Home

Hoge Raad, 27-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1247, 23/02135

Hoge Raad, 27-09-2024, ECLI:NL:HR:2024:1247, 23/02135

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
27 september 2024
Datum publicatie
27 september 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:HR:2024:1247
Formele relaties
Zaaknummer
23/02135

Inhoudsindicatie

Zie 23/01234, ECLI:NL:HR:2024:1157

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

BELASTINGKAMER

Nummer 23/02135

Datum 27 september 2024

ARREST

in de zaak van

[X] (hierna: belanghebbende)

tegen

de STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

op het beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 18 april 2023, nr. BK-ARN 22/006511, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland (nr. LEE 21/501) betreffende een verzoek om ambtshalve vermindering van de aan belanghebbende voor het jaar 2015 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake belastingrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende, vertegenwoordigd door A. Verduijn, heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

De Staatssecretaris, vertegenwoordigd door [P], heeft een verweerschrift ingediend.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.

2 Beoordeling van de middelen

2.1

De middelen slagen op de gronden die zijn vermeld in het arrest dat de Hoge Raad vandaag heeft uitgesproken in de zaak met nummer 23/02134, ECLI:NL:HR:2024:1157.

2.2

De uitspraak van het Hof kan niet in stand blijven. De Hoge Raad kan de zaak afdoen. De door belanghebbende in 2015 behaalde boekwinst valt ook wat betreft de bedragen van de indexatie en de verhoging onder de landbouwvrijstelling. Voor dat geval is tussen partijen niet in geschil dat het belastbaar inkomen uit werk en woning moet worden vastgesteld op € 226.457.

3 Proceskosten

De Staatssecretaris zal worden veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie en de Inspecteur in de kosten van het geding voor het Hof en van het geding voor de Rechtbank. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat de zaak met nummer 23/02134 met deze zaak samenhangt in de zin van het Besluit proceskosten bestuursrecht.

4 Beslissing