Rechtbank Den Haag, 28-11-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:14139, C-09-540873-HA ZA 17-1049
Rechtbank Den Haag, 28-11-2018, ECLI:NL:RBDHA:2018:14139, C-09-540873-HA ZA 17-1049
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Den Haag
- Datum uitspraak
- 28 november 2018
- Datum publicatie
- 30 november 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBDHA:2018:14139
- Formele relaties
- Hoger beroep: ECLI:NL:GHDHA:2021:1531, Overig
- Zaaknummer
- C-09-540873-HA ZA 17-1049
Inhoudsindicatie
Overheidsaansprakelijkheid. Erfpacht in de gemeente Zaanstad. Totstandkoming en inhoud wijziging omzettingsbeleid onrechtmatig? Algemene erfpachtbepalingen onredelijk bezwarend? Ontvankelijkheid Belangenvereniging Erfpachters Zaanstad 3:305a BW. Schending formele zorgvuldigheidsbeginsel (artikel 3:4 lid 1 Awb) door bij de totstandkoming van het omzettingsbeleid de belangen van erfpachters van grond bestemd voor particuliere woningbouwterreinen onvoldoende mee te wegen, al dan niet in samenhang bezien met het ongeschreven vertrouwensbeginsel. Intrekking eerdere uitvoeringsregels met beperkte looptijd in besloten gemeenteraadsvergadering zonder vooraankondiging ingetrokken en nieuw beleid met ingrijpende beleidswijziging zonder overgangsregeling en met onmiddellijke werking. Inhoud omzettingsbeleid niet onrechtmatig. Inhoud en omvang erfpachtrecht (5:85 BW). Geen onrechtmatig handelen door actuele, marktconforme waarde tot uitgangspunt te nemen bij prijs bloot eigendom, zonder rekening te houden met de marktwaarde van het erfpachtrecht. Geen onrechtmatige berekeningswijze prijs bloot eigendom. Onvoldoende feitelijke onderbouwing dat sprake is van beleid op grond waarvan niet-marktconforme prijs wordt gevraagd. Geen schending redelijkheid en billijkheid, algemene beginselen behoorlijk bestuur, artikelen 1 EP, 24 Mw. Toetsing algemene erfpachtbepalingen aan artikelen 6:231 BW, 6:233 BW en 6:237 BW, Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van Europese Gemeenschappen van 5 april 1993 (Richtlijn oneerlijke bedingen), indicatieve ‘blauwe lijst’. Abstracte toetsing. Geschilbeslechtingsbepaling zonder toegang tot overheidsrechter onredelijk bezwarend.
Uitspraak
vonnis
Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/540873 / HA ZA 17-1049
Vonnis van 28 november 2018
in de zaak van
1 BELANGENVERENIGING ERFPACHT ZAANSTADte Zaandam, gemeente Zaanstad
2. [eisende partij 2a] en [eisende partij 2b] te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1]
3. [eisende partij 3] te [plaats 1] , gemeente [gemeente 1]
4. [eisende partij 4a] en [eisende partij 4b] te [plaats 2] ,
5. [eisende partij 5a] en [eisende partij 5b] te [plaats 3] , gemeente [gemeente 1] ,
6. [eisende partij 6a] en [eisende partij 6b] te [plaats 3] , gemeente [gemeente 1]
eisers,
advocaat mr. L.E. de Geer te Amsterdam,
tegen
GEMEENTE ZAANSTAD te Zaandam,
gedaagde,
advocaat mr. H. van Lier te Haarlem.
Partijen zullen hierna BEZ (eiseres 1), [eisers 2] (eisers 2), [eiser 3] (eiser 3), [eisers 4] (eisers 4), [eisers 5] (eisers 5) en [eisers 6] (eisers 5), Erfpachters (eisers 2 tot en met 6) en BEZ c.s. (eisers 1 tot en met 6) en de Gemeente genoemd worden.
1 De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
-
de dagvaarding van 7 oktober 2016 met de producties 1 tot en met 48;
- -
-
de conclusie van antwoord met de producties 1 tot en met 22;
- -
-
de conclusie van repliek tevens houdende een akte wijziging van eis, met de producties
49 tot en met 55;
- -
-
de conclusie van dupliek tevens houdende een antwoord op de eiswijziging;
- -
-
het tussenvonnis van de rechtbank Noord-Holland 4 oktober 2017, waarbij de zaak verwezen is naar de rechtbank Den Haag;
- -
-
het tussenvonnis van deze rechtbank van 8 november 2017, waarbij een comparitie van partijen is bevolen;
- -
-
het proces-verbaal van comparitie van 5 juli 2018 en de daarin vermelde stukken;
- -
-
de akte na comparitie van 1 augustus 2018, tevens houdende eiswijziging;
- -
-
de antwoordakte van 15 augustus 2018 van de zijde van de Gemeente.
