |
€ 174.000 |
[naam6] |
[naam9] |
‘Interim dividend’ |
30 okt. 2008 |
€ 160.000 |
[naam9] |
Contante opname |
|
5 nov. 2008 |
€ 175.000 |
[naam5] BV |
[naam6] |
‘Interim dividend’ |
14 nov. 2008 |
€ 173.815 |
[naam6] |
[naam9] |
‘Interim dividend’ |
25 nov. 2008 |
€ 174.000 |
[naam9] |
[naam10] |
|
4 dec. 2008 |
€ 174.000 |
[naam10] |
Contante opname |
|
18 nov. 2010 |
€ 450.000 |
[naam5] BV |
[naam6] |
‘Divident’ |
3 dec. 2010 |
€ 449.000 |
[naam6] |
[naam14] |
|
8 dec. 2010 |
€ 449.000 |
[naam14] |
Belanghebbende |
‘Transfer goft’ |
In een brief van [de bank3] van 31 oktober 2008 is onder meer vermeld:
“(…) We would be pleased if you could send by returning fax this agreement duly signed by 3 Directors of the company ( [naam16] , [naam17] as well as you) on the withdrawal made by [belanghebbende] :
Company: [naam9] (A/C / 21840)
Amount EUR 160.000,-
Date 30.10.2008
Please find as attachment 2 invoices concerning [naam6] and [belanghebbende] , may we ask you to return them duly signed by the Directors.”
In een opdrachtbevestiging van [naam10] aan [de bank3] van 25 november 2008 is onder meer het volgende vermeld:
“(…) This fax letter is authorization and order to pay from our account: [nummer4] / [nummer5]
Euro 174000 in cash to [belanghebbende] (…)”
In een brief van 18 november 2010 van belanghebbende aan [naam15] is onder meer het volgende vermeld:
“(…)
Based on the Letter of Wishes, issued by me on 15 September 2010, hereby make a request for a gift from [naam15]
Kindly consider making a gift to [belanghebbende] for the amount of € 449.000 and send it to the following bank account:
[de bank4] account [nummer6]
IBAN: [nummer7]
(…)”
In een brief van 2 december 2010 van [naam15] aan belanghebbende is onder meer het volgende vermeld:
“(…)
You requested us to make a gift to [belanghebbende] in accordance with the Letter of Wishes that you submitted to us earlier. The Board considered the request at a meeting held on 25 November 2010 and has decided to grant your request. Please be advised that the procedure for effecting this gift is now underway.”
Op 17 december 2016 heeft een woningbrand plaatsgevonden op het toenmalige woonadres van belanghebbende te [plaats1] . In het schaderapport van de verzekeraars is opgenomen dat de inboedel nagenoeg volledig verloren is gegaan.
Op 27 mei 2019 is belanghebbende tweemaal verhoord door de FIOD. Van beide verhoren is een proces-verbaal opgemaakt. In het proces-verbaal van het eerste (ochtend)verhoor is onder meer het volgende opgenomen:
V: Wat kunt u vertellen over [naam5] B.V.?
A: "Dat was mijn persoonlijke holding. Sinds 2002."
OV: Wij tonen u een uittreksel van de Kamer van Koophandel van [naam5] B.V. Hierop is toe lezen dat u bestuurder bent sinds oprichtingsdatum 1 mei 2002 en dat u enig aandeelhouder was van 1 mei 2002 tot 25 januari 2007. Per 25 januari 2007 is enig aandeelhouder [naam6] en per 3 augustus 2015 is enig aandeelhouder [naam8] uit Dubai.
V: Wat houdt uw taak als bestuurder in, waarvoor bent u verantwoordelijk?
A: "Ik ben statutair bestuurder en zorg dat de administratie van dat bedrijf wordt verzorgd. "
V: Waarom is [naam5] B.V. verkocht aan [naam6] ?
A: "Dat heeft ermee te maken dat deze entiteit ondergebracht werd in [naam6] . De [naam6] was onderdeel van een zgn. [naam12] to Foundation". lk heb afspraken gemaakt over het opstellen van een [naam12] to Foundation, een Panamese stichting en daar komt dan een [naam12] (aanhechting) aan. U heeft ongetwijfeld een plaatje met entiteiten gevonden op mijn harde schijf. Een soort van kerstboom noemen ze dat? Dit was in een periode dat mijn bedrijf veel opbracht. Dit vermogen had ik zelf niet nodig. Is het dan niet handig dat je dit gebruikt voor bijvoorbeeld familie, voor investeringen in studie, woning e.d. De achterliggende gedachte was dat dit voor dit doel beschikbaar moest zijn voor mijn familie. Daarvoor heb ik advies ingewonnen bij [naam18] [ [naam18] ; Hof]. Inmiddels berucht, volgens de media. Aan dat [naam18] zat de [naam19] verbonden.
V: Wat kunt u ons, zo uitgebreid en specifiek mogelijk, verklaren over de verkoop van [naam5] B.V. aan [naam6] op 25 januari 2007? Is de waarde vastgesteld van [naam5] B.V.?
