Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-06-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:3724, BRE 22/93
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 01-06-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:3724, BRE 22/93
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 1 juni 2023
- Datum publicatie
- 9 juni 2023
- Zaaknummer
- BRE 22/93
- Relevante informatie
- Art. 7:2 Awb, Art. 7:3 Awb, Art. 8:119 Awb
Inhoudsindicatie
Deze uitspraak is niet voorzien van een samenvatting.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 22/93, BRE 22/94, BRE 22/2427 en BRE 22/2428
[belanghebbende], uit [plaats 1], belanghebbende
en
de inspecteur van de belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 10 december 2021 en 1 april 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het tijdvak 1 maart 2016 tot en met 31 maart 2016 een naheffingsaanslag omzetbelasting (aanslagnummer [aanslagnummer].F.01.6031) opgelegd (naheffingsaanslag maart 2016) (BRE 22/93) en bij afzonderlijke beschikking over datzelfde tijdvak € 1.822 belastingrente in rekening gebracht (belastingrentebeschikking maart 2016) (BRE 22/2427).
De inspecteur heeft aan belanghebbende over het tijdvak 1 september 2016 tot en
met 30 september 2016 een naheffingsaanslag omzetbelasting (aanslagnummer [aanslagnummer].F.01.6091) opgelegd (naheffingsaanslag september 2016) (BRE 22/94) en bij afzonderlijke beschikking over datzelfde tijdvak € 1.736 belastingrente in rekening gebracht (belastingrentebeschikking september 2016) (BRE 22/2428).
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de in 1.1 genoemde naheffingsaanslagen en de belastingrentebeschikkingen.
De inspecteur heeft de bezwaren van belanghebbende bij uitspraken op bezwaar afgewezen.
De rechtbank heeft de beroepen op 20 april 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de inspecteur: [inspecteur 1] en [inspecteur 1].