Home

Gerechtshof Den Haag, 17-08-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1531, 200.255.192/01 en 200.259.904/01

Gerechtshof Den Haag, 17-08-2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:1531, 200.255.192/01 en 200.259.904/01

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
17 augustus 2021
Datum publicatie
18 augustus 2021
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2021:1531
Formele relaties
Zaaknummer
200.255.192/01 en 200.259.904/01

Inhoudsindicatie

Gemeente geeft grond in erfpacht uit. Nieuw gemeentebeleid omtrent de hoogte van de koopprijs bloot eigendom. Hof wenst meer uitleg van de Gemeente. Mondelinge Behandeling gelast.

Het nieuwe beleid is te plotseling ingevoerd. De algemene erfpachtvoorwaarden zijn geldig.

Uitspraak

Afdeling Civiel recht

Zaaknummers : 200.255.192/01 en 200.259.904/01

Zaaknummer rechtbank : C/09/540873/ HA ZA 17-1049 Vindplaats vonnis : ECLI:NL:RBDHA:2018:14139

Arrest (uitspraak) van 17 augustus 2021

in de zaak met zaaknummer 200.255.192/01 (hierna: Zaak I) van:

1 Belangenvereniging Erfpacht Zaanstad,

gevestigd te Zaanstad ,

hierna te noemen: BEZ,

wonende te [woonplaats] ,hierna te noemen: [appellant 2] c.s.,

wonende te [woonplaats] ,hierna te noemen: [appellant 3] ,

wonende te [woonplaats] ,hierna te noemen: [appellant 4] c.s.,

wonende te [woonplaats] ,hierna te noemen: [appellant 5] c.s.,

wonende te [woonplaats] ,hierna te noemen: [appellant 6] c.s.,

appellanten 2 tot en met 6 samen te noemen: Erfpachters, appellanten 1 tot en met 6 samen te noemen: BEZ c.s. (vrouwelijk enkelvoud),

advocaat: mr. L.E. de Geer te Amsterdam,

tegen

Gemeente Zaanstad,

zetelend te Zaanstad,

geïntimeerde,hierna te noemen: de Gemeente,

advocaat: mr. M.W. Langhout te Haarlem,

en in de daarmee gevoegde zaak met zaaknummer 200.259.904/01 (hierna: Zaak II) van:

Gemeente Zaanstad,

zetelend te Zaanstad,

appellante,

advocaat: mr. M.W. Langhout te Haarlem,

tegen

gevestigd te Zaanstad,

wonende te [woonplaats] ,

wonende te [woonplaats] ,

wonende te [woonplaats] ,

wonende te [woonplaats] ,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerden.

advocaat: mr. L.E. de Geer te Amsterdam,

De Zaken I en II zijn gevoegd en richten zich tegen hetzelfde vonnis van de rechtbank Den Haag van 28 november 2018 (hierna: het vonnis of het bestreden vonnis). Hierna zullen beide zaken daarom ‘de zaak’ worden genoemd, tenzij er reden is om ze apart te noemen.

1 De processtappen

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit de volgende stukken:

-

het bestreden vonnis en het procesdossier bij de rechtbank;

-

de processtukken in hoger beroep te weten:

in Zaak I:

-

de dagvaarding in hoger beroep van BEZ c.s. van 13 februari 2019;

-

de memorie van grieven met incidentele vordering op grond van artikel 843a Rv van BEZ c.s. (met producties);

-

de conclusie van antwoord in het incident van de Gemeente;

-

het arrest van 10 december 2019 in het incident op grond van artikel 843a Rv;

-

de memorie van antwoord van de Gemeente (met producties);

in Zaak II:

-

de dagvaarding in hoger beroep van de Gemeente van 18 februari 2019;

-

de memorie van grieven van de Gemeente (met producties);

-

de incidentele vordering op grond van artikel 222 Rv van BEZ c.s.

-

de conclusie van antwoord in het incident van de Gemeente;

-

het arrest van 17 maart 2020 in het incident ex artikel 222 Rv waarin de voeging van Zaak I en II is bevolen;

-

de memorie van antwoord met voorwaardelijk incidenteel appel van BEZ c.s.;

-

de memorie van antwoord in het voorwaardelijk incidenteel appel van de Gemeente (met producties).

1.2.

Op 18 maart 2021 is de zaak tijdens een fysieke zitting door partijen bepleit. Ter gelegenheid daarvan hebben de advocaten namens partijen ieder een pleitnota overgelegd. Aan het slot van de zitting is arrest bepaald. Later toegezonden producties behoren niet tot het huidige procesdossier.

2 De zaak in het kort

2.1.

De Gemeente geeft grond in erfpacht uit. Vanaf 1995 biedt de Gemeente particuliere woningbezitters met erfpacht de mogelijkheid om de in erfpacht uitgegeven grond (de bloot eigendom) te kopen. De Gemeente heeft toen een bepaald beleid ontwikkeld voor de vaststelling van de koopprijs van de grond. In 2006 is dit beleid op een onderdeel aangepast. In 2007 is de Gemeente met nieuw beleid gekomen. Hierdoor werd de grond vele malen duurder. BEZ c.s. vindt dit onterecht en is een procedure begonnen tegen de Gemeente. Volgens de rechtbank mag de Gemeente wel degelijk dit nieuwe beleid hanteren en mag de Gemeente ook gebruik maken haar bevoegdheid in de algemene voorwaarden om het beleid te wijzigen. Wél is het nieuwe beleid over de koopprijs van de grond te plotseling ingevoerd. Dat had niet gemogen. Deze punten spelen ook in hoger beroep.

3 Wat het hof beslist

4 Inhoudsopgave bij dit arrest

6 De vordering van BEZ c.s. bij de rechtbank en het vonnis

7 De vorderingen in hoger beroep

8 Beoordeling: Algemeen

9 Beoordeling: de LJN AB1978 en LJN AB1991 (geschilpunt i)

10 Beoordeling: De duur van het erfpachtrecht van [appellant 3] , geschilpunt (v)

13 Beoordeling: De inhoud van het Omzettingsbeleid 2007 (geschilpunt iv)

14 Tussenconclusie