Standpunt kwalificatie vergoeding softwarelicentie

Standpunt kwalificatie vergoeding softwarelicentie

Gegevens

Nummer
2025/761
Publicatiedatum
14 juli 2025
Auteur
Redactie
Rubriek
Overig

De Kennisgroep IBR Vpb & winst heeft in het licht van verdragsposterieur OESO-commentaar de vraag beantwoord of de vergoeding die belastingplichtige ontvangt van een in Zuid-Korea gevestigde distributeur voor een softwarelicentie, kan worden aangemerkt als een royalty in de zin van het belastingverdrag.


Een in Nederland gevestigde software-ontwikkelaar (X BV) verleent als auteur en eigenaar van software een licentie aan een in Zuid-Korea gevestigde distributeur. De distributeur verkrijgt daarmee het recht om sublicenties aan Zuid-Koreaanse klanten te verstrekken. Onder de sublicenties hebben de klanten het recht om de software voor eigen gebruik aan te wenden. De algoritmes en de broncode van de software maken geen deel uit van de licentie en het aan de software ten grondslag liggende auteursrecht blijft eigendom van X BV.
Onder de licentie verkrijgt noch de distributeur, noch de klant het recht om de software te exploiteren. Het is hen niet toegestaan om de software te reproduceren en zelf te verkopen, over te dragen of licenties te verlenen. Ook mogen zij de in gebruik verkregen software niet aanpassen of gebruiken voor het maken van afgeleide software.  X BV ontvangt van de distributeur een vergoeding voor de softwarelicentie. 

Vraag Kwalificeert de vergoeding voor de licentie die X BV van de distributeur ontvangt als een royalty in de zin van artikel 12, derde lid, van het Verdrag Nederland-Zuid-Korea 1978, zodat Zuid-Korea daarover (bron)belasting mag heffen?

Antwoord Nee, de vergoeding die X BV voor de licentie van de distributeur ontvangt kwalificeert niet als royalty in de zin van artikel 12, derde lid, Verdrag. Artikel 7 Verdrag wijst de heffingsbevoegdheid over de vergoeding volledig toe aan Nederland.

Bron: Belastingdienst, kennisgroepstandpunt nr. KG:040:2025:4