Nadere informatie over belasten werkelijk rendement box 3

Nadere informatie over belasten werkelijk rendement box 3

Gegevens

Nummer
2024/652
Publicatiedatum
11 juni 2024
Auteur
Redactie
Rubriek
Overig

In het tweeminutendebat van 23 mei 2024 heeft de staatssecretaris toegezegd de Tweede Kamer te informeren over een aantal onderwerpen betreffende het conceptwetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3. In de Kamerbrief van 7 juni 2024 komt de staatssecretaris deze toezegging na.


Volgens de staatssecretaris is geen sprake van staatssteun voor aandelenbelangen van minder dan 5% die in box 3 belast worden. Voor staatssteunanalyse staat de vraag centraal of sprake is van een selectief voordeel. Daarvan is sprake als een maatregel afwijkt van het referentiestelsel (het normale belastingregime) die een voordeel toekent aan een specifieke groep ondernemers. Alle aandelenbelangen van minder dan 5% worden in box 3 op dezelfde manier belast. Er is geen afwijking van het referentiestelsel en het toekennen van een selectief voordeel. Van staatssteun is daarom geen sprake.

Het voorgestelde stelsel en alternatieve stelsels Het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) ziet ook wel het nut en noodzaak in van het conceptwetsvoorstel (hierna: wetsvoorstel). Het ATR vraagt aandacht voor de voor- en nadelen van het voorgestelde stelsel ten opzichte van alternatieve stelsels. De huidige vormgeving van het wetsvoorstel is na uitvoerige gedachtewisseling tot stand gekomen. Daarbij zijn ook de voor- en nadelen van een vermogenswinstbelasting en een vermogensaanwasbelasting uitvoerig aan de orde gekomen. Het perfecte box 3-stelsel bestaat niet.

Theoretisch onderscheid in werkelijkheid niet te maken Het ATR is van mening dat de werkbaarheid van het voorstel kan worden verbeterd door een beter onderscheid tussen courante en incourante vermogensbestanddelen, maar onderkent dat dit onderscheid in de praktijk lastig is te maken. Dit kan de staatssecretaris beamen. Een onderscheid kan bovendien tot staatssteunrisico’s leiden. Daarnaast heeft de Nederlandse Vereniging van Banken aangegeven dat een vermogenswinstregime voor niet-liquide beleggingen gevolgen heeft voor de aanlevering van gegevens door banken.

Belasten werkelijk rendement leidt tot toename regeldruk Het belasten van werkelijk rendement in plaats van een forfaitair rendement gaat onvermijdbaar gepaard met een toename van de regeldruk. Waar mogelijk is bij de vormgeving van het wetsvoorstel gekozen voor de minst belastende optie voor burgers.

De gevolgen van de arresten van de Hoge Raad De staatssecretaris zal naar aanleiding van de arresten van de Hoge Raad over box 3 beoordelen welke acties noodzakelijk zijn en samen met beantwoording van Kamervragen van Grinwis (ChristenUnie) de Tweede Kamer daarover nader informeren.

Bron: MvF 07-06-2024, nr.2024-0000339991
Wet: art. 5.2 en art. 5.3 Wet IB 2001
Practice note: Box 3, vermogensrendementheffing