Hoge Raad, 29-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:769, 15/00044, 15/00063
Hoge Raad, 29-04-2016, ECLI:NL:HR:2016:769, 15/00044, 15/00063
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 29 april 2016
- Datum publicatie
- 29 april 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:769
- Formele relaties
- Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:3, Gevolgd
- In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2014:3903, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Zaaknummer
- 15/00044, 15/00063
- Relevante informatie
- Burgerlijk Wetboek Boek 5 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024], Burgerlijk Wetboek Boek 5 [Tekst geldig vanaf 01-01-2024] art. 85, Burgerlijk Wetboek Boek 3 [Tekst geldig vanaf 01-05-2024], Burgerlijk Wetboek Boek 3 [Tekst geldig vanaf 01-05-2024] art. 14, Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-07-2024], Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-07-2024] art. 900, Burgerlijk Wetboek Boek 7 [Tekst geldig vanaf 01-05-2024 tot 01-07-2024] art. 904
Inhoudsindicatie
Gemeentelijke erfpacht Amsterdam. Goederenrecht. Europees consumentenrecht. Vermelding canon in akte van erfpacht; art. 5:85 lid 2 BW, art. 767 (oud) BW. Beding in Algemene Bepalingen (AB) over periodieke herziening canon door deskundigen; voldoende bepaalbaar (art. 6:227 BW)? Formele rechtszekerheidsbeginsel, art. 3:14 BW. Geschilbeslechting als bedoeld in art. 6:136 onder n BW (zwarte lijst)? Vaststellingsovereenkomst, art. 7:900 BW. Exclusieve bevoegdheid gerechtshof Den Haag voor vordering van belangenorganisatie (art. 3:305a BW) tot vernietiging beding in AB? Art. 6:240-241 BW. Richtlijn 93/13/EEG (oneerlijke bedingen); temporele reikwijdte. Ambtshalve toetsing en richtlijnconforme uitleg; HR 13 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:691, NJ 2014/274 (Heesakkers/Voets). Beding op indicatieve lijst bij deze Richtlijn, onredelijk bezwarend (art. 6:233 BW)? Hoor en wederhoor.
Uitspraak
29 april 2016
Eerste Kamer
15/00044 en 15/00063
LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van 15/00044:
1. STICHTING ERFPACHTERS BELANG AMSTERDAM,
2. [A] en [B] ,
3. [C] ,
4. [D] en [E] ,
5. [F] ,allen gevestigd respectievelijk wonend te Amsterdam,
EISERS tot cassatie,
advocaat: mr. R.F. Thunnissen,
t e g e n
de GEMEENTE AMSTERDAM,zetelende te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. F.E. Vermeulen,
en in de zaak van 15/00063:
de GEMEENTE AMSTERDAM,zetelende te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. F.E. Vermeulen,
t e g e n
1. STICHTING ERFPACHTERS BELANG AMSTERDAM,
2. [A] en [B] ,
3. [C] ,
4. [D] en [E] ,
5. [F] ,allen gevestigd respectievelijk wonend te Amsterdam,
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaat: mr. R.F. Thunnissen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als enerzijds Seba, [A] , [E] , [C] en [F] , tezamen Seba c.s., en anderzijds de Gemeente.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 449296/HA ZA 10-284 van de rechtbank Amsterdam van 5 juni 2013;
b. het arrest in de zaak 200.136.536/01 van het gerechtshof Amsterdam van 23 september 2014.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben Seba c.s. en de Gemeente ieder afzonderlijk beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaardingen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit. De Hoge Raad heeft de zaken gevoegd behandeld.
De Gemeente heeft in de zaak 15/00044 met betrekking tot het achtste middel (inzake de verwijzing van Seba’s vorderingen E.I en E.II naar het gerechtshof Den Haag) geconcludeerd tot referte en voor het overige tot verwerping van het beroep.
Seba c.s. hebben in de zaak 15/00063 geconcludeerd tot verwerping.
De zaak is toegelicht door hun advocaten, voor Seba c.s. mede door mrs. J.A.F. Corten en L.E. de Geer, en voor de Gemeente mede door mr. B.F.L.M. Schim.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt in beide zaken tot vernietiging van het bestreden arrest.
De advocaat van Seba c.s. heeft bij brief van 4 februari 2016 op die conclusie gereageerd.
3 Uitgangspunten in cassatie
In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
(i) De Gemeente heeft sinds het begin van de vorige eeuw bouwterreinen vrijwel uitsluitend in erfpacht uitgegeven, voor een eerste periode van 75 jaar, waarbij steeds een canon is bedongen. De Gemeente heeft daarbij gebruik gemaakt van algemene voorwaarden, die in de loop der tijd (in enige mate) zijn gewijzigd. In dit cassatieberoep zijn met name van belang de door de Gemeente in 1915, 1934, 1937 en 2000 gebruikte Algemene Bepalingen voor voortdurende erfpacht (hierna: AB15, AB34, AB37 en AB00).
(ii) Seba is een stichting die de behartiging van de belangen van erfpachters van door de Gemeente in erfpacht uitgegeven terreinen ten doel heeft.
(iii) [A] , [C] , [E] en [F] zijn allen erfpachter van de Gemeente. In hun aktes van uitgifte erfpacht is opgenomen dat respectievelijk AB37, AB34 en AB15 van toepassing zijn. Art. 5 AB15 respectievelijk art. 6 AB34 en AB37 geeft de Gemeente de bevoegdheid de Algemene Bepalingen eenzijdig te wijzigen als vijfenzeventig jaar is verstreken na uitgifte van de erfpacht. Art. 6 van deze Algemene Bepalingen houdt in dat op dat tijdstip de canon wordt herzien door deskundigen.
(iv) Ter uitvoering van art. 6 van AB15, AB34 en AB37 hebben (steeds) drie deskundigen in de periode 2006-2009 bij wijze van bindend advies de erfpachtcanon voor de percelen waarop de woningen van [A] , [C] , [E] en [F] zijn gelegen, opnieuw vastgesteld. [A] , [C] , [E] en [F] hebben geweigerd een gewijzigde erfpachtakte met een aangepaste canon en nieuwe Algemene Bepalingen te ondertekenen.
Seba c.s. vorderen in dit geding onder meer diverse verklaringen voor recht die erop neerkomen dat de Gemeente niet bevoegd is de canon te herzien en dat de hiervoor in 3.1 onder (iii) genoemde art. 5 en 6 van AB15, AB34 en AB37 (en de daarmee overeenstemmende bepalingen in latere versies van de Algemene Bepalingen) nietig of vernietigbaar zijn.
De rechtbank heeft de hiervoor in 3.1 onder (iv) genoemde bindende adviezen vernietigd wegens onvoldoende motivering en schending van het beginsel van hoor en wederhoor (rov. 4.22-4.23). Deze beslissing is in appel niet aangevochten en staat in cassatie dan ook niet ter discussie.
Voor het overige heeft de rechtbank de vorderingen van Seba c.s. afgewezen.
Het hof heeft de bepaling van AB15, AB34 en AB37 omtrent de bevoegdheid van de Gemeente tot eenzijdige wijziging van de Algemene Bepalingen vernietigd voor zover overeengekomen tussen [A] , [E] , [C] en [F] en de Gemeente, de zaak naar het gerechtshof Den Haag verwezen voor de behandeling van een aantal vorderingen van Seba en voor het overige het vonnis van de rechtbank bekrachtigd respectievelijk de voor het eerst in hoger beroep door Seba c.s. ingestelde vorderingen afgewezen.