WOZ-waarde woning verlaagd vanwege slechte staat en onderhoud
WOZ-waarde woning verlaagd vanwege slechte staat en onderhoud
Gegevens
Rechtbank Oost-Brabant verlaagt WOZ-waarde van woning van € 420.000 naar € 387.000 omdat de inspecteur onvoldoende rekening heeft gehouden met de slechte staat van de woning.
Een vrouw is eigenaar van een geschakelde woning uit 1919. De inspecteur stelt de WOZ-waarde voor 2023 vast op € 420.000, gebaseerd op een taxatierapport waarin de vergelijkingsmethode is toegepast. De vrouw maakt bezwaar en voert aan dat haar woning in een veel slechtere staat verkeert dan de gebruikte vergelijkingsobjecten. Ze wijst op onder meer een gedateerde keuken en badkamer, matig onderhoud, enkelglas, geen spouwmuren, scheurvorming en boktorren. De inspecteur blijft bij zijn standpunt dat met deze gebreken voldoende rekening is gehouden door het voorzieningenniveau als ‘matig’ te waarderen.
Onvoldoende correctie voor slechte staat De rechtbank oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. Uit het taxatierapport en het fotomateriaal blijkt dat de woning van de vrouw in een duidelijk slechtere staat verkeert dan de vergelijkingsobjecten. De rechtbank vindt de toegepaste correctiefactoren voor kwaliteit, onderhoud en voorzieningen (alle ‘matig’) niet passend en stelt deze op ‘slecht’. Ook het energielabel van de woning (F) is slechter dan dat van de meeste vergelijkingsobjecten. De rechtbank rekent de gevolgen van deze correctie door en komt uit op een waarde van € 387.000. De uitspraak op bezwaar wordt vernietigd en de aanslag onroerendezaakbelasting wordt verminderd.
Bron: Rb. Oost-Brabant 13-06-25 (gepubl. 10-07-25), ECLI:NL:RBOBR:2025:3335
Wet: art. 30a Wet WOZ