Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-11-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7345, 22/3663
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 03-11-2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:7345, 22/3663
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Datum uitspraak
- 3 november 2023
- Datum publicatie
- 21 november 2023
- Zaaknummer
- 22/3663
- Relevante informatie
- Art. 55 AWR, Art. 16 AWR, Art. 27e AWR, Art. 28 AWR
Inhoudsindicatie
Navorderingsaanslag, nieuw feit, omkering en verzwaring bewijslast, redelijke schatting, vergrijpboete.
Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Zittingsplaats Breda
Belastingrecht
zaaknummers: BRE 22/3663 en 22/3664
[belanghebbende], uit [plaats], belanghebbende
(gemachtigde: mr. L.J. de Rijke),
en
de inspecteur van de Belastingdienst, de inspecteur.
Inleiding
1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 16 juni 2022.
De inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2011 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 190.242 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.861. Bij gelijktijdige beschikkingen heeft de inspecteur € 16.080 aan heffingsrente aan belanghebbende in rekening gebracht en een boete van € 38.588 aan belanghebbende opgelegd.
Voor het jaar 2012 heeft de inspecteur aan belanghebbende een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 580.934 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 726. Bij gelijktijdige beschikkingen heeft de inspecteur € 44.898 aan belastingrente aan belanghebbende in rekening gebracht en een boete van € 130.560 aan belanghebbende opgelegd.
De inspecteur heeft in de uitspraken op bezwaar de boetebeschikkingen voor de jaren 2011 en 2012 verminderd naar € 30.870 respectievelijk € 65.280 wegens overschrijding van de redelijke termijn. De inspecteur heeft de navorderingsaanslagen en de rentebeschikkingen in stand gelaten. In de uitspraken op bezwaar is geen kostenvergoeding toegekend.
De rechtbank heeft de beroepen op 22 september 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen de gemachtigde van belanghebbende en mr. [inspecteur] namens de inspecteur.