A: "Dat is toen besproken met [naam20] ." De eigenaar van [naam6] was [naam8] . De eigenaar van [naam8] had ook een eigenaar. Ik kom met mijn wensen pakket bij [naam18] , later [naam19] . Gevraagd of dat allemaal kan. Vervolgens krijg je van [naam19] een advies hoe je dat kan oppakken. Dat is een dienst van hun. Hoe zij dat precies doen met al die bedrijven weet ik niet, daar betaal ik voor. Er wordt bepaald wat de holding waard is dat heeft [naam20] gedaan. Vervolgens spreek je met mensen van [naam19] . De uiteindelijke gerechtigde van [naam6] ben ik zelf.
De UBO van [naam11] dat ben ik. Zo wordt de structuur van [naam19] aangeboden. (…)
NB: V.w.b. De zin "De uiteindelijke gerechtigde van [naam6] ben ik zelf' en De UBO van [naam11] dat ben ik" is [belanghebbende] van mening dat hij UBO is van de bovenste rechtspersoon van de structuur. Volgens de documentatie komt de [naam13] als aandeelhouder naar boven. Kennelijk ben ik dan UBO van [naam13] .
V: Waarom was het de bedoeling dat aandelen overgingen naar [naam8] ?
A: "Dat was omdat de manier van de dienstverlening hierover niet oke was. Er werd niet gecommuniceerd, als ik een vraag stelde als directeur kreeg ik geen antwoord. Dit was in 2015. Later is gebleken dat de topstructuur niet eens meer bestond.
In 2009 is er sprake geweest van een omzetting van de structuur. Toen is [naam6] overgaan naar de [naam14] structuur. Hoe dat precies gaat met de aandelen overdracht e.d. weet ik niet, dat regelen zij. Toen is de structuur/de dienstverlening over gegaan naar Succes by Sharing (de handelsnaam), mijn contactpersoon daar was [naam21] .
Zij hebben die overgang bewerkstelligd. Daar was ik voor 2,5% aandeelhouder van, van [naam15] Dat werd als een alternatieve dienst gedraaid. Dus heb je daar wel weer een vorm van aandeelhouderschap terug. Dat heeft een aantal jaren prima gefunctioneerd. Daar is uiteindelijk ook de hypotheek mee geregeld. Met die structuur hield op een bepaalde dag gewoon op. lk heb nog steeds een paar vragen voor [naam21] , maar ik kan hem niet meer bereiken. De structuur faalde".
In het proces-verbaal van het tweede (middag)verhoor op 27 mei 2019 is onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
V: Heeft u diensten afgenomen van de [naam18] , zo ja, welke en met welk doel?
A: “Ik wilde graag een voorziening treffen voor mijn zakelijke activiteiten dat ten goede zou komen voor investeringen aan mijn familie, na mijn overlijden. Bijvoorbeeld voor studie, studiereizen. Dat was de kern van de vraag. [naam18] vertelde dat mijn activiteiten onderdeel konden worden van een Panamese constructie. In mijn herinnering, nu veertien jaar later is toen gezegd dat je als UBO zelf kan bepalen wie de beschikking heeft over zijn vermogen. Want als je UBO bent dan bepaal je over dat vermogen wat ermee mag gebeuren, maar je kunt ook bepalen als je er zelf niet meer bent wie er dan volgordelijk dan over dat vermogen mag beschikken. En dat is mooi want dat leest als een testament en je hebt het vermogen op een plek gezet waar het ten dienste kan komen van. En zij hebben toen een dienst voorgesteld waarmee je dat kunt operationaliseren.
U vraagt mij: hebben ze ook de juridische gevolgen met u doorgenomen? Ze hebben me uiteraard gewezen op de veranderende rol van aandeelhouder. Eerst was ik aandeelhouder, daarna niet meer. Ze hebben me ook gewezen op de fiscaliteit. Dit zou verder geen gevolgen hebben omdat je dan UBO bent, deze constructie is toegestaan en daardoor had het fiscaal geen consequenties. Destijds werd ik bij [naam18] als cliënt doorverwezen naar [naam19] . Ik weet niet meer wie ik bij [naam18] gesproken heb.”
V: Heeft u diensten afgenomen van de [naam19] , zo ja welke en met welk doel?
A: "Deze structuur en het beheer van de structuur. "
(…)
V: Wat kunt u verklaren over [de bank3] in Luxemburg?
A: “ [de bank3] is een bank waar ik een contante betaling heb opgehaald. Dit was een bedrag van 175.000 euro of 160.000 euro. Ik weet het niet precies: Het was in ieder geval een enorm bedrag.”
V: Wanneer was dat?
A: “Dat was in 2007 of 2008. Ik gok in 2008. Dat kan ik voor u nakijken. Dat geld heb ik later weer afgestort op een bedrijfsrekening.”
(…)
V: Waarom was het nodig de structuur te herzien?
