NOB kritisch op aanpak constructie ongelijke breukdelengemeenschap

NOB kritisch op aanpak constructie ongelijke breukdelengemeenschap

Gegevens

Nummer
2025/559
Publicatiedatum
19 mei 2025
Auteur
Redactie
Rubriek
Overig

De NOB waarschuwt dat het wetsvoorstel tegen belastingontwijking via ongelijke breukdelen te ver reikt. De voorgestelde regeling zou ook legitieme civielrechtelijke keuzes onterecht belasten.


De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft op 14 mei 2025 gereageerd op de internetconsultatie over de voorgestelde wijziging van artikel 11 Successiewet 1956. Deze wijziging beoogt belastingontwijking via civielrechtelijke structuren met ongelijke breukdelen tegen te gaan. De NOB onderschrijft het belang van effectieve bestrijding van misbruik, maar stelt dat het voorstel in zijn huidige vorm te ver gaat.

Geen onderscheid tussen misbruik en legitieme keuzes Volgens de NOB maakt het voorstel geen onderscheid tussen fiscaal gemotiveerde constructies en situaties waarin echtgenoten om legitieme redenen kiezen voor een ongelijke verdeling, zoals bij tweede huwelijken of vermogensongelijkheid. Hierdoor wordt in alle gevallen belasting geheven, ook als er geen sprake is van schenking of vererving in economische zin. De NOB pleit daarom voor een tegenbewijsregeling en een motief- of tijdsbegrenzing, zoals een 180-dagenregel.

Onwenselijke gevolgen voor civielrechtelijke autonomie De NOB stelt dat het voorstel de vrijheid van echtgenoten om hun huwelijksvermogensrecht vorm te geven onnodig beperkt. Ook wordt gewaarschuwd voor belastingheffing over ‘eigen vermogen’ en voor het verlies van overgangsrecht bij technische wijzigingen van huwelijkse voorwaarden. In grensoverschrijdende situaties kunnen echtgenoten bovendien onbewust hun overgangsrecht verliezen.
De NOB roept op tot herziening van het voorstel, met aandacht voor uitvoerbaarheid, rechtszekerheid en proportionaliteit. Alleen dan kan het doel – het bestrijden van onbedoelde belastingbesparing – worden bereikt zonder de civiele rechtspraktijk onevenredig te belasten.

Bron: NOB, 15-05-2025
Wet: art. 11 SW