Gevolgen aangenomen amendementen pakket Belastingplan 2026
Gevolgen aangenomen amendementen pakket Belastingplan 2026
Gegevens
- Nummer
- 2025/1318
- Publicatiedatum
- 3 december 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Overig
Minister Heinen en staatssecretaris Heijnen sturen de Tweede en Eerste Kamer een brief over de aangenomen amendementen op het pakket Belastingplan 2026, de uitvoerbaarheid voor de Belastingdienst en budgettaire gevolgen.
Het amendement met de grootste budgettaire impact is het amendement Grinwis met betrekking tot box 3. Dit geeft in 2026 en 2027 een budgettaire derving van € 1,2 miljard. Daarnaast werkt dit amendement door op de wetsbehandeling box 3. Mocht de invoering van de Wet werkelijk rendement box 3 verdere vertraging oplopen, dan kost dit als gevolg van het amendement € 2,4 miljard in plaats van de eerder genoemde € 1,2 miljard.
Brandstofaccijnzen Het amendement-Grinwis (36812-32) beperkt de eerder voorgestelde verlaging van de accijnzen op benzine, diesel en LPG, waardoor deze accijnzen in 2026 minder dalen dan in het oorspronkelijke Belastingplan was voorzien. De beoogde inzet van CBAM-inkomsten wordt verlegd naar het voorkomen van bezuinigingen op het openbaar vervoer. Het amendement is uitvoerbaar voor de Belastingdienst per 1 januari 2026.
Box 3 en eigen woning Amendement 36812-47 (Grinwis, Stoffer, Vermeer) draait de voorgestelde versobering in box 3 terug: het hogere forfait voor overige bezittingen gaat niet door en het heffingvrije vermogen wordt juist volledig geïndexeerd, waardoor dit hoger uitkomt dan in het oorspronkelijke plan. Als tegenmaatregel wordt de afbouw van de Wet Hillen versneld, waardoor de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld eerder volledig verdwijnt en eigenwoningbezitters met (nagenoeg) afgeloste hypotheek de komende jaren relatief meer belasting over hun woning gaan betalen. De planning voor invoering per 1 januari 2028 is haalbaar als het momenteel bij de Tweede Kamer aanhangige wetsvoorstel uiterlijk 15 maart 2026 is aangenomen door de Tweede Kamer. In die planning past ook een voortvarende behandeling in de Eerste Kamer. Het amendement is uitvoerbaar per 1 januari 2026, als wordt geaccepteerd dat de Belastingdienst de massaal opgelegde eerste voorlopige aanslagen inkomstenbelasting berekent met de parameterwaarden voor belastingjaar 2026 zoals die bekend zijn op 14 november. Optredende verschillen worden verrekend in de definitieve-aanslagregeling.
EIA/MIA en WBSO Met amendement 36812-50 (Stultiens) wordt de energie-investeringsaftrek (EIA) en milieu-investeringsaftrek (MIA) per onderneming begrensd tot de winst van dat jaar; niet-benutte aftrek kan worden doorgeschoven, waarmee specifieke structuren worden tegengegaan maar de regelingen complexer worden en het fiscale voordeel later kan intreden of vervallen. Het amendement is uitvoerbaar met dien verstande dat dit amendement ertoe leidt dat de beschikbare ruimte voor systeemwijzigingen in de keten Inkomensheffingen per 2029 verder wordt beperkt waardoor er minder of geen ruimte is voor andere systeemwijzigingen.
Amendement 36812-73 (Van Dijk, Grinwis) zorgt voor een eenmalige indexatie van de WBSO-schijfgrens, zodat het verhoogde percentage voor speur- en ontwikkelingswerk op een iets groter deel van de loonsom kan worden toegepast, wat vooral MKB en starters relatief helpt. De maatregel is uitvoerbaar per 1 januari 2026 voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2026
Autobelastingen (EV-korting en youngtimer) Amendement 36812-102 / 36813-9 (Grinwis, Oosterhuis) verlengt de korting op de bijtelling voor emissievrije auto’s twee jaar, met 18% in 2026 en 20% in 2027 voor de eerste €30.000 cataloguswaarde, waarna vanaf 2028 weer 22% geldt. Ter compensatie wordt de youngtimerregeling aangescherpt: de leeftijdsgrens gaat in 2026 van 15 naar 16 jaar en in 2027 verder naar 25 jaar, zodat auto’s tussen deze leeftijden langer onder de reguliere bijtellingssystematiek vallen. Dit amendement is uitvoerbaar per 1 januari 2026, als wordt geaccepteerd dat de Belastingdienst de massaal opgelegde eerste voorlopige aanslagen inkomstenbelasting berekent met de parameterwaarden voor belastingjaar 2026 zoals die bekend zijn op 14 november 2025. Optredende verschillen worden verrekend in de definitieve aanslagregeling.
Lucratiefbelang en Aof-premie Amendement 36812-109 (Van Eijk, Van Dijk, Hoogeveen) stelt de invoering van de multiplier in de lucratiefbelangregeling uit naar 1 januari 2028, zodat de grondslagverbreding voor middellijk gehouden lucratieve belangen later ingaat. Ter uitvoering wordt de Aof-premie voor werkgevers in 2026 en 2027 beperkt verhoogd, via een ministeriële regeling van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Het amendement is voor de Belastingdienst uitvoerbaar per 1 januari 2028.
Fondsen voor gemene rekening Amendement 36813-10 (Van Eijk) breidt het tijdelijke overgangsrecht voor fondsen voor gemene rekening uit naar alle fondsen die op of na 1 januari 2025 zijn opgericht, zodat zij kunnen kiezen tussen transparante of niet-transparante behandelingDit creëert ongelijke behandeling met oudere, niet-transparante fondsen en brengt aanzienlijke uitvoerings- en handhavingsrisico’s mee, met name bij grote en dynamische beleggersgroepen. De Belastingdienst zal bezien hoe uitvoering zal worden gegeven aan het amendement. Daarbij wordt een uitvoeringstoets opgesteld, waarin voornoemde risico’s en overige uitvoeringsgevolgen zo goed mogelijk in beeld worden gebracht.
Vliegbelasting kleine vliegtuigen en ETS2 Amendement 36815-13 (Stultiens, Kröger, Teunissen) introduceert per 1 januari 2030 een apart, hoog tarief in de vliegbelasting voor passagiers op vluchten met vliegtuigen tot en met 19 zitplaatsen, met een afstandsafhankelijke tariefstructuur, om de relatief hoge externe kosten van dergelijke vluchten te beprijzen. De brief meldt daarnaast dat ETS2 (het tweede Europese emissiehandelssysteem voor onder meer gebouwde omgeving en wegvervoer) een jaar wordt uitgesteld naar 2028, wat inhoudt dat de invoering van de extra CO₂-beprijzing later plaatsvindt en de nationale begroting moet worden aangepast aan lagere ETS2-inkomsten in de tussenliggende jaren. Het amendement kent een aantal aandachtspunten met betrekking tot de uitvoerbaarheid voor zowel de Belastingdienst als de luchthavenexploitanten.
Bron: MvF 01-12-2025, nr. 2025-0000596877