A: [naam19] / [naam21] wees mij op het feit dat per 1 januari 2010 er een vakje bij kwam bij de aangifte IB waar je belangen bij buitenlandse trust zou moeten melden. Met mogelijk fiscale consequenties van dien. De [naam19] had eerder als advies dat er géén fiscale consequenties zou zijn. Ze konden hun toezeggingen/beloften daardoor niet meer waarmaken. Daarop zei meneer [naam21] dat als we de Panama structuur onder brengen bij [naam15] dan hoef je dat vinkje op de IB niet te zetten. Maar natuurlijk wel melden dat je voor 2,5% aandeelhouder bent. Met als bijkomend voordeel dat je ook mee kunt doen in het Succes By Sharing concept. Dat ziet er op als de deelnemers die elkaar kunnen helpen om business te ontwikkelen.
(…)
OV: Het onderzoeksteam van de FIOD heeft naar aanleiding van een rechtshulpverzoek naar Luxemburg stukken ontvangen inzake de rechtspersonen ' [naam10] ' (hierna te noemen [naam10] ) en de ' [naam19] '. [naam10] heeft een bankrekening bij [de bank3] (Luxemburg) S.A. met rekeningnummer [nummer8] . Wij tonen u een kopie van een faxbericht dat op 27 november 2008 gestuurd is door [naam22] van de [naam10] aan [naam23] van [de bank3] . Hierop lezen wij, verbalisanten, dat [naam10] toestemming geeft om van hun account [nummer9] een bedrag van € 174.000 in cash uit te betalen aan [belanghebbende].
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: "Dit is interne mail, maar het correspondeert wel met het bedrag wat ik uitbetaald heb gekregen. Daar heb ik met meneer [naam23] contact over gehad om dat af te spreken. Maar deze interne mail ken ik niet."
V: Waarom nam u contant € 174.000 op van de bankrekening van [naam10] ?
A: "Ja, dat is een goede vraag. Ik was daar absoluut niet blij mee. Als je teruggaat naar de oorspronkelijk doelstelling. Er is mij toegezegd dat elk van de entiteiten (binnen de structuur) een eigen rekening zou krijgen zodat je daar transparant over kunt zijn. Ik heb nooit de beschikking gekregen over bankrekeningen. Zij wilden of konden dat niet via een eigen bankrekening van [naam11] zelf doen. [naam11] heeft nooit een eigen rekening gehad. Dus kan je ook niet elektronisch bankieren. En als alternatief stelden ze me dit voor. Nou ga ik niet met veel plezier met zo'n groot bedrag over straat, maar ik ben er wel in mee gegaan en heb het wel opgehaald."
V: Heeft u iemand ingelicht dat u dat geld ging ophalen?
A: "Nee, ik heb daar niemand over ingelicht en er is niemand met mij mee geweest ik vond het doodeng."
OV: Wij tonen u DOC-009, dit is een ontvangstbewijs van [de bank3] waarop staat vermeld dat van rekening [nummer4] op 4 december 2008 een bedrag van € 174.000,00 is opgenomen. Daarnaast is er een kopie van een paspoort van [belanghebbende] (…). Op de ontvangstbewijs is een handtekening geplaatst bij handtekening cliënt dat grote gelijkenissen vertoont met de handtekening op de bijgevoegde paspoort.
V: Wat kunt u over deze geldopname verklaren?
A: “Dit is ter bevestiging van de opname."
V: Wat kunt u over de herkomst van de contant opgenomen € 174.000 verklaren?
A: "De herkomst komt uiteindelijk van de holding [naam5] B.V. Die heeft dit als dividend uitgekeerd naar [naam6] . In dit geval 175.000 euro. Hoe de verdere geldstromen zijn gelopen weet ik niet. Maar het heeft erin geresulteerd dat ik 174.000 euro van deze rekening contant ter beschikking heb gekregen, er ging namelijk nog fee vanaf. Naar wie de fee ging is mij onbekend. De structuur of [de bank3] of een verdeelsleutel, geen idee".
V: Het geld van [naam5] B.V. is via deze tussenstappen contant opgehaald van de [naam10] rekening. Heeft iemand dit geadviseerd?
A: "Ik wilde dit natuurlijk giraal doen, maar omdat zijn geen rekening konden of wilden verschaffen is dit op deze manier gegaan. Het is mij gezegd het zo te doen, door de organisatie [naam19] ".
OV: Wij tonen u DOC-007 en DOC-005. DOC-007 is een transactieoverzicht over de periode DOC-005 24 november 2008 tot en met 16 december 2008. Hierop is te zien dat op 25 november 2008 een interne overboeking heeft plaatsgevonden van € 174.000. Op 4 december is er kasopname (cash withdrawal) van € 174.000. Bij de onderliggende stukken van de interne overboeking van € 174.000 op 25 november 2008 is te zien dat het geld afkomstig van [de bank3] met rekeningnummer [nummer3] . DOC-005 is een lijst met rekeningnummers van [de bank3] . Op deze lijst staat dat de [naam9] de rekeninghouder is van rekeningnummer [nummer3] .
V: Waarom neemt u contant € 174.000 op van de rekening van [naam10] dat afkomstig is van [naam9] ?
A: "Dat vind ik ook een goede vraag, want ik handel op hun instructies. Dat [naam9] daar een rekening heeft is nieuw voor mij. Terugkijkend had ik dit dus ook giraal kunnen boeken. Nogmaals hier heb ik geen weet van gehad, anders was ik niet met dat geld over straat gegaan."
