Nota nav verslag Fiscale Verzamelwet 2026

In deze nota gaat de staatssecretaris in op de reikwijdte van de btw-vrijstelling, de nabestaandenregeling bij de compensatieregeling selectie aan de poort, en lokale beleidsvrijheid rond leegstandsheffing.

Correctiemaatregel omzetbelasting en btw-vrijstelling De staatssecretaris licht toe dat de reikwijdte van de btw-vrijstelling in het sociale domein voortvloeit uit de Europese btw-richtlijn en uit jurisprudentie van de Hoge Raad. De wet wordt aangepast om helderheid te scheppen, zodat diensten van bewindvoerders en curatoren – ongeacht winstbeoogd karakter – gelijk worden behandeld. Deze verplichting draagt bij aan het neutraliteitsbeginsel en voorkomt concurrentievoordelen tussen instellingen binnen het sociaal-maatschappelijk werk. De invulling via AMvB blijft volgens het kabinet logisch en flexibel, waardoor snel ingespeeld kan worden op maatschappelijke ontwikkelingen. Het kabinet ziet geen aanleiding voor overgangsrecht en acht de maatregel verenigbaar met het rechtszekerheidsbeginsel.

Nabestaandenregeling compensatie selectie aan de poort De regering erkent dat de voorgestelde nabestaandenregeling relatief hoge uitvoeringskosten kent, maar acht deze proportioneel gezien de ernst van de gemaakte fouten bij de selectie van aangiftes. Nabestaanden van burgers die onterecht zijn geselecteerd en gecorrigeerd, komen voor compensatie in aanmerking – ook als de gedupeerde inmiddels is overleden. De regeling draagt bij aan herstel en vertrouwen in de overheid en kent geen terugwerkende kracht. Voor aanvullende compensatie en vermogensrendementsheffing verwijst het kabinet naar het persoonlijke karakter van het recht op vergoeding. Er zijn geen structurele problemen te verwachten in de uitvoering en precedentwerking wordt uitgesloten door de specifieke aard van de regeling.

Gemeentelijk beleid en leegstandsheffing Het kabinet benadrukt dat gemeenten op basis van de Gemeentewet hun eigen leegstandsheffing kunnen vormgeven, passend bij lokale behoeften. De wet biedt de mogelijkheid, maar geen verplichting tot het opleggen van deze belasting. Lokale autonomie wordt als een democratisch gelegitimeerde keuze beschouwd en niet als ongelijkheid tussen gemeenten. De staatssecretaris bevestigt dat lopende trajecten rond leegstandbeleid door andere ministeries (zoals VRO) parallel kunnen lopen en dat samenwerking plaatsvindt bij de uitwerking van modelverordeningen.

Bron: MvF 17-11-2025 nr. 2025-0000534888