Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-03-2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:739, 24/932 tot en met 24/934
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 19-03-2025, ECLI:NL:GHSHE:2025:739, 24/932 tot en met 24/934
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Datum uitspraak
- 19 maart 2025
- Datum publicatie
- 23 april 2025
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBZWB:2024:3813, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 24/932 tot en met 24/934
- Relevante informatie
- Art. 16 AWR
Inhoudsindicatie
Verliesverrekening heeft op de juiste wijze plaatsgevonden. Geen schending van abbb.
Uitspraak
Team belastingrecht
Meervoudige Belastingkamer
Nummers: 24/932 tot en met 24/934
Uitspraak op het hoger beroep van
[belanghebbende] B.V.,
gevestigd in [vestigingsplaats] ,
hierna: belanghebbende,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (hierna: de rechtbank) van 7 juni 2024, nummers BRE 23/9171 tot en met 23/9173, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst,
hierna: de inspecteur.
1 Ontstaan en loop van het geding
De inspecteur heeft de aanslagen vennootschapsbelasting (hierna: Vpb) voor de jaren 2016 tot en met 2018 opgelegd. Tevens is telkens bij beschikking belastingrente in rekening gebracht (2016 en 2018) dan wel vergoed (2017).
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft uitspraak op bezwaar gedaan en de bezwaren tegen de aanslagen Vpb 2016 en 2018 ongegrond verklaard en het bezwaar tegen de mededeling nog verrekenbare verliezen op de aanslag Vpb 2017 niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de rechtbank hoger beroep ingesteld bij het hof. De inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het hof heeft bepaald dat de zitting achterwege kan blijven. Geen van partijen heeft – na navraag door het hof – verklaard gebruik te willen maken van hun recht om op een zitting te worden gehoord. Het hof heeft partijen schriftelijk meegedeeld dat het onderzoek is gesloten.
2 Feiten
Belanghebbende heeft in de periode 1995-2018 in diverse jaren verliezen geleden.
Belanghebbende en de inspecteur hebben een compromis gesloten ten aanzien van de aanslagen Vpb over de jaren 2005 tot en met 2013.
Op 17 mei 2014 heeft de inspecteur een verminderingsbeschikking Vpb over het jaar 2007 gegeven (de verminderingsbeschikking). In deze verminderingsbeschikking wordt vermeld dat de resterende verliezen € 323.580 bedragen.
3 Geschil en conclusies van partijen
Het geschil betreft het antwoord op de vraag of belanghebbende recht heeft op verliesverrekening. Deze vraag spitst zich toe op de volgende deelvragen:
a. handelt de inspecteur in strijd met de in artikel 16 Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: Awr) genoemde vijfjaarstermijn?;
b. handelt de inspecteur in strijd met het vertrouwensbeginsel?;
c. is de foutenleer van toepassing?;
d. is er sprake van handelen in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur?
Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank en - naar het hof begrijpt - tot vermindering van de aanslagen 2016 en 2018 naar belastbare bedragen van € 1.509 respectievelijk nihil. De inspecteur concludeert tot bevestiging van de uitspraak van de rechtbank.