Het proces-verbaal van de comparitie van 5 juli 2018 is buiten aanwezigheid van partijen opgemaakt. Zij zijn in de gelegenheid gesteld opmerkingen van feitelijke aard op de verslaglegging kenbaar te maken. BEZ c.s. heeft bij brief van 23 augustus 2018 gereageerd en de Gemeente bij brief van 11 september 2018. De rechtbank leest het proces-verbaal met inachtneming van deze brieven.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.
2 De feiten
BEZ is een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid opgericht op 22 juni 2012. In artikel 2 van de akte van oprichting is als statutaire doelomschrijving opgenomen:
“(…)
1. De vereniging heeft ten doel:
Het behartigen van de belangen van eigenaren van huizen op erfpacht in de gemeente Zaanstad en het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
2. De vereniging tracht dit doel onder meer te bereiken door:
- het tot stand brengen van een collectieve regeling voor verenigingsleden met de gemeente
Zaandstad en andere grondeigenaren om bebouwde grond in vol eigendom;
- -
-
het organiseren van activiteiten die aan het doel van de vereniging dienstbaar zijn;
- -
-
het onderhouden van contacten met instellingen en personen.
(…)”
De Gemeente geeft grond in erfpacht uit voor particuliere bewoning. Erfpachters zijn particuliere eigenaren van woningen die gebouwd zijn op door de Gemeente in erfpacht uitgegeven grond.
Algemene Bepalingen
De Gemeente hanteert algemene bepalingen voor de uitgifte van grond in erfpacht. Afhankelijk van het moment van uitgifte gelden de algemene bepalingen van 1906, respectievelijk 1927, 1978 en 1991 (hierna, voor wat betreft 1978 en 1991 te noemen: LJN AB1978 en LJN AB1991).Vanaf 1 juni 1991 is alleen nog maar grond voor particuliere bewoning in erfpacht uitgegeven met toepassing van LJN AB1991.
Omzettingsbeleid van de Gemeente
Historisch heeft de Gemeente in beginsel al haar grond in erfpacht uitgegeven en was het niet mogelijk om het bloot eigendom van die grond te kopen. Dit beleid van de Gemeente is gewijzigd. Deze beleidswijziging gold eerst, ter uitvoering van het collegeprogramma van 1986, alleen voor bedrijfsterreinen. Nadien, ter uitvoering van het collegeprogramma 1994-1998, is zij ook komen te gelden voor particuliere woningbouwterreinen. Sindsdien kunnen in de Gemeente nieuwe gronduitgiften naar keuze in erfpacht of vol eigendom plaatsvinden en kunnen bestaande erfpachtrechten tegen betaling in vol eigendom worden omgezet. De voorwaarden en de beperkte uitzonderingsgevallen worden in een nota door de gemeenteraad van de Gemeente (hierna: de Gemeenteraad) vastgesteld.
Bij besluit van 14 september 1995 heeft de Gemeenteraad de Nota omzetting erfpacht in vol eigendom bij woningbouwterreinen van juni 1995 (hierna: Omzettingsbeleid 1995) aangenomen. In het Omzettingsbeleid 1995 wordt voor de vaststelling van de door de erfpachter op een bepaalde peildatum te betalen prijs om tot omzetting van erfpacht in vol eigendom te komen, voor zover in dezen relevant, de startwaarde (de bij uitgifte gehanteerde grondwaarde) als uitgangspunt genomen. Deze grondwaarde wordt vervolgens geïndexeerd met 2,5 procent vanaf de datum van uitgifte tot de datum van afloop van de erfpachtovereenkomst (50 jaar). De als gevolg van deze berekening verkregen nieuwe grondwaarde wordt met een rekenrente van 6,5 procent contant gemaakt tot de peildatum (de datum van de voorgenomen omzetting).
De Gemeente heeft het Omzettingsbeleid 1995 toegelicht in een brochure (hierna: de Brochure) die zij onder alle erfpachters met grond in de gemeente Zaanstad heeft verspreid.
De Gemeente heeft ten behoeve van besluitvorming in de Gemeenteraad de Uitvoeringsnota Sturend Grondbeleid 2006 (hierna: Uitvoeringsnota 2006) opgesteld. De Uitvoeringsnota 2006 bevat onder meer de volgende passages:
“(…)
Wijziging Beleid In het onderhandelingsakkoord is aangegeven dat de nieuwe beleidslijn wordt dat ook voor sociale woningbouw een marktconforme grondprijs wordt gehanteerd (…)
Omzetting bestaande erfpachtcontracten (…)
Rentepercentage contant maken grondwaarde
Het zogenaamde contante waardesysteem (…) gaat er dus vanuit dat de koopsom vanaf de transportdatum wordt vastgezet tot de einddatum van de afkoopperiode van 50 jaar tegen een bepaald rentepercentage en alsdan is aangegroeid tot de geïndexeerde grondwaarde (= oorspronkelijke grondwaarde/afkoopsom met 2,5% geïndexeerd gedurende een periode van 50 jaar)
Voor dit terugrekenen van de grondwaarde — het contant maken – werd tot nu toe een vast
rentepercentage van 6,5 % gehanteerd. Destijds is bij de vaststelling daarvan voorbij gegaan aan de mogelijkheid, dat dit rentepercentage in de loop der jaren aan fluctuaties onderhevig zou zijn. Het percentage van 6,5 % kan gelet op het huidige renteniveau op geen enkele wijze worden waargemaakt, het geen betekent dat de gemeente op de afkoopsommen toelegt. Dit naast het feit dat sinds 1995 de koopsommen van woningen en dus ook de grondprijzen van bij deze woningen behorende kavels, flink in waarde zijn gestegen.