O: Op 14 oktober 2008 maakt [naam5] BV een bedrag van € 175.000 over op bankrekening [nummer10] van [naam6] met omschrijving Dividend 2007. [naam6] maakt vervolgens een bedrag € 174.191 over naar bankrekening [nummer11] van [naam9] bij [de bank3] . Op 30 oktober 2008 wordt er door u een bedrag van € 160.000 contant opgenomen. Het bedrag dat als dividend is uitgekeerd door [naam5] B.V. komt uiteindelijk binnen twee weken bij u terecht.
V: Uiteindelijk is het dividend van [naam5] B.V. contant bij u terecht gekomen?
A: "De suggestie dat dit als dividend bij mij is gekomen, is geen juiste conclusie. Er is dividend uitbetaald door [naam5] B.V. aan [naam6] en dat is uiteindelijk met de kosten er vanaf aan mij ter beschikking gesteld op de data genoemd in de bankafschriften. Ik ben drie keer in Luxemburg geweest. Twee keer een groot bedrag en later nog een klein bedrag van 7000 euro ongeveer. Ze hadden toen niet voldoende euro briefjes en toen moest ik nog een keertje langs. De herkomst is dividend van [naam5] B.V., maar dit bedrag is niet door Magno als dividend aan mij ter beschikking gesteld, dat is cruciaal."
"U merkt op dat de opname van 160.000 euro is gedaan van de bankrekening van [naam9] Dat kunt u misschien zo stellen, maar als ik dan terug ga naar de eerdere transactie, wordt verwezen naar dit nummer. Ik heb nooit geweten van een [naam9] rekening. Ik heb nog meer referentienummers gezien op het document dat u mij eerder toonde (DOC-005).”
"Er staat bovenaan het bankafschrift een rekeningnummer en geen naam van [naam9] Ik zie alleen een nummer en zie niet van wie de rekening is".
O: Wij zien bij [naam5] B.V. dividend uitgekeerd worden dat uiteindelijk bij u als natuurlijk persoon terecht komt.
V: Waarom ontvangt u niet direct de dividend van [naam5] BV?
A: "Omdat het niet als dividend naar mij toe moest komen."
V: Waarom niet?
A: "Omdat dat niet het doel was. Het zijn zakelijke leningen."
V: Door de contante opname doorbreekt u het zogenaamde 'paper-trail'. Dat wil zeggen dat de geldstroom niet meer digitaal te volgen is. Wat heeft u met de contante opname van € 160.000 gedaan?
A: "Die heb ik teruggestort op één of meerdere zakelijke rekeningen. Dit zal [naam5] B.V. zijn of [naam24] B.V. De paper-trail is inderdaad doorbroken, maar dat is hetgeen wat ik net niet wilde."
V: Waarom is het bedrag à € 160.000 niet op uw rekening gestort?
A: "Ik ging er vanuit dat die entiteiten geen eigen rekening hadden. Ik dacht dat zij dat naar mij zouden overmaken. Zij zeiden dat het zo moest en daar ben ik in mee gegaan. ik wilde wel, maar zij wilden dat niet."
OV: € 160.000 is in onze ogen best een flink bedrag. Wat kunt u vertellen over de genomen maatregelen om dit bedrag veilig te vervoeren?
A: "Nou zoals ik al vertelde. Het is niet voor niets dat ik dat bedrag in een keer heb gestort want dan hoort er een MOT-melding gedaan te worden. Maar daar heb ik niets van gehoord. Ik wilde juist dat dat duidelijk werd. "
V: Wat heeft u gedaan met de opname van 175.000 euro?
A: "Dat is precies hetzelfde verhaal. Ik heb het op een rekening gestort. Dit zou ook een privérekening kunnen zijn en dat ik dat later heb overgemaakt naar een zakelijke rekening."
(…)
OV: Op 31 oktober 2008 zien wij op de bankrekening van [naam5] BV dat er een bedrag a € 160.000 contant is gestort met omschrijving 'RC [belanghebbende] '.
V: Wat kunt u verklaren over de herkomst van deze € 160.000.
A: "Dat is de 160.000 euro die ik in Luxemburg heb opgenomen bij [de bank3] ."
OV: Wij vermoeden dat u het contant opgenomen bedrag van [de bank3] op 30 oktober 2008 à € 160.000 heeft gebruikt om uw rekening courantschuld bij [naam5] BV af te lossen.
V: "Klopt het dat u uw rekening courantschuld heeft ingelost met geld dat u uit Luxemburg had opgenomen? Zo ja, waarom is dit niet meteen intern bij [naam5] BV geboekt van bank aan rekening courant?
A: "Dat is juist. Dat heeft te maken met de advisering van [naam19] . In de loop der tijd is er een rekening-courant verhouding ontstaan bij [naam5] B.V. en de meerdere entiteiten in de kerstboom. Dit wilde ik niet. Ik wil één entiteit waar ik een zakelijke lening heb. Lenen van de hoogste entiteit, daar heb ik een schuld en alle rekening-couranten die eronder hangen opschonen. En in het kader van opschonen heb ik de 160.000 euro gestort. "
(…)
O: Wij tonen u DOC-101. Dit is een statement of benefical ownership van [de bank5] . Hierop lezen wij dat de UBO van [naam6] [belanghebbende] is.
