Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-03-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:2095, BRE 21/2752

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 30-03-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:2095, BRE 21/2752

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
30 maart 2023
Datum publicatie
11 april 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:2095
Zaaknummer
BRE 21/2752
Relevante informatie
Art. 13 bis Wet LB, Art. 67c AWR

Inhoudsindicatie

naheffing loonheffing, bijtelling privegebruik auto, doel prive ritten ,bewijs niet meer dan 500 km prive niet geleverd

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 21/2752

[belanghebbende], uit [plaats 1], belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 19 mei 2021.

1.1.

De inspecteur heeft aan belanghebbende met dagtekening 16 december 2020 een naheffingsaanslag loonheffingen van € 4.461 over de periode 1 januari 2018 tot en met 31 december 2018 opgelegd (de naheffingsaanslag).

1.2.

Gelijktijdig met de vaststelling van de naheffingsaanslag heeft de inspecteur belanghebbende € 208 belastingrente in rekening gebracht (de belastingrentebeschikking) en een verzuimboete (25%) opgelegd (de boetebeschikking).

1.3.

De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende ongegrond verklaard. De inspecteur heeft daarbij de naheffingsaanslag, de belastingrentebeschikking en de boetebeschikking gehandhaafd.

1.4.

De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.

1.5.

De rechtbank heeft het beroep op 15 februari 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de inspecteur, [inspecteur] en [inspecteur].

Feiten

Beoordeling door de rechtbank

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep