Transitieperiode nieuwe pensioenstelsel wordt verlengd
Transitieperiode nieuwe pensioenstelsel wordt verlengd
Gegevens
- Nummer
- 2025/1326
- Publicatiedatum
- 4 december 2025
- Auteur
- Redactie
- Rubriek
- Overig
De Eerste Kamer heeft dinsdag 2 december een wetsvoorstel aangenomen om de overgangsperiode naar het nieuwe pensioenstelsel met een jaar te verlengen tot 1 januari 2028.
Op 1 januari 2028 moeten alle pensioenregelingen zijn omgezet. De Eerste Kamer heeft ingestemd met een wetswijziging die deze nieuwe einddatum mogelijk maakt; eerder lag die op 1 januari 2027. Al per 1 januari aanstaande gaan ruim 9,5 miljoen pensioenen over, waardoor meer dan de helft van alle deelnemers in 2026 al onder het nieuwe stelsel valt. Volgens minister Mariëlle Paul is dit een belangrijke mijlpaal: deelnemers krijgen een pensioen dat transparanter is, vaker mee kan bewegen met de economie en beter aansluit bij loopbanen waarin mensen niet meer veertig jaar bij één werkgever blijven. De extra termijn tot 2028 moet zorgen voor een zorgvuldige en uitvoerbare overgang voor de resterende regelingen.
Wet toekomst pensioenen Met de Wet toekomst pensioenen was vastgelegd dat fondsen tot 1 januari 2027 de tijd hadden om over te gaan. De nu aangenomen wet over de verlenging van de transitieperiode haalt die harde datum uit de pensioenwet en regelt dat de einddatum voortaan via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) wordt vastgesteld. Tegelijk met de wetswijziging komt er een AMvB die de termijn formeel verlengt tot 1 januari 2028. Zo krijgen fondsen en andere uitvoerders meer lucht om hun systemen, communicatie en besluitvorming goed te organiseren, zonder dat de modernisering van het stelsel wordt teruggedraaid.
Inhoudelijk blijft het stelsel collectief en solidair: pensioenen worden samen opgebouwd en financiële risico’s worden gedeeld. Werkgevers en werknemers betalen premies, die door pensioenuitvoerders worden belegd. Een belangrijk verschil met het oude stelsel is dat er kleinere buffers worden aangehouden. Daardoor kan een groter deel van elke ingelegde euro en het behaalde rendement direct ten goede komen aan de pensioenuitkeringen. Buffers kunnen bovendien gerichter worden ingezet, wat beweging van pensioenen – naar boven, maar zo nodig ook naar beneden – waarschijnlijker maakt dan in de periode waarin pensioenen lange tijd nauwelijks zijn verhoogd.
De nieuwe regels maken het pensioen ook persoonlijker en inzichtelijker. Het pensioen van een deelnemer is voortaan rechtstreeks gekoppeld aan alle premies die namens die persoon zijn ingelegd, plus het rendement daarop. In het oude systeem werd een groot deel van het pensioen pas aan het einde van de loopbaan opgebouwd en vond er herverdeling plaats van jong naar oud. Daardoor hadden baanwisselingen of werkloosheid laat in de carrière extra grote gevolgen. Het nieuwe stelsel sluit beter aan bij de huidige arbeidsmarkt, waarin mensen vaker van werkgever veranderen en minder lineaire loopbanen hebben.
Bron: EK 02-12-2025, ‘Transitieperiode nieuwe pensioenstelsel wordt verlengd’ en MvF 02-12-2025 ‘Voldoende tijd voor overgang naar nieuw pensioenstelsel’