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: “Dit is een interessant document. Dit ken ik niet. Dat zou dan ook indruisen tegen datgene wat ik met meneer [naam21] heb afgesproken. [naam14] zou UBO zijn”.
O: Wij tonen u DOC-104. Dit is een document van [de bank5] . Hierop lezen wij dat de UBO van [naam9] [belanghebbende] is.
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: “Dat is niet waar”.
O: Wij tonen u DOC-105. Dit is een document van de [naam13] . Hierop lezen wij dat de UBO bent van [naam11] [belanghebbende] is.
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: “Dit strookt wel met mijn verwachtingen, maar ik ken het document niet".
O: Wij tonen u DOC-066 en DOC-074. Dit zijn service agreements tussen [naam6] (DOC-074) en [naam8] met de [naam25] uit 2008. Op deze documenten lezen wij dat de u UBO bent van [naam9] en van [naam6] . Op deze documenten u als UBO en tekent uw ex-vrouw mevrouw [naam26] als getuige.
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: " In het kader van de dienstverlening toen herken ik dat ja. Er staat hierboven al service agreement, dat betekent dienstverleningsovereenkomst. Dit slaat op de periode dat ik die Panamese structuur had voor 1 januari 2010. En dit eindigde toen de structuur overging. Op de documenten staat ook op wie de UBO is van een bedrijf. Nu gaat het erom, dat is een stukje spraakverwarring. Ben je direct of indirect de UBO van een bedrijf. Maar ik vermoed dat u denkt dat ik rechtstreekse UBO ben van de Ltd. Dat zou een interpretatie verschil kunnen zijn. Zoals ik dit interpreteer ben ik UBO vanwege het feit dat ik via de entiteit aan de top de UBO ben, dus indirect".
(…)
OV: In uw aangifte Inkomstenbelasting 2010 is vermeld dat u 5 aandelen [naam15] heeft.
V: Waarom heeft u 5 aandelen van [naam15] ?
A: "Omdat dat de verhoudingen weergaf in de nieuwe structuur. Eerst was dat de zgn. [naam12] Foundation en daar in 2010 komt [naam15] voor in de plaats. Dit was allemaal op advies van [naam21] . Dit is ook één van de redenen dat ik aan sla op dat UBO schap. In de documenten staat dat ik UBO ben direct of indirect. Dat vervalt natuurlijk op het moment dat de structuur overgaat. Ik bestrijd een mogelijk lezing dat ik na 1 januari 2010 nog UBO ben in [naam9] en [naam6] .”
(…)
OV: Op 8 december 2010 ontvangt [belanghebbende] op bankrekening [nummer6] bij [de bank4] een bedrag à € 449.000 van [naam15] , als 'goft’.
V: Waarom krijgt u dit bedrag op uw rekening gestort?
A: "In het kader van de verdere consolidatie van de rc verhoudingen. U zult daarna zien dat er nog weer bedragen af gaan naar bijvoorbeeld [naam5] B.V. van 400.000 euro."
V: Wij denken dat met 'goft', 'gift' wordt bedoeld. Waarom krijgt u een gift van [naam15] ?
A: "Ik bestrijd dat dit een gift is. ik weet niet wat er met 'goft' wordt bedoeld. De enige afspraak is gemaakt over die consolidatie van de rekening-courant. Het kan een verschrijving zijn, ik ben niet verantwoordelijk voor de titulatuur."
OV: Op 15 september 2010 is er een Letter of Wishes opgesteld door [belanghebbende] met [naam26] . Hierin verzoekt [belanghebbende] om een gift van [naam15] , en gerelateerd tot de voordelen, gerealiseerd door [naam9] Op 18 november 2010 heeft [belanghebbende] een Request for a gift van [naam15] gedaan, gebaseerd op een Letter of Wishes van 15 September 2010. [Belanghebbende] verzoekt [naam15] om in overweging te nemen om een gift te doen voor het bedrag van € 449.000 en dit bedrag te storten op bankrekening [de bank4] account [nummer6] , IBAN: [nummer12] . Op 25 november 2010 hebben de bestuurders van [naam15] een bijeenkomst belegd en na zorgvuldig beraad hebben zij besloten om het verzoek van [belanghebbende] van 18 november 2010 voor een gift van € 449.000 toe te kennen. Dit bedrag is ontvangen van dividenden direct of indirect dochterbedrijf van [belanghebbende]. Het document is ondertekend door: [naam27] , [naam28] en [naam29] . Op 2 december 2010 heeft [naam15] een brief gestuurd naar [belanghebbende], [adres1] , [plaats1] met de mededeling dat het verzoek van [belanghebbende] van 18 november 2010 is gehonoreerd tijdens de bijeenkomst van 25 november 2010 en de procedure voor de effectuering van de gift onderweg is. [naam14] is op dat moment aandeelhouder van [naam6] en tevens van [naam9] [naam15] is aandeelhouder van [naam14]
[naam5] BV heeft op 18 november 2010 een bedrag à € 450.000 van bankrekening [nummer1] overgemaakt aan [naam6] Bankrekening [nummer13] met omschrijving Dividend. Op 8 december 2010 ontvangt [belanghebbende] op bankrekening [nummer6] bij [de bank4] een bedrag à € 449.000 van [naam15] , als 'goft’.
