Rechtbank Gelderland, 25-06-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:4966, AWB 23/5874
Rechtbank Gelderland, 25-06-2025, ECLI:NL:RBGEL:2025:4966, AWB 23/5874
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Gelderland
- Datum uitspraak
- 25 juni 2025
- Datum publicatie
- 30 juni 2025
- Zaaknummer
- AWB 23/5874
- Relevante informatie
- Art. 30hb AWR, Art. 30ia AWR, Art. 6 EVRM
Inhoudsindicatie
Wet omzetbelasting. Hoogte belastingrente. Naar het oordeel van de rechtbank is de belastingrente van 4% terecht in rekening gebracht. De rechtbank kan het rentepercentage voor 1 oktober 2020 niet toetsen, omdat dit toen in een wet in formele zin stond. Het rentepercentage dat na 1 oktober 2020 in het besluit staat, acht de rechtbank niet in strijd is met de beginselen van behoorlijk bestuur of met het evenredigheidsbeginsel. Evenmin beschikte de Belastingdienst al over het belastingbedrag via de te hoge aanslag vennootschapsbelasting. Van dubbele beboeting is geen sprake.
Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 23/5874
uitspraak van de enkelvoudige belastingkamer van
in de zaak tussen
[belanghebbende]
, uit [plaats] (Gld), belanghebbende,
(gemachtigde: [naam gemachtigde]),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, Backoffice BPM, de inspecteur,
en
de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid), te Den Haag, de Staat.
Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 11 augustus 2023.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het tijdvak 1 januari 2017 tot en met 31 december 2020 een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd van € 876.637. Gelijktijdig met het opleggen van de naheffingsaanslag is een bedrag van € 30.250 aan belastingrente in rekening gebracht.
De inspecteur heeft het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 12 juni 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van belanghebbende en namens de inspecteur [persoon A], [persoon B], [persoon C] en [persoon D].