Rechtbank Noord-Nederland, 30-09-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:4125, 24/2310
Rechtbank Noord-Nederland, 30-09-2025, ECLI:NL:RBNNE:2025:4125, 24/2310
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Nederland
- Datum uitspraak
- 30 september 2025
- Datum publicatie
- 20 oktober 2025
- Zaaknummer
- 24/2310
- Relevante informatie
- Art. 7 NSW, Art. 7a NSW, Art. 21 SW, Art. 35b SW
Inhoudsindicatie
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld die - naar haar weten - niet eerder aan een rechter is voorgelegd en die in de vakliteratuur tot op heden als een vooral theoretische mogelijkheid is besproken, namelijk de vraag hoe om te gaan met een geval waarin sprake is van een samenloop van de BOR en de NSW-faciliteit.
Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: LEE 24/2310
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 30 september 2025 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats eiser] , eiser
(gemachtigde: mr. J.M. Bom),
en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Eindhoven, de inspecteur
(gemachtigde: [gemachtigde inspecteur] ).
Inleiding
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van 25 maart 2024.
De inspecteur heeft aan eiser een aanslag erfbelasting opgelegd (de aanslag) met een te betalen bedrag van € 1.362.725.
De inspecteur heeft het bezwaar van eiser gegrond verklaard en de aanslag verminderd tot een te betalen bedrag van € 1.362.273.
Eiser heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld.
De inspecteur heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 23 juni 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, bijgestaan door zijn gemachtigde, [bijstand eiser] en
[bijstand eiser] en de gemachtigde van de inspecteur, bijgestaan door [medewerker inspecteur] ,
[medewerker inspecteur] en [medewerker inspecteur] .