(…)
V: Wat wilt u over deze geldstroom verklaren?
A: "Ik schrik hiervan. Omdat het niet aansluit met de intentie die we hadden de consolidatie van de rekeningen-couranten. Dit is niet wat ik met [naam21] heb afgesproken. Dit was niet de bedoeling. De interne communicatie, daar kan ik niets over verklaren. Evenals de handtekeningen die eronder staan. En hoe ze de omschrijving hebben genoemd ook niet. Nu is het vervelende dat in al die documenten het woord "gift" terugkomt. Er had net zo goed "lening" kunnen staan. Het punt is dat het begint met de Letter of Wishes. Dit is feitelijk wat er in de plek is gekomen van het UBO document bij de [naam41] . Er staat “eventuele" giften, dat wil niet zeggen dat je er ook gebruik van gaat maken. Dan komt het "Request". Dit is niet wat ik heb gewild. Dit document heb ik ook niet opgesteld. Om die handtekening kan ik niet heen. Ik zal hiervoor contact moeten hebben met [naam21] of dit hetgeen is wat we hebben afgesproken. Om te kijken of we de e-mail boven water kunnen krijgen van het "htmanagement domein" De modus van handelen is de dienstverlening die je afneemt, maar het sluit niet aan bij mijn intenties. Daarvoor moet ik de ruimte krijgen om dit uit te zoeken. Dus ik kan er naar waarheid, maar gedeeltelijk over verklaren."
(…)
V: Het lijkt erop dat de herkomst van het geldbedrag met omschrijving goft à € 449.000 de dividenduitkering van [naam5] B.V. à € 450.000 is geweest. Klopt dit?
A: "Dat is inderdaad hetzelfde bedrag geweest. Alleen zouden we dat gebruiken voor de consolidatie van de rekening-couranten en niet op deze manier."
(…)
OV: [naam30] heeft uw aangifte Inkomstenbelasting 2010 verzorgd. Wij hebben een vordering gedaan voor onderliggende documenten en gegevens uit het jaar 2010. Hierbij is een e-mailverkeer tussen u en de heer [naam31] aangetroffen. Hierin vraagt [naam31] u naar het ontvangen bedrag van € 449.000. U reageert hierop met dat dit een dividend/gift is van een buitenlandse rechtspersoon en dat dit niet belast is.
Opmerking advocaat:
Ik heb de behoefte om even met mijn cliënt te praten.
(…)
V: Volgens DOC-110 heeft u zelf om een gift gevraagd. Waarom schrijft u niet in de mail aan [naam30] dat het een gift is, maar schrijft u dat het een dividend/gift is?
A: "Dividend van [naam5] B.V. naar boven en weer terug als gift. Herkomst en bestemming."
(…)
OV: Er lijkt sprake van een zogenaamde dividend-gift constructie. Hierbij wordt de dividend 'omgekat' naar de noemer gift. Uiteindelijk doet u op de dezelfde dag dat [naam5] B.V., waarvan u de bestuurder bent, de dividenduitkering doet, een verzoek tot een gift, dat ook later er een gift terug gaat komen naar u privé.
V: Wat kunt u hierover verklaren?
A: “Omkatten zijn uw woorden, maar ik heb geen aanleiding om daar een andere interpretatie aan te geven. Of u het een dividend-gift constructie noemt of iets anders, het komt nu allemaal weer een beetje boven borrelen. Met wat er nu op tafel komt uit documenten zou het raar zijn om te zeggen dat de leningen via de rekening-couranten gaat. Dit plaatje (DOC-098) is er op deze manier, voor deze transactie gebruikt."
(…)”
In het dossier bevindt zich een (ongedateerde) e-mail van belanghebbende aan ‘ [naam21] ’. In deze e-mail is het volgende opgenomen:
“(…)
[naam21] ,
Ik heb tot mijn genoegen gezien dat de verwerking van de eerste gift naar behoren is verlopen, mijn dank daarvoor.
De tweede transacties die ik voor ogen heb is wat afwijkend, vandaar dit schrijven om eea te overleggen. Doel van de transactie is om een van de entiteiten van de route mij een lening in prive te laten verstrekken die ik vervolgens aanwend voor woningbouw/verbetering. De rente is dan aftrekbaar in NL zoals jou bekend.
Het plan ziet erop dat ik:
1. een dividend uitkering doe van E405k aan [naam6] .