Met ingang van 2006 is het voorstel om dit vaste percentage los te laten en wordt het
rentepercentage, waarbij de geïndexeerde grondprijs vanaf de einddatum van de afkoopperiode contant wordt gemaakt tot de transportdatum, jaarlijks afzonderlijk vastgesteld. Teneinde grote fluctuaties bij de vaststelling van de contante waarde en dus de in de koopsommen te voorkomen, wordt deze rekenrente bepaald aan de hand van het gewogen gemiddelde van de interne reken rente van de Gemeente Zaanstad over de afgelopen 5 jaar. Voor 2006 zou deze rekenrente op basis van deze benadering uitkomen op 4,5%,
Het onmiddellijk en onverkort toepassen van dit percentage zal leiden tot een flinke verhoging van de koopsommen. Bij de contracten afgesloten in begin jaren 90 betekent dit een stijging van de koopsom tussen de 90 en 100% is. Bij de contracten kort na 1978 gesloten bedraagt de stijging rond de 55%. Indien de omzetting van erfpacht naar vol eigendom plaatsvindt over bv. 8 jaar blijkt het stijgingspercentage t.o.v. de huidige rekenrente al flink af te nemen met circa 20 tot 30%. Afgezet tegen de huidige marktwaarde van de grond is deze gewijzigde prijsstelling verdedigbaar.
Hoewel qua marktwaarde en rekenkundig verdedigbaar, is invoering in één stap niet redelijk en is een overgangsperiode gewenst. Voor de lopende offerteaanvragen voor transacties in 2006 is daarom deze overgang gehanteerd. Bovendien is een goede informatie aan de burgers en makelaardij over de gewijzigde systematiek gewenst.
Teneinde hieraan tegemoet te komen wordt het gewijzigde rentepercentage gefaseerd ingevoerd.
Hierbij wordt elk kwartaal, te beginnen met 1 juli 2006, de rente met 0,5% aanpast in de richting van het gewogen gemiddelde over de 5 jaar voorafgaand aan het betreffende rekenjaar, waarin men zich bevindt. In de huidige situatie zal dan — uitgaande van ongewijzigde omstandigheden – per 1 april 2007 het gewenste rekenrente percentage zijn bereikt. (…)”
De Gemeenteraad heeft tijdens de raadsvergadering van 21 september 2006 in navolging op de Uitvoeringsnota 2006 voor de bepaling van de contante waarde bij omzetting van erfpacht naar vol eigendom de volgende rentepercentages vastgesteld (hierna: het Besluit omzettingsbeleid 2006):
2006/kwartaal 1: 6,5 %
2006/kwartaal 2: 6,5 %
2006/kwartaal 3: 6,0 %
2006/kwartaal 4: 5,5 %
2007/kwartaal 1: 5,0 %
2007/kwartaal 2: 4,5 %
2007/kwartaal 3: 4,5 %
2007/kwartaal 4: 4,5 %
Voornoemd besluit is gepubliceerd op de website van de Gemeente.
