Pensioenfonds verricht btw-vrijgestelde verzekeringsprestaties
Pensioenfonds verricht btw-vrijgestelde verzekeringsprestaties
Gegevens
Het pensioenfonds verricht vrijgestelde verzekeringsprestaties en heeft dus geen recht op aftrek van omzetbelasting op de uitvoeringskosten. Er bestaat namelijk een rechtsbetrekking tussen de werknemers/deelnemers en het pensioenfonds en er is voldaan aan de drie vereisten die door het Hof van Justitie zijn gesteld aan verzekeringsprestaties.
Een algemeen pensioenfonds dat pensioenovereenkomsten uitvoert voor diverse werkgevers heeft bezwaar gemaakt tegen de weigering van aftrek van omzetbelasting over het eerste kwartaal 2022. Het pensioenfonds voert voor meerdere werkgevers pensioenregelingen uit, ondergebracht in verschillende collectiviteitskringen met elk een afgescheiden vermogen. Voor deze zaak betreft het specifiek Pensioenkring [pensioenkring 1], waarbij vier ondernemingen verplicht zijn hun werknemers een pensioen toe te zeggen volgens de cao. De werkgevers betalen 73% van de pensioenpremies en werknemers 27%. Het pensioenfonds heeft over het eerste kwartaal 2022 een bedrag van 31.244 euro aan omzetbelasting in rekening gebracht gekregen voor uitvoeringskosten. Het pensioenfonds stelt dat het een btw-belaste prestatie verricht aan de werkgevers en recht heeft op aftrek van voorbelasting.
Rechtsbetrekking tussen deelnemers en pensioenfonds De rechtbank oordeelt dat er wel degelijk een rechtsbetrekking bestaat tussen het pensioenfonds en de werknemers. De deelnemers hebben een rechtstreekse aanspraak jegens het pensioenfonds op een uitkering, zoals vastgelegd in het pensioenreglement. Uit het pensioenreglement blijkt dat de deelnemer, werkgever en pensioenfonds de betrokken partijen zijn, waaruit een contractuele betrekking volgt. Ook de verplichting van werknemers om deel te nemen aan de pensioenovereenkomst en zelf premies te betalen bevestigt deze rechtsbetrekking. Het maakt daarbij niet uit dat de werkgever de premies eerst inhoudt op het loon en daarna afdraagt.
Drie voorwaarden verzekeringsprestatie vervuld De rechtbank stelt vast dat aan alle drie door het Hof van Justitie gestelde voorwaarden wordt voldaan. Aan de eerste voorwaarde van premiebetaling wordt voldaan omdat werkgevers jaarlijks premies moeten voldoen, inclusief het door werknemers verschuldigde deel. De tweede voorwaarde betreft het verzekerde risico: het pensioenfonds moet premiebetalingen aanwenden voor het opvangen van financiële gevolgen bij ouderdom, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Ook de derde voorwaarde is vervuld: het pensioenfonds heeft de verplichting tot uitkering wanneer het verzekerde risico zich voordoet. Het beroep van het pensioenfonds is ongegrond, omdat het verzekeringsprestaties verricht die zijn vrijgesteld van omzetbelasting.
Bron: Rb. Gelderland 25-04-25 (gepubl. 30-05-25), ECLI:NL:RBGEL:2025:3218
Wet: art. 11 lid 1 onderdeel k Wet OB 1968