Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-09-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6471, BRE - 22 _ 2551

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 15-09-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:6471, BRE - 22 _ 2551

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
15 september 2023
Datum publicatie
13 oktober 2023
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2023:6471
Zaaknummer
BRE - 22 _ 2551
Relevante informatie
Art. 17 Iw 1990, Art. 33 WWBEU, Art. 47 WWBEU, Art. 7:1 Awb, Art. 8:4 Awb

Inhoudsindicatie

Ontvankelijkheid van bezwaar tegen een internationaal dwangbevel.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda

Belastingrecht

zaaknummer: BRE 22/2551

[belanghebbende] , uit [plaats] (Slowakije), belanghebbende,

en

de ontvanger van de belastingdienst, de ontvanger.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de ontvanger van 12 april 2022.

1.1.

De inspecteur van de belastingdienst heeft aan belanghebbende een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en een boete opgelegd ( [aanslagnummer] Y.290001). Bij dwangbevel van 6 september 2019 is belanghebbende gelast tot betaling van het nog niet betaalde bedrag van de aanslag, te weten € 1.318, en daarbij is een bedrag van € 154 aan vervolgingskosten in rekening gebracht (hierna: het nationale dwangbevel).

1.2.

Omdat betaling na betekening van het dwangbevel is uitgebleven, is op 17 november 2021 de executoriale titel van het betekende dwangbevel omgezet in een uniforme executoriale titel1, die het nemen van executiemaatregelen in de woonstaat mogelijk maakt (hierna: het internationale dwangbevel). Op het internationale dwangbevel staan een hoofdsom van € 1.318, invorderingsrente van € 184 en betekeningskosten van het dwangbevel van € 154 vermeld.

1.3.

Belanghebbende heeft geprocedeerd tegen de betekeningskosten van het nationale dwangbevel. De Hoge Raad heeft de beschikking waarbij de betekeningskosten in rekening zijn gebracht vernietigd2.

1.4.

Belanghebbende heeft ook bezwaar gemaakt tegen het internationale dwangbevel. De ontvanger heeft het bezwaar bij uitspraak op bezwaar van 12 april 2022 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het internationale dwangbevel geen voor bezwaar vatbare beschikking is.

1.5.

Een onderzoek ter zitting is, met instemming van partijen, achterwege gebleven.

1.6.

De rechtbank heeft het onderzoek bij brief van 4 augustus 2023 gesloten en een uitspraak aangekondigd.

Beoordeling van het geschil

Conclusie en gevolgen

Beslissing

Informatie over hoger beroep