Op 25 januari 2007 heeft de Gemeenteraad in een besloten vergadering - besloten vanwege het verbeteren van het economisch en financieel belang van de gemeente totdat het voorgelegde Collegebesluit bekend zou zijn gemaakt - ingestemd met het intrekken van, kort gezegd, de toen geldende uitvoeringsregels die van toepassing zijn op het omzetten van erfpacht in vol eigendom (het Omzettingsbeleid 1995 met wijziging bij Besluit omzettingsbeleid 2006). Aanvragen tot omzetting die voor de datum van de raadsvergadering 19.30 uur waren ingediend, werden nog wel volgens de eerder geldende uitvoeringsregels in behandeling genomen; daarna ingediende aanvragen werden afgewezen. Het College kon in voorkomend geval afwijken op grond van een hardheidsclausule. Het besluit van de Gemeenteraad (hierna: het Intrekkingsbesluit) luidt als volgt:
Besluit:
1. Als zijn zienswijze aan het college mee te delen dat de raad kan instemmen met het intrekken van de uitvoeringsregels die van toepassing zijn op het omzetten van erfpacht in vol eigendom van terreinen die door de gemeente Zaanstad voor gebruik voor woondoeleinden in erfpacht zijn uitgegeven en de handelswijze voor de uitvoering hiervan die door het College als volgt is geformuleerd:
a. de aanvragen tot omzetting die voor donderdag 25 januari 19.30 uur per gewone of elektronische post of per fax worden ingediend bij de gemeente Zaanstad nog volgens de “ oude” – ingetrokken uitvoeringsregels in behandeling te nemen;
b. aanvragen voor omzetting van erfpacht in vol eigendom die na de onder a genoemde datum en tijdstip zijn ingediend bij de gemeente Zaanstad af te wijzen;
c. indien, naar de mening van het college sprake is van bijzondere omstandigheden die tot gevolg hebben dat de gevolgen voor de verzoeker onevenredig zijn in verhouding tot de met de uitvoeringsregels te dienen doelen het college kan afwijken (hardheidsclausule).
2 Akkoord te aan met bekrachtiging als bedoeld in artikel 25 lid 3 van de Gemeentewet van de Geheimhouding ex artikel 25 lid 2 Gemeentewet die het College aan de Raad heeft opgelegd ten aanzien van de aan de raad toegezonden stukken en omtrent het in de besloten vergadering behandelde ten aanzien van het intrekken van de uitvoeringsregels die van toepassing zijn op het omzetten van erfpacht in vol eigendom van terreinen die door de gemeente Zaanstad voor gebruik voor woondoeleinden in erfpacht zijn uitgegeven en de handelswijze voor de uitvoering hiervan die door het College is geformuleerd, vanwege het verbeteren van het economisch en financieel belang van de gemeente totdat het besluit van het college om de uitvoeringsregels in te trekken is bekend gemaakt.
De nota die aan dit besluit ten grondslag ligt bevat de volgende, voor de beoordeling relevante, inhoud:
“(…)
Inleiding
De gemeente Zaanstad is voornemens de uitvoeringsregels inzake het omzetten van het recht van erfpacht in vol eigendom van terreinen die door de gemeente Zaanstad voor gebruik voor woondoeleinden in erfpacht zijn uitgegeven, te wijzigen. Uit de evaluatie van de vigerende uitvoeringsregels blijkt dat de gemeente nu geen reële vergoeding krijgt bij de verkoop van deze erfpachtgrond. Daarom zijn nieuwe uitvoeringsregels in voorbereiding, welke naar verwachting in het tweede kwartaal van 2007 door het college kunnen worden vastgesteld.
Beoogd resultaat
Teneinde de zakelijke belangen van de gemeente zeker te stellen en dus te voorkomen dat – in afwachting van het vaststellen van de nieuwe uitvoeringsregels – alsnog een groot aantal verzoeken om omzetting op basis van het thans geldende uitvoeringsregels moeten worden gehonoreerd dienen deze regels te worden ingetrokken. Hierdoor ontstaat voor de gemeente de juridische basis om voor omzetting van erfpacht in vol eigendom af te wijzen.
Kader
In het collegeprogramma “De Zaankanters maken de streek’ is een aantal speerpunten
afgesproken. Een daarvan heeft betrekking op het vergroten van het verdienvermogen, door onder andere een herziening van het erfpachtbeleid. Het College stelt uitvoeringsregels vast naar aanleiding van het beleidskader dat door de raad is geformuleerd.
Argumenten
De zakelijke belangen van de gemeente vragen om zodanige conservatoire maatregelen dat wordt voorkomen dat de feitelijke effectiviteit van het invoeren van de nieuwe uitvoeringsregels in relatie tot het verbeteren van het verdienvermogen van de gemeente verloren gaat.
Draagvlak
Uit de aard der zaken is geen overleg gepleegd over het intrekken van de huidige uitvoeringsregels.
Financiële consequenties
Het intrekken van de uitvoeringsregels zoals geformuleerd in beslispunt 1 brengt het risico met zich mee dat er geen omzettingen zullen plaatsvinden. Hierdoor kan de opgelegde taakstelling van € 150.000 per jaar mogelijk niet worden gerealiseerd.
Juridische consequenties
Noch vanuit de privaatrechtelijke positie als grondeigenaar, noch vanuit haar bestuursrechtelijke positie is er een verplichting van de gemeente om tot omzetting van erfpacht in vol eigendom over te gaan. Contractvrijheid biedt partijen - in dit geval de gemeente en de erfpachtnemer - de mogelijkheid daarover - indien over de voorwaarden overeenstemming bestaat - een nadere overeenkomst te sluiten. In 1995 heeft de gemeente het principebesluit genomen om aan omzetting van erfpacht in vol eigendom van terreinen die voor gebruik voor woondoeleinden in erfpacht zij uitgegeven, - indien de andere partij daarom verzoekt -onder voorwaarden mee te werken. Dat neemt niet weg dat de gemeente om haar moverende redenen te allen tijde kan besluiten dit besluit dan wel de daaraan verbonden voorwaarden cq uitvoeringsregels te wijzigen of in te trekken.
