Tweede Nota van Wijziging Belastingplan 2026 en OFM 2026
Tweede Nota van Wijziging Belastingplan 2026 en OFM 2026
Gegevens
- Nummer
- 2025/1210
- Publicatiedatum
- 7 november 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Overig
Staatssecretaris Heijnen stuurt de Tweede Kamer de tweede Nota van Wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2026 en het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2026.
Tweede Nota van Wijziging Belastingplan 2026 De inhoudelijke wijziging betreft de zogenaamde lucratiefbelangregeling in de inkomstenbelasting, specifiek bedoeld om te voorkomen dat belastingplichtigen via bepaalde routes profiteren van belastingvoordelen wanneer ze belangen in vennootschappen uitbreiden of deze via bepaalde structuren onderbrengen in lichamen waarin ze een aanmerkelijk belang verkrijgen. De wijziging sluit loopholes om te waarborgen dat ook bij overdracht of herstructurering alsnog belasting wordt geheven over gerealiseerde rendementen, zodat een verlies op een aanmerkelijk belang niet onverrekend kan worden gebruikt om eerdere voordelen in box 2 teniet te doen.
Pseudo-eindheffing fossiele auto’s Verder past de nota de regeling rond de pseudo-eindheffing op fossiele auto’s aan, door duidelijker te bepalen over welk tijdvak de heffing verschuldigd is (het aangiftetijdvak), en door een delegatiebepaling in te voeren waarmee de minister via lagere regelgeving kan vaststellen wat als woon-werkverkeer wordt gezien. Dit zorgt voor verduidelijking bij werkgevers en sluit beter aan bij praktijkvragen over wat voor de heffing als woon-werkverkeer telt.
Ook wordt tijdelijk de motorrijtuigenbelasting (mrb) op nul gezet voor bepaalde vrachtwagens (categorie N2) die eerder onder dubbele heffing (mrb én vrachtwagenheffing) zouden vallen, met een definitieve harmonisatie van voertuigdefinities naar Europese begrippen vanaf 2027. Daarmee worden lastenverzwaring en administratieve onduidelijkheid voor eigenaren van deze voertuigen voorkomen.
Daarnaast zijn er technische aanpassingen in verschillende wetten, zoals het afstemmen van begrippen voor maximaal toegestane massa in de vrachtwagenheffing en motorrijtuigenbelasting, evenals correcties voor betreffen de belasting op leidingwater en bij rijdende winkels.
Tweede Nota van Wijziging Overige Fiscale Maatregelen 2026 In het wetsvoorstel is voorgesteld dat de beëindiging van de teruggaafregeling in de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 gekoppeld is aan de inwerkingtreding van de vrachtwagenheffing (artikel 2 van de Wet vrachtwagenheffing). Daarmee wordt beoogd de regeling te laten vervallen op het moment dat de vrachtwagenheffing in werking treedt. Deze nota van wijziging brengt een technische verbetering aan door de beëindiging van de teruggaafregeling te koppelen aan artikel 30 van de Wet vrachtwagenheffing, zijnde de inwerkingtreding van de verlaagde tarieven in de motorrijtuigenbelasting (mrb) voor vrachtauto’s. Door de beëindiging van de teruggaafregeling te koppelen aan de inwerkingtreding van artikel 30 van de Wet vrachtwagenheffing wordt verzekerd dat deze regeling vervalt op het moment dat de verlaagde mrb-tarieven van toepassing worden. Dit is van belang, omdat vanaf dat moment er geen ruimte meer is voor een teruggaaf op basis van de samenstelling van het wagenpark: het mrb-tarief voor vrachtauto’s is dan teruggebracht tot het minimum dat de Eurovignetrichtlijn voorschrijft.
Bron: MvF 05-11-2025 nr. 2025-0000497453