Geen ruimte voor verruiming onbelaste vergoeding vrijwilligerswerk

De vrijwilligersregeling in de loonbelasting biedt ruimte om een belastingvrije forfaitaire kostenvergoeding toe te kennen: in 2025 is dit maximaal € 2.100 per jaar. Het kabinet benadrukt dat het wezenskenmerk van vrijwilligerswerk is dat er geen beloning tegenover staat, maar alleen een vergoeding van gemaakte kosten. Wordt die vergoeding overschreden, of ontstaat er een vorm van beloning of een extra waardering boven het forfaitaire bedrag, dan is er sprake van belast inkomen en kan de Belastingdienst dit als loon aanmerken. Om te voorkomen dat vrijwilligers elk bonnetje moeten declareren, geldt het forfait tot de gestelde grens. Gemaakte kosten boven deze grens mogen onbelast worden vergoed, mits ze aantoonbaar zijn.

Complexiteit en praktijk Het kabinet erkent dat deze fiscale praktijk het lastig maakt om vrijwilligers extra te waarderen, zoals met een kerstgratificatie of eindejaarsbijdrage. Dit kan leiden tot ingewikkelde belastingplicht en zelfs terugvorderingen. Het kabinet overweegt echter geen verruiming van de regeling omdat dit tot complexe belastingvrijstellingen zou leiden en de eenvoudige systematiek ondergraaft. Aanpassing zou bovendien flinke administratieve lasten opleveren voor vrijwilligers en organisaties. Het merendeel van de vrijwilligers wordt niet geraakt door de grensbedragen—voor hen zijn kleine attenties opgenomen in de forfaitaire vergoeding.

Onderzoek en toekomst Er vindt doorlopend onderzoek plaats naar de positie van vrijwilligers en de doeltreffendheid van regelingen. Het kabinet blijft bereid hierover met de Kamer in gesprek te gaan, maar ziet geen aanleiding voor een structurele verruiming van de onbelaste vergoeding.

Bron: MvF 22-10-2025, nr. 2025-0000481032
Wet: art. 2 Wet LB en art. 11a Uitv Besl LB