De gemeente maakt nu van dit recht gebruik door het principebesluit te nemen de
uitvoeringsregels te wijzigen en in afwachting van de vaststelling daarvan de bestaande regels in te trekken. Aan dit besluit wordt de handelwijze verbonden dat na datum en tijdstip genoemd in het besluit ingediende verzoeken tot omzetting worden afgewezen. Daarbij wordt een hardheidsregeling in acht genomen. Uiteraard worden al ingediende verzoeken tot aan datum en tijdstip als verwoord in het besluit conform de bestaande uitvoeringsregels in behandeling genomen. De kans bestaat dat erfpachters en belangenbehartigers naar de rechter zullen gaan. Gezien het gegeven dat er nieuwe uitvoeringsregels zijn (oa hardheidsclausule) en de juiste wijze van bekendmaking en de bovengenoemde bevoegdheid van het college, achten wij onze juridische positie voldoende zeker gesteld.
Aanpak/uitvoering
• Er is overleg met de afdeling communicatie in verband met gevoeligheid en consequenties
besluit. Woningcorporaties, makelaars en notarissen worden per brief geïnformeerd. Er komt een persbericht. Extra: plaatsen van advertentie in lokale krant voor het informeren van particulieren en plaatsing in het Gemeenteblad.”
Het Intrekkingsbesluit is bekend gemaakt via het Gemeenteblad 2007, nr. 14. Het Noordhollands Dagblad van 26 januari 2007 en het Zaandstad Journaal van 31 januari 2007 hebben hieraan berichtgeving gewijd.
In de maanden na januari 2007 heeft het College in samenspraak met en na kennisgeving van de zienswijzen van de Gemeenteraad de (uitgangspunten voor) een nieuw omzettingsbeleid bepaald. Er is een informatiebijeenkomst georganiseerd voor de Gemeenteraad, waarin de nieuwe uitvoeringsregels zijn toegelicht. In de toelichting bij het voorstel aan de Gemeenteraad van 29 augustus 2007 is vermeld dat besloten is “om nieuwe uitvoeringsregels op te stellen met als voorwaarde een methodiek voor omzettingen, welke actueel, transparant, éénduidig en efficiënt is en ertoe moet leiden dat de gemeente een reële vergoeding ontvangt bij de verkoop van deze erfpachtgrond.” Onder het kopje “draagvlak” is vermeld: “Aangezien de nieuwe uitvoeringsregels voor de huidige erfpachters in het geval van omzetting tot veel hogere te betalen bedragen zal leiden mag verwacht worden dat hiervoor weinig draagvlak aanwezig zal zijn Hierbij dient wel te worden toegevoegd dat het omzetten van het recht van erfpacht naar vol eigendom een keuze van de erfpachter is en geen verplichting. De gemeente Zaanstad voert al enige tijd gesprekken met de Federatie en de Zaanse Woningbouwcorporaties om te komen tot prestatieafspraken voor de periode tot en met 2009. De omzetting van het recht van erfpacht naar vol eigendom is een van de onderwerpen. Partijen hebben over dit onderwerp een procesafspraak gemaakt om, uitgaande van een geplande invoeringsdatum per 1 januari 2007 van de uitvoeringsregels 2007, per individuele woningcorporatie verdere onderhandelingen te voeren met als doel uiterlijk 1 januari 2008 overeenstemming te bereiken over het omzetten van erfpachtrechten.”
Op 2 oktober 2007 heeft het College de nieuwe uitvoeringsregels voor het omzettingsbeleid vastgesteld, waarvan navolgende bepalingen relevant zijn voor de beoordeling:
“(…)
5. Vaststellen dat een erfpachter die de canon heeft afgekocht voor het omzetten van het recht van erfpacht in vol eigendom een koopsom betaalt en dat een canonbetaler naast deze koopsom ook nog de contante waarde van de nog verschuldigde canons moet betalen.
6. Vaststellen dat bij een canonbetaler, vallende onder de Algemene Bepalingen Erfpacht 1991, bij een omzetting voor de berekening van de koopsom en de contante waarde van de toekomstige canons wordt uitgegaan van een uitgifteduur van 75 jaar. Alsmede dat indien de uitgifteduur van 75 jaar is verstreken bij een omzetting van het recht van erfpacht naar vol eigendom, voor de berekening van de grondwaarde de daaraan verbonden koopsom en de contante waarde van de nog te betalen canons weer wordt uitgegaan van een periode van 75 jaar.
