Home

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 05-11-2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:3240, 23/121 ev

Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 05-11-2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:3240, 23/121 ev

Gegevens

Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
5 november 2025
Datum publicatie
18 november 2025
ECLI
ECLI:NL:GHSHE:2025:3240
Zaaknummer
23/121 ev
Relevante informatie
Wet op de dividendbelasting 1965 [Tekst geldig vanaf 01-01-2025] art. 10, Art. 11a Wet DB

Inhoudsindicatie

Dividendbelasting internationaal. Art. 10 en 11a Wet op de dividendbelasting 1965. Buitenlandse beleggingsfondsen. ‘Massale uitspraak’. Geen recht op teruggaaf van dividendbelasting. Hoger beroep ongegrond.

Uitspraak

Team belastingrecht

Meervoudige Belastingkamer

Nummers: zie bijlage

Uitspraak op het hoger beroep van

iedere belanghebbende genoemd in de bijlage,

hierna gezamenlijk: belanghebbenden,

tegen de in de bijlage genoemde uitspraken van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank), in de gedingen tussen belanghebbenden en

de inspecteur van de Belastingdienst,

hierna: de inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbenden hebben verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting ingediend.

1.2.

De inspecteur heeft deze verzoeken afgewezen.

1.3.

Belanghebbenden hebben telkens bezwaar gemaakt. De inspecteur is niet tegemoetgekomen aan de bezwaren tegen de afwijzingen.

1.4.

Belanghebbenden hebben vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.

1.5.

Belanghebbenden hebben tegen de uitspraken van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft verweerschriften ingediend.

1.6.

In sommige zaken zijn conclusies van repliek en dupliek dan wel door belanghebbenden nadere stukken ingediend. Deze stukken zijn doorgestuurd naar de andere partij.

1.7.

Het hof heeft in al deze zaken bepaald dat de zitting achterwege kan blijven. Geen van partijen heeft – na navraag door het hof – verklaard gebruik te willen maken van hun recht om op een zitting te worden gehoord. Het hof heeft partijen schriftelijk meegedeeld dat het onderzoek is gesloten. Gemachtigde is namens belanghebbenden akkoord met het doen van één uitspraak met een bijlage waarin de belanghebbenden worden genoemd.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbenden zijn gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, Duitsland dan wel Luxemburg. In nagenoeg alle gevallen betreft het beleggingsfondsen met meerdere participanten. In een enkel geval is er sprake van een fonds met participanten die zijn vrijgesteld van belastingheffing.

2.2.

Tot de bezittingen van belanghebbenden behoorden in de betreffende jaren aandelen in vennootschappen die in Nederland gevestigd zijn. Op de dividenden die door deze vennootschappen zijn uitgekeerd is – per saldo – 15 procent Nederlandse dividendbelasting ingehouden.

2.3.

Belanghebbenden hebben geen vaste inrichting in Nederland voor de vennootschapsbelasting. Belanghebbenden zijn in Nederland niet inhoudingsplichtig voor de dividendbelasting.

3 Geschil en conclusies van partijen

3.1.

Het geschil betreft het antwoord op de vraag of belanghebbenden recht hebben op teruggaaf van de onder 2.2 genoemde dividendbelasting.

In een enkele zaak is ook in geschil of de belanghebbende recht heeft op vergoeding van immateriële schade.

3.2.

Belanghebbenden concluderen tot teruggaaf van dividendbelasting. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraken van de rechtbank.

4 Gronden

5 Beslissing