NOB: Onderzoek alternatieven voor aanpassing BOR en DSR

NOB: Onderzoek alternatieven voor aanpassing BOR en DSR

Gegevens

Nummer
2024/1205
Publicatiedatum
22 oktober 2024
Auteur
Redactie
Rubriek
Overig

De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs pleit ervoor om de nu voorliggende wetsvoorstellen te heroverwegen en de tijd te nemen om te zoeken naar andere (betere) oplossingen voor aanpassing van de BOR en DSR.


Dit schrijft de NOB in een aanvullende reactie op het Wetsvoorstel aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 en de Nota van Wijziging.
In de Nota van Wijziging op het Wetsvoorstel aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 wordt een regeling voorgesteld voor de zogenoemde ‘hybride preferente aandelen’. Daarmee is, samen met het wetsvoorstel zelf, een compleet beeld ontstaan van de toekomstige behandeling van preferente en hybride preferente aandelen voor de toepassing van de BOR en de DSR.

Nadelige positie De NOB begrijpt dat voor hybride preferente aandelen nu gekozen wordt voor een systematiek waarbij de aandelen niet opeens volledig ‘van kleur verschieten’ naar preferente aandelen. Maar het complete beeld dat nu voorligt voor preferente aandelen baart de NOB de nodige zorgen. In de reactie geeft de NOB een aantal voorbeelden van veel voorkomende situaties waarin aandelen opeens als ‘preferent aandeel’ worden aangemerkt en daarmee, volgens de NOB ten onrechte, in een nadelige positie terecht komen.
Vervolgens schetst de NOB een zevental (deels principiële) probleempunten. Het beeld dat daaruit naar voren komt is zodanig dat de NOB zich afvraagt of de gekozen richting wel juridisch houdbaar en uitvoerbaar is. Het belangrijkste bezwaar is dat de voorliggende wetsvoorstellen (veel) reguliere gevallen treffen die, naar de ratio van de BOR/DSR, wel gefaciliteerd dienen te worden. Daarnaast is een groot bezwaar dat aandeelhouders worden uitgesloten door handelingen van andere aandeelhouders. Ten slotte wijst de NOB erop dat het opsplitsen in een preferent en niet-preferent deel in de praktijk erg complex zal zijn en de samenhang met de bezits- en voortzettingseis tot aanvullende complexiteit zal zorgen.
De NOB pleit ervoor om de nu voorliggende wetsvoorstellen te heroverwegen en de tijd te nemen om te zoeken naar andere (betere) oplossingen voor aanpassing van de BOR en DSR.

Bron: NOB, 17-10-2024
Wet: art. 35b en art. 35f SW, en art. 4.17a en art. 4.17c Wet IB 2001
Practice note: Bedrijfsopvolging binnen de familie