Nota's nav tweede verslag pakket Belastingplan 2026

Nota's nav tweede verslag pakket Belastingplan 2026

Gegevens

Nummer
2025/1381
Publicatiedatum
16 december 2025
Auteur
Redactie
Rubriek
Overig

Staatssecretaris Heijnen biedt de Eerste Kamer de Nota’s naar aanleiding van het tweede verslag aan bij de wetsvoorstellen die horen bij het pakket Belastingplan 2026.


Tweede NnavV Belastingplan 2026 In de fiscale normering voor personenvervoer verduidelijkt het kabinet dat de pseudo‑eindheffing alleen ziet op fossiele leaseauto’s bij privégebruik (incl. woon‑werk), omdat dit als secundaire arbeidsvoorwaarde wordt gezien; puur zakelijke auto’s vallen er niet onder. De tijdelijke tariefkorting in de motorrijtuigenbelasting voor emissievrije auto’s loopt tot en met 2029; daarna is een bredere hervorming van de autobelastingen voorzien, bijvoorbeeld een grondslag op voertuigoppervlakte zodat EV’s niet structureel zwaarder worden belast.
De versobering van de youngtimerregeling wordt geraamd op € 54 miljoen structureel en treft naar schatting circa 80.000 auto’s van IB‑ondernemers en dga’s; het kabinet acht de impact beheersbaar. Ten slotte wordt het aangenomen amendement‑Grinwis c.s. over versnelling van de afbouw van de Wet Hillen toegelicht, met tabellen die laten zien dat de inkomenseffecten oplopen maar volgens het kabinet niet onaanvaardbaar of onevenredig zijn voor specifieke groepen, waaronder AOW‑gerechtigden.

Tweede NnavV wetsvoorstel DAC9 Er is gevraagd waarom een duurzaamheidsrapportage niet onder de aan te leveren informatie valt in de rapporteringsplicht. Een belastingplichtige in de zin van de Wet minimumbelasting 2024 (WMB 2024) moet door middel van een door de DAC9-richtlijn voorgeschreven standaardformulier een bijheffing-informatieaangifte indienen. Het standaardformulier vraagt alleen naar informatie die nodig is om de omvang van de verschuldigde bijheffing (minimumbelasting) vast te kunnen stellen. Voor die vaststelling is een duurzaamheidsrapportage niet nodig.

Tweede NnavV Tweede wet aanpassing Wet minimumbelasting 2024 Het kabinet verklaart dat internationaal nog wordt onderhandeld over een multilateraal geschilbeslechtingsmechanisme rond de wereldwijde minimumbelasting (Pijler 2); een startdatum is nog onbekend. Voor de zeescheepvaart benadrukt het kabinet dat binnen het OESO‑Inclusive Framework wordt ingezet op een industriespecifieke uitleg van “uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid”, zodat maritieme ondernemingen eerlijk worden behandeld. Nederland dringt hier samen met gelijkgestemde landen op aan, maar kan nationaal niet eenzijdig afwijken zonder het level playing field en de OESO‑peer review te schaden. De nota bevestigt dat de Nederlandse minimumbelastingwetgeving de EU‑richtlijn en OESO‑modelregels volgt en dat nieuwe administratieve richtsnoeren (2023–2025) nu technisch worden verwerkt.

Tweede NnavV wetsvoorstel Differentiatie vliegbelasting De nota licht het wetsvoorstel toe om de vliegbelasting naar afstand te differentiëren en beantwoordt vragen van VVD, Volt en Visseren‑Hamakers. Het kabinet verwacht nauwelijks uitwijk van luchtvaartmaatschappijen, benadrukt dat de maatregel vooral externe kosten van langeafstandsvluchten beter internaliseert en bevestigt dat alleen vertrekken uit Europees Nederland worden belast, terwijl transferpassagiers vrijgesteld blijven om netwerkkwaliteit en concurrentiepositie te beschermen.

Nadere vragen over impactanalyse btw-verhoging op logies De nota beantwoordt nadere vragen van de Eerste Kamer over de impactanalyse van de btw‑verhoging op logies en de cumulatieve weglekeffecten van hogere brandstof‑ en tabaksaccijnzen en btw op logies. Een totaalbedrag voor deze weglek is niet betrouwbaar te bepalen, omdat het om een hypothetisch scenario gaat en gedrag verandert bij hogere prijzen. Onderzoek naar brandstofaccijnzen laat beperkte effecten op totale accijnsinkomsten zien, al zijn effecten voor individuele tankstations aanzienlijk. Bij tabak is het aandeel buitenlandse of niet‑Nederlandse sigaretten sterk toegenomen; verdere accijnsverhoging levert naar verwachting geen extra opbrengst op, maar draagt wel bij aan minder roken. De btw‑verhoging op logies leidt volgens de impactanalyse tot circa 6,2% minder toeristische overnachtingen en een weglekeffect van 4,3%, waarbij een deel van de bestedingen verschuift naar andere uitgaven in Nederland.

Bron: MvF 12-12-2025, nr. 2025-0000608816