Kabinetsreactie rapport vermogen in familiestichtingen

Kabinetsreactie rapport vermogen in familiestichtingen

Gegevens

Nummer
2025/473
Publicatiedatum
25 april 2025
Auteur
Redactie
Rubriek
Overig

De fiscale behandeling van familiestichtingen is relatief gunstig. Het kabinet erkent dat dit kan leiden tot een ongewenst heffingsvacuüm en wil daarom nader onderzoek laten doen. Dit schrijft staatssecretaris Van Oostenbruggen in een kabinetsreactie op het onderzoek naar het vermogen in familiestichtingen.


Op 17 februari heeft de staatssecretaris van Financiën een onderzoek naar het vermogen in familiestichtingen naar de Tweede Kamer gestuurd. Het onderzoek heeft nieuwe inzichten opgeleverd door data van het Handelsregister van de Kamer van Koophandel te combineren met gegevens van de Belastingdienst. Begin 2022 telde Nederland 234.200 stichtingen, waarvan 66.800 (39%) als feitelijke familiestichting kwalificeerden. Deze stichtingen bezaten gezamenlijk € 30,8 miljard aan vermogen, voornamelijk beleggingsvermogen zoals huurwoningen en effecten. Uit het onderzoek blijkt dat het rendement op dit vermogen in 82% tot 99,7% van de gevallen niet in de belastingheffing is betrokken. Bovendien behoren de families achter deze stichtingen vaak tot de meest vermogende Nederlanders.

Conclusies en aanbevelingen De fiscale behandeling van familiestichtingen blijkt relatief gunstig te zijn. Het kabinet erkent dat dit kan leiden tot een ongewenst heffingsvacuüm en wil daarom nader onderzoek laten doen. Het kabinet volgt de aanbeveling op om de antimisbruikwetgeving over afgezonderd particulier vermogen te evalueren en zal dit onderzoek opnemen in de strategische evaluatieagenda van de Miljoenennota 2026. Daarnaast wil het kabinet de vennootschapsbelastingplicht van stichtingen verder onderzoeken en komt voor de zomer met een reactie op de evaluatie van de ANBI-regeling.

Bron: MvF, 24-04-2025, nr. 2025-0000104294, Kamerbrief kabinetsreactie op het rapport over het vermogen in familiestichtingen