Geen matiging IMSV bij zaak van vóór 31 mei 2024

Geen matiging IMSV bij zaak van vóór 31 mei 2024

Gegevens

Nummer
2024/1323
Publicatiedatum
15 november 2024
Auteur
Redactie
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2024:2036
Rubriek
Uitspraak

De immateriële schadevergoeding bij een overschrijding van de redelijke termijn bedraagt € 500 per half jaar dat de termijn is overschreden, als de procedure vóór 31 mei 2024 is begonnen.


Een man is in beroep gegaan tegen een WOZ-beschikking. In deze procedure constateert de rechtbank dat de redelijke termijn voor de behandeling van het bezwaar en beroep is overschreden. Het gaat om een overschrijding van bijna vijf maanden. De rechtbank heeft een vergoeding voor immateriële schade gehanteerd van € 50 per half jaar. Deze vergoeding is zo laag omdat de rechtbank het financiële belang van deze zaak gering vindt.

Voorwaarden matiging immateriële schadevergoeding In hoger beroep haalt Hof Den Haag uit de rechtspraak (waaronder een arrest van de Hoge Raad van 27 september 2024) dat het uitgangspunt is dat een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn gelijk is aan € 500 per half jaar waarmee die termijn is overschreden. Van dit uitgangspunt is alleen af te wijken als het financiële belang bij de procedure minder dan € 1.000 bedraagt. Bovendien mag de redelijke termijn met hooguit twaalf maanden zijn overschreden. Aan deze voorwaarden is in deze zaak voldaan. Maar de Hoge Raad heeft in een ander arrest van wel overgangsrecht opgesteld. Dit overgangsrecht geldt voor procedures die vóór 31 mei 2024 zijn begonnen. Op grond van dit overgangsrecht moet de gemeente de man toch een immateriële schadevergoeding betalen van € 500.

Bron: Hof Den Haag 09-10-2024 (gepubl. 13-11-2024) (ECLI:NL:GHDHA:2024:2036) (ECLI:NL:GHDHA:2024:2037), (ECLI:NL:GHDHA:2024:2038), Hoge Raad 27-09-2024 (ECLI:NL:HR:2024:1299), Hoge Raad 31-05-2024 (ECLI:NL:HR:2024:567)
Wet: art. 8:75 Awb, art. 2 en bijlage BPB
Meer info: Immateriële schadevergoeding in principe niet beperkt (BZ Actueel 01-10-2024)
Practice note: Vergoeding van (proces)kosten, schade en dwangsommen