7. Vaststellen van de omzettingsmethodiek, waarbij voor het bepalen van de koopsom wordt uitgegaan van de actuele marktwaarde. Deze komt tot stand door een waardebepaling waarbij gebruik wordt gemaakt van de WOZ-gegevens per de laatste prijspeildatum, met een aanpassing voor de marktontwikkeling tot het jaar van omzetting.
8. Vaststellen van de parameters voor 2007:
a. Voor de grondquote voor bestaande bouw uit te gaan van:
b. Bouwjaar Grondquote
* > > 2000 32%
* > 1991 – 2000 32%
* > 1981 – 1990 34%
* > 1971 – 1980 36%
* > 1961 – 1970 38%
* > 1931 – 1960 39%
* > < 1931 40%
c. Voor het percentage van de depreciatie uit te gaan van 1% per jaar, te rekenen vanaf de begindatum van de erfpachtovereenkomst tot de datum van de omzetting, waarbij een gedeelte van een jaar op hele jaren naar boven wordt afgerond, dat met een maximum van 40%. Indien sprake is van beëindiging van de erfpacht en het nieuw vestigen van het recht van erfpacht het percentage van de depreciatie vast te stellen op het maximale percentage van 40%.
d. Voor de bepaling van het percentage voor het waardevast maken van de koopsom uit te gaan van het gemiddelde inflatiecijfer van de afgelopen 10 jaar, gebaseerd op de CPI index/alle huishoudens van het CBS voor 2007 resulterend in 2,3%.
e. Voor de contante waarde berekening van de koopsom uit te gaan van de omslagrente van de gemeente Zaanstad (4,5% voor 2007).
f. Indien de grondwaarde per m2, ná de korting van de depreciatie, voor het omzetten van het recht van erfpacht naar vol eigendom onder een minimumgrens of boven een maximum grens uitkomt dan wordt dit bedrag niet gehanteerd, maar zal de grondwaarde residueel worden berekend. Indien de uitkomst wel de maximumgrens overschrijdt, wordt het bedrag van de maximumgrens aangehouden. Indien de uitkomst wel de minimumgrens onderschrijdt, wordt het bedrag van de minimumgrens aangehouden. De minimum- en maximumgrens gelden per eengezinswoning of gemiddeld per appartement bij een complex. Voor 2007 bedraagt de minimumgrens €350,- per m2 en de maximumgrens € 600,- per m2.
(…)”
Dit nieuwe beleid is gepubliceerd in het Gemeenteblad 2007, nr. 81 van 15 oktober 2007 en bekend gemaakt via een advertentie in lokale media.
Evaluatie en aanpassing parameters
In 2010 en 2013/2014 heeft een evaluatie plaatsgevonden. Deze evaluaties hebben niet geleid tot een herijking van (de uitgangspunten van) het op 2 oktober 2007 vastgestelde beleid. Wel bleek naar aanleiding van de evaluatie in 2013/2014 dat een aantal parameters aanpassing behoefden, hetgeen geleid heeft tot navolgende aanpassingen:
“(…)
2. De parameters 2015 vast te stellen:
a. WOZ-waarde.
Voor het bepalen van de koopsom gaat de gemeente uit van de actuele WOZ-waarde.
b. Grondquote.
Bouwjaar Grondquote
>2000 28%
1991-2000 28%
1981-1990 30%
1971-1980 32%
1961-1970 34%
1931-1960 35%
<1931 36%
c. Depreciatie.
De depreciatie is 1% per jaar, te rekenen vanaf de begindatum van de erfpachtovereenkomst tot de datum van de omzetting, waarbij een gedeelte van een jaar op hele jaren naar boven wordt afgerond, zulks met een maximum van 40%. Indien sprake is van beëindiging van de erfpacht door het verstrijken van de uitgifteduur en het nieuw vestigen van het recht van erfpacht het percentage van de depreciatie vast te stellen op het maximale percentage van 40%.
d. Waardevast maken.
Voor de bepaling van het percentage voor het waardevast maken van de koopsom gaat de gemeente uit van het gemiddeld inflatiecijfer van de afgelopen 10 jaar, gebaseerd op de CPI index/alle huishoudens van het CBS, resulterend in 1,79%.
e. Rekenrente
Voor de contantewaardeberekening van de koopsommen gaat de gemeente uit van de gemeentelijke omslagrente van 4,0%.
f. Ranges waarbinnen de grondwaarde moet vallen.
Indien de grondwaarde na de korting van de depreciatie onder een minimale of boven een maximale grens uitkomt wordt niet dit bedrag gehanteerd, maar wordt de grondwaarde residueel berekend. De grondwaarde, na correctie met depreciatie, mag niet lager zijn dan € 200 – per m2 of hoger zijn dan € 500,- per m2.
(…)”
Het huidige omzettingsbeleid van de Gemeente is het op 2 oktober 2007 vastgestelde omzettingsbeleid met de in 2010 en 2013/2014 aangepaste parameters (hierna: het Omzettingsbeleid 2007).
