Rechtbank Gelderland, 11-12-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:8872, AWB 23_719
Rechtbank Gelderland, 11-12-2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:8872, AWB 23_719
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 11 december 2024
- Datum publicatie
- 18 juni 2025
- Zaaknummer
- AWB 23_719
- Relevante informatie
- Art. 15ac Wet Vpb 1969, Art. 8b Wet Vpb 1969, Art. 3.13 Wet IB 2001
Inhoudsindicatie
Vpb, kwijtscheldingswinstvrijstelling fiscale eenheid. Belanghebbende is moedermaatschappij van een fiscale eenheid. De dochtermaatschappijen beleggen in vastgoed en hebben daarvoor geld geleend bij een bank. Een deel van de geldleningen is in een buitenlandse valuta verstrekt, waarop uiteindelijk een fors koersverlies wordt geleden. De bank heeft haar zekerheidsrechten uitgewonnen en het grootste deel van het vastgoed verkocht. Nadat de opbrengsten van de verkoop zijn gebruikt voor de aflossing van de geldleningen resteert een restschuld aan de bank. Tussen partijen is in geschil of belanghebbende een geslaagd beroep doet op de tegenbewijsregeling van artikel 15ac, tweede lid, van de Wet Vpb ter zake van de toepassing van de kwijtscheldingswinstvrijstelling binnen fiscale eenheid. De rechtbank heeft geoordeeld dat belanghebbende niet in de op haar rustende bewijslast is geslaagd dat zij recht heeft op een hogere kwijtscheldingswinstvrijstelling. Het beroep is ongegrond.
Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 23/719
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van
in de zaak tussen
[belanghebbende] , uit [plaats] , belanghebbende
(gemachtigde: [naam gemachtigde] ),
en