Verhuur gastenkamers door hospice geen short stay verhuur

Verhuur gastenkamers door hospice geen short stay verhuur

Gegevens

Nummer
2024/1134
Publicatiedatum
9 oktober 2024
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2024:6498
Rubriek
Uitspraak

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geoordeeld dat de toekomstige terbeschikkingstelling van gastenkamers in een bijna-thuis-huis een vrijgestelde prestatie is voor de omzetbelasting.


Een stichting stelt in een ‘bijna-thuis-huis’ gastenkamers ter beschikking aan terminale patiënten. Bij de bouw van een ‘bijna-thuis-huis’ heeft de stichting de in rekening gebrachte btw teruggevraagd, maar de Belastingdienst heeft de gevraagde teruggave geweigerd. Bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is in geschil of de terbeschikkingstelling van de gastenkamer een belaste prestatie voor de omzetbelasting is of niet.

Diensten hospice meer dan alleen short stay verhuur De rechtbank heeft vastgesteld dat de diensten van stichting niet enkel bestaan uit het verhuren van kamers, maar ook uit het verlenen van zorg en ondersteuning in brede zin. Daaronder ook te verstaan emotionele steun door vrijwilligers en coördinatie van externe zorg. De diensten van de stichting zijn daarom niet enkel als short stay verhuur aan te merken. Volgens de rechtbank zijn deze diensten te kwalificeren als vrijgestelde diensten voor de omzetbelasting

Vertrouwens- of rechtszekerheidsbeginsel niet van toepassing De stichting heeft geen verzoek gedaan om te worden erkend als instelling van sociale of culturele aard en de inspecteur heeft de stichting ook niet bij beschikking erkend als een instelling van sociale of culturele aard. De stichting is van mening dat hieruit volgt dat de stichting een beroep op het vertrouwens- of rechtszekerheidsbeginsel kan doen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat voor de toepassing van de vrijstelling omzetbelasting geen beschikking vereist is. De inspecteur heeft de teruggave omzetbelasting daarom terecht geweigerd.

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 23-09-2024 (gepubl. 03-10-2024) (ECLI:NL:RBZWB:2024:6498)
Wet: art. 11 lid 1 onderdeel f en g Wet OB 1968 en art. 7 lid 1 Uitv besl OB 1968