2. [naam6] stort E400k door naar [naam8] en betaald bovendien een rekening van ruim 4k
3. [naam8] stort E400k naar mijn prive rekening ovv "Credit arrangement #2010-10"
Kun je mij aangeven welke documenten daarvoor moeten worden opgesteld? Mijn accountant heeft aangegeven dat er geen bijzondere contracten voor de lening op hoeven te worden gesteld, behandeling als een `gewone lening’ volstaat, ik zal daar zelf een contractje voor opstellen. Overigens wil ik deze transactie nog dit jaar afronden en zal ik begin 2011 het leenbedrag verhogen met 200k, daar kom ik later op terug.
Gaarne even contact hierover.
Groet, [belanghebbende]
PS Ik heb dit (nog) niet in het Engels gesteld en dus niet aan [naam32] verstuurd aangezien met die vertaling waarschijnlijk de NL-essentie van het verhaal afneemt. Mochten we moeten vertalen dan kan dat later alsnog.”
In het dossier bevindt zich een brochure van het [naam18] en [naam19] met de titel ‘Vermogensbescherming, belastingontwijking en estate planning voor ondernemers’ en de ondertitel ‘oprichting, verkoop en beheer van vennootschappen’. In de brochure is onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
Onze structuren bedoelen te beschermen tegen misbruik van anderen en willen wettige wegen wijzen tot belastingontwijking.
(…)
Tax planning en estate planning
(…)
Wie zijn bedrijf of zijn familie dus niet zomaar kan verplaatsen en toch wil profiteren van buitenlandse belastingtarieven zou eens kunnen nadenken over een holdingstructuur. Een eenvoudige, uitgekiende combinatie van een werkmaatschappij, houdstermaatschappij en trust kan de belastingdruk halveren.
(…)
ONZE BELASTINGROUTES IN VOGELVLUCHT
Dividend-structuur
Onze meest populaire, meest klassieke structuur. Geschikt voor het merendeel van ondernemers die een jaarwinst maken van € 20.000 of meer. Ook geschikt voor (neven)vestigingen in de meeste andere EU-landen, ongeacht de nationaliteit van de ondernemer. Om fiscale redenen dient de feitelijke leiding van de vennootschappen buiten Nederland aan professional directors ter plaatse te worden overgelaten. De gelaagde structuur bestaat uit vijf opeenvolgende rechtsvormen die steeds tot elkaar in een moeder-dochterverhouding staan:
• Offshore [naam12] Foundation: ontwijkt de belasting van 25% in box 2 (dividend, vermogenswinst op aandelen) en de successierechten tot maximaal 27-68%. Verschaft vermogensbescherming en anonimiteit. Houdt aandelen in:
• Offshore Investment Holding: ontwijkt belasting op (inkomsten uit) vermogen, zoals de jaarlijks terugkerende verkapte vermogensbelasting van 1,2% in box 3. Bouwt in Luxemburg of Zwitserland een afgeschermd vermogen op met dividenden uit de onderliggende dochter:
• Cypriotische Holding: ontwijkt de bronbelasting van 25%, cruciale schakel om via een laagbelaste staat binnen de EU de stap van het hoogbelaste Nederland naar een onbelaste offshore jurisdictie te maken. Houdt aandelen in:
• Nederlandse Holding: ontwijkt belasting op de winst uit de verkoop van aandelen in de onderliggende dochter. Houdt aandelen in:
• Nederlandse Werkmaatschappij: hierin wordt de nieuwe onderneming opgebouwd of de bestaande onderneming ondergebracht. Deze vennootschap betaalt 25,5 % vennootschapsbelasting. De vennootschapsbelasting is de enige belasting die in deze structuur nog verschuldigd is.
(…)”
In het dossier bevindt zich ook een notitie met de titel ‘Notitie [naam14] / [naam19] Fiscale implicaties van de structuur’ van 28 juni 2009. In deze notitie is onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
De winst die [naam33] maakt in Nederland, is volgens de Nederlandse regels in Nederland belast. Het dividend die [naam33] uitkeert aan [naam34] , is in Nederland niet belast met dividendbelasting en is bij [naam34] te Cyprus niet belast met corporate tax.
[naam35] te Cyprus zal op een bepaald moment dividend gaan uitdelen aan haar aandeelhouder, [naam36] . Deze vennootschap houdt een volledige en gedetailleerde administratie bij van alle dochtervennootschappen en de dividenden die door die dochtervennootschappen aan haar worden uitgekeerd.
Het bestuur van [naam36] geeft op basis van de letter of wishes van [naam37] en [naam38] een schenkingsadvies aan het bestuur van [naam39] te Dubai. Nadat het bestuur van [naam36] en het bestuur van [naam39] het eens zijn over de validiteit van de gevraagde schenking, zal het bestuur van [naam36] een dividend uitdelen aan [naam39] , die dit bedrag op de besproken wijze aanwendt (schenken aan [naam37] en [naam38] of op een andere wijze investeren (bijvoorbeeld in een dochtervennootschap van [naam39] te Dubai of elders.
(…)
De hiervoor genoemde uitkeringen op basis van de door [naam37] en [naam38] ingediende letter of Wishes zijn door hen niet afdwingbaar. [naam37] en [naam38] hebben uitsluitend een blote verwachting op een uitkering van een vennootschap waarin zij ieder minder dan 5% gewone aandelen bezitten.
