Wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2026 

Wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2026 

Gegevens

Nummer
2025/960
Publicatiedatum
16 september 2025
Auteur
Redactie
Rubriek
Overig

Het Wetsvoorstel Overige Fiscale maatregelen 2026 is op dinsdag 16 september 2025 door minister Heinen aangeboden aan de Tweede Kamer. 

Enkele technische verbeteringen inzake de bijtelling privégebruik auto 
Met het vervallen van de verlaagde bijtelling voor nulemissieauto’s per 1 januari 2026 gelden voor nieuwe volledig elektrische auto’s dezelfde regels als voor conventionele auto’s: het bijtellingspercentage voor privégebruik wordt 22% over de volledige cataloguswaarde. In dit wetsvoorstel worden enkele technische wijzigingen en een aangepaste overgangsregeling doorgevoerd, die samenhangen met het beëindigen van het gunstige bijtellingstarief voor elektrische auto’s. De maatregelen zijn efficient en beogen uitsluitend technische verbetering van de regelgeving. 

Samentelbepaling maximale investeringsbedrag energie-investeringsaftrek 
Met deze maatregel wordt geregeld dat het maximumbedrag aan energie-investeringen waarover de energie-investeringsaftrek (EIA) kan worden toegepast, per belastingplichtige in totaal ten hoogste € 151 miljoen per jaar bedraagt. Dit maximum geldt zowel voor investeringen in de eigen onderneming als voor investeringen in een samenwerkingsverband. Daarmee wordt voorkomen dat de EIA in combinatie van beide situaties over meer dan € 151 miljoen kan worden toegepast. De maatregel introduceert daartoe een samentelbepaling. 

Verlengen overgangsrecht franchiseloze pensioenregelingen 
Het overgangsrecht voor pensioenregelingen zonder AOW-franchise wordt verlengd tot 1 januari 2028. Dit overgangsrecht maakt het mogelijk dat dergelijke regelingen, die vaak werken met een verlaagde opbouw, tijdelijk buiten de normale fiscale maxima kunnen vallen. De verlenging beoogt met name het Pensioenfonds Kappers in staat te stellen de regeling aan te passen aan de fiscale kaders en de Wet toekomst pensioenen. De tijdelijke verruiming geldt uitsluitend voor bestaande pensioenregelingen zonder AOW-franchise. 

Technische fiscale knelpunten Wet toekomst pensioenen 
Voorgesteld wordt het fiscale overgangsrecht aan te passen om technische knelpunten bij invaren van prepensioenen, overbruggingspensioenen en wezenpensioenen op te lossen. In lijn met de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling blijven deze aanspraken, indien reeds ingegaan of ontstaan vóór de Wtp, fiscaal gerespecteerd. Ook wordt overgangsrecht voor ingegane nabestaandenoverbruggingspensioenen aangepast. Het eerder genomen goedkeurend beleidsbesluit wordt gecodificeerd, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025, zodat bestaande aanspraken zonder fiscale consequenties behouden blijven. 

Aanpassing minimumkapitaalregel in de vennootschapsbelasting 
De uitzondering in de minimumkapitaalregel voor intern liquiditeitsbeheer van banken en verzekeraars wordt per 1 januari 2026 beperkt. Door een te ruime formulering vielen ook geldleningen die direct verband houden met leningen van natuurlijke personen (zoals deposito’s) buiten de regeling. Voorgesteld wordt deze leningen voortaan onder de minimumkapitaalregel te laten vallen, zodat de rente daarop niet langer aftrekbaar is. Hiermee wordt de uitzondering in lijn gebracht met de oorspronkelijke doelstelling van de regeling. 

Beëindigen teruggaafregeling voor vrachtauto’s in de motorrijtuigenbelasting 
De teruggaafregeling in de motorrijtuigenbelasting voor vrachtauto’s, die afhankelijk is van de samenstelling van het bedrijfswagenpark, wordt beëindigd bij de inwerkingtreding van de Wet vrachtwagenheffing op 1 juli 2026. Door de aanzienlijke verlaging van de mrb-tarieven voor vrachtauto’s onder de nieuwe wet vervalt de noodzaak voor een aanvullende teruggaaf. De maatregel schrapt een complexe en weinig gebruikte regeling en leidt tot vereenvoudiging en lagere administratieve lasten.

Herstel tarieven Eurovignet 
Voorgesteld wordt vijf tarieven in de Wet belasting zware motorrijtuigen met terugwerkende kracht te corrigeren, zodat deze overeenkomen met de tarieven die in het Eurovignetverdrag zijn vastgelegd. Door een juridische omissie weken enkele nationale tarieven af van de internationale afspraken. De correctie brengt de wetgeving in lijn met het verdrag en zorgt voor naleving van de Eurovignetrichtlijn. De financiële impact is gering en beperkt zich tot enkele euro’s verschil voor een kleine groep voertuigen.  

Actualiseren verwijzing naar SBI-codes in de energiebelasting 
De verwijzingen naar SBI-codes in de Wet belastingen op milieugrondslag worden aangepast aan de overgang van SBI2008 naar SBI2025 per 6 september 2025. Het betreft regelingen die vrijstelling van energiebelasting geven voor specifieke metallurgische, mineralogische of chemische processen. De relevante SBI-codes (23, 24 en 25) wijzigen materieel niet, waardoor de groep bedrijven die onder de regelingen valt ongewijzigd blijft. De wetswijziging krijgt terugwerkende kracht tot 6 september 2025 om aan te sluiten bij de feitelijke praktijk. 

Uitzonderen Belastingdienst en Douane Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer 
De Belastingdienst en de Douane worden tijdelijk uitgezonderd van (delen van) de per 1 januari 2026 gemoderniseerde afdeling 2.3 Awb uit de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv). Deze modernisering geeft burgers en bedrijven recht op elektronische communicatie en handhaaft de keuzevrijheid tussen papier en digitaal. De uitzondering voorkomt dat de Belastingdienst en Douane, gezien hun beperkte uitvoeringscapaciteit en internationale verplichtingen, in strijd handelen met de nieuwe regels. De maatregel geldt tot 1 januari 2030 en kent tevens enkele permanente uitzonderingen voor de Douane. 

Tijdelijk overgangsrecht fonds voor gemene rekening 
Om kortstondige belastingplicht te voorkomen, wordt een overgangsmaatregel getroffen voor lichamen die tot en met 2024 fiscaal transparant waren. Deze lichamen kunnen ervoor kiezen om met ingang van 1 januari 2025 tijdelijk niet als fonds voor gemene rekening (fgr) te worden aangemerkt. Voorwaarde is dat alle participanten uiterlijk 28 februari 2026 instemmen. Het overgangsrecht geldt tot uiterlijk 1 januari 2028 en voorkomt dat betrokken fondsen in 2025 en 2026 slechts voor korte tijd zelfstandig belastingplichtig zijn.

Bron: Wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2026, 16 september 2025