Onderzoek van de Rekenkamer Zaanstad
Bij brief van 14 januari 2014 heeft de directeur van de Rekenkamer Zaanstad de Gemeenteraad geïnformeerd over de uitkomsten van zijn onderzoek naar (onregelmatigheden rondom) het Intrekkingsbesluit en het Omzettingsbeleid 2007 (hierna: de Rekenkamerbrief 2014). Uit het onderzoek bleek dat 25 erfpachters het erfpacht nog hebben mogen omzetten na 25 januari 2007 onder het Omzettingsbeleid 1995. In de Rekenkamerbrief is ter zake vermeld:
“ (…)
Het is aannemelijk dat voor deze 25 omzettingen de offertes zijn aangevraagd voor 25 januari 2007 (19.30 uur). Op grond van het contractrecht was de gemeente verplicht om het recht van erfpacht om te zetten naar vol eigendom onder de uitvoeringsregeling 1995, terwijl de regeling al was ingetrokken. Omdat de aard en de kwaliteit van onderbouwingen varieerde, varieert ook de mate van zekerheid waarmee wij dit hebben kunnen vaststellen. Indien meer zekerheid gewenst is, is verder onderzoek nodig.
In 2012 hebben twee ambtenaren van de gemeente Zaanstad het gerucht onderzocht dat ambtenaren vooraf zouden zijn geïnformeerd over de komende beleidswijziging en daarom nog tegen de oude voorwaarde konden omzetten. Zij constateerde dat dit niet het geval was.
(…) Beslissing onderzoek Hoewel de aard en de kwaliteit van onderbouwingen van de 25 omzettingen varieerde en het onderzoek van de ambtenaren naar de omzettingen rond de periode van schorsing niet geheel onafhankelijk is geweest, zal het verkrijgen van volledige zekerheid over de rechtmatigheid een aanzienlijke inzet vragen. Vanwege het beperkte aantal omzettingen van eigen doelmatigheid zie ik daarom geen aanleiding om deze omzettingen te onderzoeken.
(…)”
Naar aanleiding van de behandeling van de Rekenkamerbrief 2014 heeft de directeur Rekenkamer een aanvullend onderzoek gedaan met informatie die na de publicatie van de betreffende brief bekend geworden is. In een rekenkamerbrief (hierna: Rekenkamerbrief 2015) wordt verslag gedaan van dit aanvullend onderzoek en het volgende wordt geconcludeerd:
“ (…)
Geen vermoeden van gebruik van voorkennis door ambtenaren
Ik constateer dat het verbeterd vooronderzoek voldoet aan de procedurele vereisten van vooronderzoek en de zwaardere uitgangspunten die gesteld kunnen worden aan onderzoek.
Ik ben van mening dat er geen reden is om aan te nemen dat ambtenaren, wethouders of raadsleden in de periode maart 2006 tot en met april 2007 gebruik hebben gemaakt van voorkennis.
(…)”
De rechten van erfpacht van de Erfpachters en aanbiedingen tot koop bloot eigendom van de Gemeente
[eisers 2] heeft bij akte van 19 oktober 1992 een recht van erfpacht verkregen op het perceel, kadastraal bekend [gemeente 2] , [sectie I] [nummer 1] , lokaal bekend [adres 1] (hierna: perceel [eisers 2] ). De erfpacht is gevestigd op 18 februari 1988 en is voor onbepaalde tijd uitgegeven. Het eerste tijdvak loopt af op 25 juni 2061. Op de erfpacht zijn de LJN AB1978 van toepassing. De canon is afgekocht voor een periode van vijftig jaar, eindigend op 25 juni 2036.
Bij brief van 15 november 1995 heeft de Gemeente het bloot eigendom van het perceel aan [eisers 2] te koop aangeboden voor een bedrag van fl. 10.586 (= € 4.811,82) kosten koper. Dit aanbod heeft niet geleid tot een overdracht van het bloot eigendom.
Bij brief van 2 oktober 2008 heeft de Gemeente het bloot eigendom van het perceel [eisers 2] te koop aangeboden voor een bedrag van € 37.109 kosten koper. Dit aanbod heeft niet geleid tot een overdracht van het bloot eigendom.
Bij brief van 12 april 2013 heeft de Gemeente het bloot eigendom van het perceel [eisers 2] te koop aangeboden voor een bedrag van € 30.469. Dit aanbod heeft niet geleid tot een overdracht van het bloot eigendom.