(…)
Op het moment dat er een uitkering volgt, zal [naam39] een bedrag overmaken naar de privé bankrekening van [naam37] en [naam38] . Beide heren geven het bedrag aan in hun eindsaldo in box III van het jaar dat de uitkering is ontvangen.
(…)
Ik verneem graag van je of jij je hierin kunt vinden.
Met vriendelijke groet,
[naam21] ”
In het dossier bevindt zich een overzicht met als onderwerp ‘Amounts due for structure 131’. In dit overzicht zijn facturen uit 2009 vermeld van [naam13] ( [belanghebbende] ) [naam12] , [naam6] en [naam9]
Ook bevindt zich in het dossier een factuur van [naam19] Dubai gericht aan belanghebbende. Op de factuur is een bedrag in rekening gebracht met als omschrijving ‘ [naam12] to [naam41] -Annual Fee’. Tevens is een korting voor hetzelfde bedrag opgenomen met als omschrijving ‘100% discount is given if str migrates to SBS on 1/11/2009’.
Bij brief van 20 oktober 2020 heeft de Inspecteur zijn voornemen voor het opleggen van navorderingsaanslagen IB/PVV voor de jaren 2008 en 2010 kenbaar gemaakt.
De Inspecteur heeft vervolgens de navorderingsaanslagen met dagtekening 28 november 2020 opgelegd. Bij het vaststellen van deze navorderingsaanslagen heeft de Inspecteur het standpunt ingenomen dat de door [naam5] BV in 2008 en 2010 uitgekeerde dividenden van respectievelijk € 350.000 en € 450.000 bij belanghebbende als inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking moeten worden genomen.
De Rechtbank heeft in haar uitspraak van 9 juni 2023 – kort gezegd – overwogen dat belanghebbende de enige gerechtigde is tot de voordelen uit [naam6] , dat belanghebbende daarom op grond van artikel 4.3 Wet IB 2001 moet worden gelijkgesteld met een (enig) aandeelhouder van deze vennootschap, en dat om die reden de door [naam6] uitbetaalde bedragen als inkomen uit aanmerkelijk belang bij belanghebbende in aanmerking moeten worden genomen. Verder heeft de Rechtbank geoordeeld dat de verlengde navorderingstermijn kan worden toegepast en dat de algemene beginselen van behoorlijk bestuur niet zijn geschonden.
De strafkamer van rechtbank Overijssel heeft bij vonnis van 25 januari 2024 de financieel adviseurs van belanghebbende – de heren [naam21] en [naam27] – overeenkomstig het door het openbaar ministerie en de verdediging opgestelde afdoeningsvoorstel, veroordeeld voor het meermalen medeplegen van inkomstenbelastingfraude in de periode 2009 tot en met 2017.
Het Openbaar Ministerie heeft ten laste van belanghebbende op 10 april 2024 een strafbeschikking uitgevaardigd, waarin het volgende is vermeld:
“Op basis van de resultaten van het strafrechtelijk onderzoek [naam40] (..) tegen o.a. [belanghebbende] meent het OM dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [belanghebbende] zich in de periode van 30 maart 2010 tot en met 25 september 2014 (…) schuldig heeft gemaakt art. 69, lid 2 AWR t.a.v. aangiften inkomstenbelasting DOC-016, -020 [Hof: aangifte inkomstenbelasting 2010] en -022.
VERHOOR
Van het verhoor is in overleg met de raadsman van verdachte (…) afgezien.
STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
De officier van justitie acht verdachte strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid verdachte uitsluit.
DE BESCHIKKING
De officier van justitie:
acht bewezen dat verdachte bovengenoemd feit heeft begaan;
acht verdachte hiervoor strafbaar;
legt verdachte wegens het bewezen geachte een taakstraf op van 155 (…) uren en een geldboete van € 5.000 (…).
(…)
[handtekening] a’dam, 10-4-24
officier van justitie
verdachte [belanghebbende] voor gezien raadsman […]:
tekent voor afstand van verzet:
[handtekening] [handtekening]
[plaats1] 9/4/24 [plaats2] 9/4/24”
3 Geschil
In geschil is of de navorderingsaanslagen IB/PVV 2008 en 2010 terecht en tot het juiste bedrag zijn opgelegd.
Belanghebbende stelt in hoger beroep i) dat de verlengde navorderingstermijn niet geldt voor het jaar 2010, en ii) dat belanghebbende geen inkomen uit aanmerkelijk belang heeft genoten.
De Inspecteur heeft in zijn incidentele hoger beroep het standpunt ingenomen dat niet de door belanghebbende ontvangen gelden van respectievelijk € 347.815 (2008) en € 449.000 (2020) als inkomen uit aanmerkelijk belang moeten worden belast, maar het bruto dividend van respectievelijk € 350.000 (2008) en € 450.000 (2010) dat door [naam5] BV is uitgekeerd.
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraken van de Rechtbank en van de Inspecteur, en tot vernietiging van de navorderingsaanslagen IB/PVV 2008 en 2010. De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank, tot ongegrondverklaring van de ingediende bezwaren en dus tot handhaving van de navorderingsaanslagen.