Derde nota van wijziging wetsvoorstel Belastingplan 2026
Derde nota van wijziging wetsvoorstel Belastingplan 2026
Gegevens
- Nummer
- 2025/1260
- Publicatiedatum
- 18 november 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Overig
Staatssecretaris Heijnen stuurt de Tweede Kamer de derde nota van wijziging bij het wetsvoorstel Belastingplan 2026.
Deze nota van wijziging voorkomt dat een bedrag in de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) gaat afwijken van eenzelfde bedrag in de doorschuifregeling aanmerkelijk belang (DSR ab).
Bedrijfsmiddelen met een waarde in het economische verkeer van minimaal € 100.000 (bedrag 2025) die zowel voor privédoeleinden als voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt, en daarmee volgens het leerstuk van de vermogensetikettering keuzevermogen zijn, komen met ingang van 1 januari 2025 slechts in aanmerking voor toepassing van de BOR en de DSR ab voor zover ze voor bedrijfsdoeleinden worden gebruikt. Dit is de zogenoemde keuzevermogenmaatregel in de BOR en de DSR ab. Genoemd bedrag wordt vanaf 2026 jaarlijks geïndexeerd.
De DSR ab is opgenomen in de Wet inkomstenbelasting 2001 waarvoor de tabelcorrectiefactor op grond van het wetsvoorstel beperkt wordt toegepast voor het jaar 2026.1 De BOR is opgenomen in de Successiewet 1956, waarvoor niet in het wetsvoorstel is geregeld dat de tabelcorrectiefactor beperkt wordt toegepast voor het jaar 2026. Door deze verschillende mate van indexatie zou genoemd bedrag voor de DSR ab gaan afwijken van het bedrag voor de BOR. Dit is niet gewenst. Het leidt tot een onlogisch verschil tussen de BOR en de DSR ab en het kan daardoor leiden tot een andere grondslag voor de toepassing van de BOR dan voor toepassing van de DSR ab.
Genoemd bedrag voor de DSR ab wordt door deze nota van wijziging per 1 januari 2026 ook geïndexeerd met de volledige tabelcorrectiefactor en komt daardoor, net als het bedrag voor de BOR, in 2026 na afronding uit op € 103.000.
Verder voorziet deze nota van wijziging in een redactionele aanpassing van een in het wetsvoorstel opgenomen samenloopbepaling.
Bron: MvF 14-11-2025, nr. 2025-0000535850
Wet: art. 35b, art. 35c SW en art. 4.17a, art. 4.17b, art. 4.17c Wet IB 2001