Ten aanzien van [eiser 3] is op 20 september 1985 een recht van erfpacht gevestigd op het perceel, kadastraal bekend [gemeente 2] , [sectie II] , [nummer 2] te [plaats 1] , lokaal bekend [adres 2] (hierna: perceel [eiser 3] ). De erfpacht is uitgegeven voor een periode van 75 jaar en eindigt op 30 augustus 2060. De canon is vastgesteld op een bedrag van fl. 2.294,55 (€ 1.042,98) per jaar, maar is afgekocht voor een periode van 50 jaar tot 2035 tegen een som van fl. 25.495 (= € 11.588,64). [eiser 3] heeft aan de aannemer die de woning op het perceel gebouwd heeft indertijd een aanneemsom van fl.115.661 (= € 52.573,18) betaald.
Op 19 december 2011 heeft de Gemeente het bloot eigendom van het perceel [eiser 3] te koop aan geboden voor een bedrag van € 33.297. In 2011 was de WOZ-waarde van de woning vastgesteld op € 207.000. Dit aanbod heeft niet geleid tot een overdracht van het bloot eigendom.
Ten aanzien van [eisers 4] is bij akte van 22 januari 1992 een erfpachtrecht gevestigd op het perceel, kadastraal bekend [gemeente 2] , [sectie III] [nummer 3] , lokaal bekend [adres 3] (hierna: perceel [eisers 4] ). Het betreft een voortdurend erfpachtrecht dat is aangevangen per 28 november 1991. Op het erfpachtrecht zijn de LJN AB1991 van toepassing. De canon is afgekocht voor een periode van 50 jaar, derhalve tot 28 november 2041.
Bij brief van 12 november 1996 heeft de Gemeente het bloot eigendom van het perceel [eisers 4] te koop aangeboden tegen een bedrag van fl. 3.969 (= € 1.804,09) kosten koper. Dit aanbod heeft niet tot een overdracht geleid.
Bij brief van 7 juli 2016 heeft de Gemeente het bloot eigendom te koop aangeboden tegen een koopsom van € 25.900. Dit aanbod heeft niet tot een overdracht geleid. De WOZ-waarde van het perceel [eisers 4] bedroeg per 1 januari 2015
€ 211.000.
[eisers 5] heeft bij akte van 31 januari 2003 een recht van erfpacht verkregen tegen een koopsom van € 225.000 op het perceel, kadastraal bekend [gemeente 2] , [sectie IV nummer 4] , lokaal bekend [adres 4] (hierna: perceel
[eisers 5] ). De erfpacht is gevestigd op 12 februari 1992 en is een voortdurend erfpachtrecht. Op de erfpacht zijn de LJN AB1991 van toepassing. De canon is afgekocht voor een periode van vijftig jaar, derhalve tot en met 28 november 2041.
Bij brief van 24 juli 2002, voorafgaand aan het sluiten van koopovereenkomst voor het perceel [eisers 5] , heeft de Gemeente het bloot eigendom te koop aangeboden tegen een koopsom van € 3.462. Dit aanbod heeft niet tot een overdracht geleid.
Bij brief van 14 juni 2016 heeft de Gemeente het bloot eigendom van het perceel [eisers 5] te koop aangeboden tegen een koopsom van € 28.109 kosten koper. Dit aanbod heeft niet tot een overdracht geleid. De WOZ-waarde van het perceel [eisers 5] bedroeg per 1 januari 2015 € 218.000.
[eisers 6] heeft bij akte van 1 september 2004 tegen een koopsom van € 395.000 een recht van erfpacht verkregen op het perceel, kadastraal bekend [gemeente 2] , [sectie V nummer 5] , lokaal bekend [adres 5] (hierna: perceel [eisers 6] ). De erfpacht is gevestigd op 9 juni 1995 en betreft een erfpachtrecht voor onbepaalde tijd, waarvan het eerste tijdvak afloopt op 25 juni 2061. Op de erfpacht zijn de LJN AB1991 van toepassing. De canon is afgekocht voor een periode van vijftig jaar (tot en met 28 november 2041) en de afkoopsom bedroeg fl. 75.895. Blijkens de akte bedroeg de grondwaarde van het perceel [eisers 6] ten tijde van de vestiging fl. 64.591 (= € 29.359,77).
Bij brief van 5 oktober 2009 heeft de Gemeente het bloot eigendom te koop aangeboden tegen een koopsom van € 61.621 kosten koper. Dit aanbod heeft niet tot een overdracht geleid. De WOZ-waarde van het perceel [eisers 6] bedroeg per 1 januari 2015 € 408.000.
Bij brief van 24 februari 2011 heeft de Gemeente het bloot eigendom van het perceel [eisers 6] te koop aangeboden tegen een koopsom van € 60.366 kosten koper. Dit aanbod heeft niet tot een overdracht geleid.
Bij brief van 29 mei 2015 heeft de Gemeente het bloot eigendom van het perceel [eisers 6] te koop aangeboden tegen een koopsom van € 47.918 kosten koper. Dit aanbod heeft niet tot een overdracht geleid. De WOZ-waarde van het perceel [eisers 6] bedroeg per 1 januari 2015 € 358.000.